§13.1 analyse en onderzoek
kwalitatieve analyse-> welke stoffen zijn aanwezig? (Aantonen van water)
kwantitatieve analyse-> hoeveel van een bepaalde stof is aanwezig? (Titratie)
Bij het scheiden van stoffen vind geen chemische reactie plaats (tabel 1, blz 63)
o toetsvraag; welke scheidingsmethode past erbij?
Een reagens is een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kan aantonen, moet
gevoelig (kleine hoeveelheden) en selectief (1 stof reageren) zijn.
o Water kun je aantonen met kopersulfaat (wit -> blauw)
o Koolstofdioxide kun je aantonen met kalkwater (helder-> troebel wit)
o Zwaveldioxide kun je aantonen met joodwater (bruin helder-> kleurloos helder)
o Zetmeel kun je aantonen met joodwater (bruin helder-> donkerblauw/zwart)
Redox-> elektronen overdracht
zuur-base-> h`+- ionen overdracht
§13.2 chromatografie
Chromatografie is een methode waarop je stoffen scheid op aanhechtig vermogen en
oplosbaarheid
o verschillende keuren die goed of juist slecht oplossen in water en goed of slecht
heten aan papier.
Stationaire (hydrofiel) en mobiele fase -> kleuren omhoog (hydrofoob)
Vb: als papier hydrofiel is dan hecht de meest hydrofiele stof aan papier en
visa versa
Hydrofiel komt laag en hydrofoob hoog
Een stof is hydrofiel als er waterstofbruggen kunnen vormen (OH, NH, C=O) of een stof met een
lading
o Een stof is hydrofoob bij koolstofketens zonder waterstofbruggen, verschil in
elekektro negativiteit > 0,4
Papier bestaat vooral uit cellulose (Binas 67F) deze stof is relatief hydrofiel
Rf waarde: fate of flow verhouding afstand tof A afgelegd in vergelijking met afstand afgelegd
tot de mobiele fase. Het makkelijk de stof meegaat met de loopvloeistof.
Rf= afgelegde weg stof A/ afgelegde weg front B. Ergens tussen 0 en 1 deze is voor elke
stof anders
TLC-plaatje een aluminium met celisuimoxide, beter scheiding dan papier.
Kolomchomotagrafie wordt gebruikt voor grotere hoeveeeheden
referentie stoffen; als je weet welke stoffen verfoeilijk in het mengsel voorkomen kun je die
zuiver laten meelopen op het plaatje. Je kan het onderzochten monster dan hiermee vergelijken
kwalitatieve analyse-> welke stoffen zijn aanwezig? (Aantonen van water)
kwantitatieve analyse-> hoeveel van een bepaalde stof is aanwezig? (Titratie)
Bij het scheiden van stoffen vind geen chemische reactie plaats (tabel 1, blz 63)
o toetsvraag; welke scheidingsmethode past erbij?
Een reagens is een stof waarmee je de aanwezigheid van een andere stof kan aantonen, moet
gevoelig (kleine hoeveelheden) en selectief (1 stof reageren) zijn.
o Water kun je aantonen met kopersulfaat (wit -> blauw)
o Koolstofdioxide kun je aantonen met kalkwater (helder-> troebel wit)
o Zwaveldioxide kun je aantonen met joodwater (bruin helder-> kleurloos helder)
o Zetmeel kun je aantonen met joodwater (bruin helder-> donkerblauw/zwart)
Redox-> elektronen overdracht
zuur-base-> h`+- ionen overdracht
§13.2 chromatografie
Chromatografie is een methode waarop je stoffen scheid op aanhechtig vermogen en
oplosbaarheid
o verschillende keuren die goed of juist slecht oplossen in water en goed of slecht
heten aan papier.
Stationaire (hydrofiel) en mobiele fase -> kleuren omhoog (hydrofoob)
Vb: als papier hydrofiel is dan hecht de meest hydrofiele stof aan papier en
visa versa
Hydrofiel komt laag en hydrofoob hoog
Een stof is hydrofiel als er waterstofbruggen kunnen vormen (OH, NH, C=O) of een stof met een
lading
o Een stof is hydrofoob bij koolstofketens zonder waterstofbruggen, verschil in
elekektro negativiteit > 0,4
Papier bestaat vooral uit cellulose (Binas 67F) deze stof is relatief hydrofiel
Rf waarde: fate of flow verhouding afstand tof A afgelegd in vergelijking met afstand afgelegd
tot de mobiele fase. Het makkelijk de stof meegaat met de loopvloeistof.
Rf= afgelegde weg stof A/ afgelegde weg front B. Ergens tussen 0 en 1 deze is voor elke
stof anders
TLC-plaatje een aluminium met celisuimoxide, beter scheiding dan papier.
Kolomchomotagrafie wordt gebruikt voor grotere hoeveeeheden
referentie stoffen; als je weet welke stoffen verfoeilijk in het mengsel voorkomen kun je die
zuiver laten meelopen op het plaatje. Je kan het onderzochten monster dan hiermee vergelijken