Huisvesting
Inhoud samenvatting
Natuurlijke behoefte
Ideale huisvesting paard klimaat en inrichting stal
Belangrijke punten verzorger
Verschillende stallen
Eerste paarden eohippus:
Leven: solitair of in kleine groepen
Veiligheid: verstoppen tussen struweel
Rantsoen: energierijke noten, vruchten en jonge takken
Klimaat verandering veel graslanden
Zintuigen meer van belang, open vlakte
Leven in kuddes en grote groepen
Bescherming: vluchten; snel en over lange afstanden
Rantsoen: energie arm moeilijk verteerbaar grassen
Klimaat verandering anatomische aanpassing
Langere darmstelsel: vezelrijke energie arm voedsel te kunnen verteren
Kiezen om voedsel te vermalen
Schedel vergroting om kiezen te herbergen
Lange benen om te vluchten
Hoeven om op harde grond te kunnen vluchten
Natuurlijke behoeftes om te overleven:
, Voeding: laag energie, hoog vezelgehalte, gehele dag fourageren
Veiligheid: zintuigen, kudde, vluchten
Conflicten door hedendaagse huisvesting:
Restrictie sociale contacten kudde
Restrictie van zintuigen
Restrictie in vluchten
Restrictie in voeding
Ideale huisvesting paard: zo dicht mogelijk bij de natuurlijke omgeving van het paard
Klimaat
Beweging
Voeding
Zintuigen
Sociale contacten
Ideale huisvesting verzorger paard:
Veilig
Efficiënt
Gunstige arbeidsomstandigheden
Niet te kostbaar
Klimaat van de stal
Temperatuur van paard:
Welke eisen worden gesteld aan temperatuur in een stal?
Optimaal tussen 10 – 15 graden, geen fysische processen nodig om T bij te stellen.
Behaaglijkheidzone paard: -5 en 25 graden Celsius.
Fysische processen nodig T bijstellen
Buiten deze grenzen, verandering in eet patroon: opwarmen of afkoelen. Buiten deze
grenzen kost energie.
Paard lichaam T : 37,2 – 38,4 C.
Elk lichaam produceert warmte door o.a. stofwisseling
T constant mogelijk houden door warmte af te staan aan omgeving of warmte vast te
houden.
Lichaamstemperatuur wordt geregeld door thermostaat in hersenen:
Inhoud samenvatting
Natuurlijke behoefte
Ideale huisvesting paard klimaat en inrichting stal
Belangrijke punten verzorger
Verschillende stallen
Eerste paarden eohippus:
Leven: solitair of in kleine groepen
Veiligheid: verstoppen tussen struweel
Rantsoen: energierijke noten, vruchten en jonge takken
Klimaat verandering veel graslanden
Zintuigen meer van belang, open vlakte
Leven in kuddes en grote groepen
Bescherming: vluchten; snel en over lange afstanden
Rantsoen: energie arm moeilijk verteerbaar grassen
Klimaat verandering anatomische aanpassing
Langere darmstelsel: vezelrijke energie arm voedsel te kunnen verteren
Kiezen om voedsel te vermalen
Schedel vergroting om kiezen te herbergen
Lange benen om te vluchten
Hoeven om op harde grond te kunnen vluchten
Natuurlijke behoeftes om te overleven:
, Voeding: laag energie, hoog vezelgehalte, gehele dag fourageren
Veiligheid: zintuigen, kudde, vluchten
Conflicten door hedendaagse huisvesting:
Restrictie sociale contacten kudde
Restrictie van zintuigen
Restrictie in vluchten
Restrictie in voeding
Ideale huisvesting paard: zo dicht mogelijk bij de natuurlijke omgeving van het paard
Klimaat
Beweging
Voeding
Zintuigen
Sociale contacten
Ideale huisvesting verzorger paard:
Veilig
Efficiënt
Gunstige arbeidsomstandigheden
Niet te kostbaar
Klimaat van de stal
Temperatuur van paard:
Welke eisen worden gesteld aan temperatuur in een stal?
Optimaal tussen 10 – 15 graden, geen fysische processen nodig om T bij te stellen.
Behaaglijkheidzone paard: -5 en 25 graden Celsius.
Fysische processen nodig T bijstellen
Buiten deze grenzen, verandering in eet patroon: opwarmen of afkoelen. Buiten deze
grenzen kost energie.
Paard lichaam T : 37,2 – 38,4 C.
Elk lichaam produceert warmte door o.a. stofwisseling
T constant mogelijk houden door warmte af te staan aan omgeving of warmte vast te
houden.
Lichaamstemperatuur wordt geregeld door thermostaat in hersenen: