PGB: BREUKLIJNEN HOOFDSTUK 1: 1830-1848
LEVENSBESCHOUWELIJK SOCIAAL-ECONOMISCH COMMUNAUTAIR
Macht: Katholieken Industrialisatie Taalvrij, verfransing en
Bekrachtigen katholieke belangen (macht grootgrondbezitters = groot) taalminaren
Kieswet 1831: lagere cijns -landbouw: bepalend voor BE (eco)
platteland - 1845-1847: hongerwinter in VL (door - 1830: Frans domineert (= taal elite/
mislukte oogst -> prijzen stijgen) taal van verlichting)
1834: oprichting ULB (verhaegen) - ook VL elites spreken Frans
door katholieken -> ≠ eens met industrie groeit (in BE: Wall) (NL: volkstaal)
de 3 staatsuniversiteiten van -> veel investeren - literatuur in NL
Willem 1 -> kapitaal: oprichten NV’s
-> financiering: société générale Willem 1: (tegen elites), wil
Afschaffing rijksuniversiteit (1834: = industriële promotor -> geven uniformiteit in taal: NL+FR
KUL naar Mechelen) industrie kansen
-> hulp overheid: - Taalpolitiek
Onderwijs 1842: toezicht kerk op - exportwegen, sporen, kanalen grondwet: taalvrijheid
katholieke scholen - handelsverdragen (FR, Duits) praktijk: FR: enige officiële taal =
- arbeiders: niet politiek bewust status
Kieswijkenwet (1842) om in -Katz
steden ook katholiek te stemmen - Brussel:
-> zetels veroveren Leopold 1 (1831): = verfranst
-> wou parlement als 2de gangs wetgever kan alleen voor 2 zaken
reactie middenklasse: rol taal opleggen: administratie &
- tegen protectionisme -> monarche (heers) aspecten strafrecht
(industriëlen, bankiers…) beklemtonen
- orangisten worden liberalen -> ≠ met grondwet na 1830: petitieactie om NL naast FR
-> 2 vleugels: sociaal conservatief te gebruiken
en humanitair - 1947: regering Rogier/Frère Orban
Stemrecht uitbreiden = (koningschap afgeschaft) = regering Vlaamse beweging: cultiveren van
beter lot arbeiders met alleen maar liberalen taal -> NL bleef cultureel bestaan
- 1848: gemeentekieswet weg
Ontstaan liberale partij (1846) (= - onderwijs = via staat
antiklerikale oppositie) - verlagen kiescijns
- afschaffing zegelrecht: pers vrij
- afschaffing ambtenarenparlement
(= exit magistraten/ambtenaren)
, PGB: BREUKLIJNEN HOOFDSTUK 2: 1850 – 1884
NIEUW HFDST OMDAT/ KIESCIJNS VERLAAGT IN DE STEDEN => MEER MENSEN KUNNEN STEMMEN
LEVENSBESCHOUWELIJK SOCIAAL-ECONOMISCH COMMUNAUTAIR
Schooloorlog! (= echte Liberalisme <-> arbeidsbeweging Kleinburgerlijk
burgeroorlog) flamingantisme
liberale vrijdenkersbeweging 1850-1884: economie: (= Vlaamse beweging: verzet zich
- vrijdenkersgroepen: advocaten, profs.. - bloei industriële export tegen overheersing van het Frans,
(mens kan met zijn verstand alles beheren) - motor: lage lonen -> grote streeft naar emancipatie van het
- filosofie: positivisme, rationalisme winsten (Daens) Vlaams in BE) -> meer dingen in
- 19e eeuw: overgangsfase -> industrie - BE: een van de meest NL verschijnen
belangrijk welvarende landen op vlak -Katholieken: winnen schoolstrijd
van economie = 30 jaar bestuur
kerk = tegenstander (gelooft dat waarheid, Gevolg:
godsdienst en SL vastligt) - aandeelhouders: grote wintuitkeringen Middenklasse &
- fabrieken vragen veel investeringen & flamingantisme:
- liberalen : onderwijs vanuit overheid kapitaal => creatie NV’s (risico kunnen - 1848: bredere lagen
- ultramontanen: willen kerk boven staat berekenen; hoeveel geld in NVs steken) bevolking politiek actief
(geen vrije meningsuiting) -> kan contract maken met leverancier - NL: cultuurtaal in onderwijs
paus: wil staat aan kerk annexeren - partijen: kiezers rekruteren
- regeringen d’Anethan/ de Theux Malon : 1850-1884: samenleving: - vleugels in liberale &
prutsen aan kiesrecht , zijn lafaards & - elites (katholiek, ook liberaal) katholieke partij
verraders voor ultramontanen -middenklasse: intellectuele
groepen, kleine zelfstandigen = Tegen liberale regering
Ultramontanisme hulpklasse - Charles Rogier: wil géén 2
-1870: bisschoppen + adellijk -verdere verstedelijking => bestuurstalen.
grootgrondbezit + middengroepen plattelandsvlucht - Katholiek en liberaal
- streeft naar zuiverheid - onderaan ladder: industrieel flamingantisme:
- betogingen proletariaat: hebben enkel hun kinderen
- terug naar ME (frustratie: geen hulp bij ongeval) Liberaal
Organisatie: - uitbetaling in natura, café = loon - Vlaamse vleugel: kerk &
=Bond der Be katholieke Werkmanskringen verdrinken (trucksysteem: wn nog meer geestelijkheid houden
binden aan wg) Vlaamse volk inferieur
Schooloorlog 1879-1884 - Verenging: Willemfonds
Eind 1870: liberalen aan de macht! Liberaal beleid:
-liberalisme & beperkte staat Katholieken
Wet (Pierre) van Humbeeck: ! (1879): - individu dient de staat - Godsdienst = volkstaal
- doel onderwijs op platteland m $ staat - kerk moet mensen tevreden stellen met (Ultramontanisme:
- steden: liberalen wat ze hebben (kerk bewaakt stabiliteit) onverdorven MS terugvinden
- platteland: pastoor, geeft les - arm zijn = eigen schuld (tevreden zijn in volkstaal)
4 veranderingen: met Gods genade) - Davidfonds
- officieel diploma nodig -1840: Rogier sticht Nationale bank v.BE
- godsdienst : enkel op vraag ouders (-> uit schrik dat Société générale failliet Balans
- gemeenten moeten officiële scholen zou gaan) -geen overkoepelende beweging
stichten - staat (rol: beperkt): ervoor zorgen dat 1. 1873: wet op taalgebruik in
- geen geld voor vrije scholen producten geëxporteerd kunnen worden strafzaken = verhinderen mensen
Verzet! (helpen door kanalen graven, sporen gestraft zonder begrijpen
Bisschoppen: leggen…) & bureaucratie: capabele strafzaak.
- kerk + politici + ambtenaren ambtenaren nodig om eco te laten 2. 1878: NL: in openbaar bestuur
- meetings, petities draaien VL
3. 1883: onderwijs: NL termen
LEVENSBESCHOUWELIJK SOCIAAL-ECONOMISCH COMMUNAUTAIR
Macht: Katholieken Industrialisatie Taalvrij, verfransing en
Bekrachtigen katholieke belangen (macht grootgrondbezitters = groot) taalminaren
Kieswet 1831: lagere cijns -landbouw: bepalend voor BE (eco)
platteland - 1845-1847: hongerwinter in VL (door - 1830: Frans domineert (= taal elite/
mislukte oogst -> prijzen stijgen) taal van verlichting)
1834: oprichting ULB (verhaegen) - ook VL elites spreken Frans
door katholieken -> ≠ eens met industrie groeit (in BE: Wall) (NL: volkstaal)
de 3 staatsuniversiteiten van -> veel investeren - literatuur in NL
Willem 1 -> kapitaal: oprichten NV’s
-> financiering: société générale Willem 1: (tegen elites), wil
Afschaffing rijksuniversiteit (1834: = industriële promotor -> geven uniformiteit in taal: NL+FR
KUL naar Mechelen) industrie kansen
-> hulp overheid: - Taalpolitiek
Onderwijs 1842: toezicht kerk op - exportwegen, sporen, kanalen grondwet: taalvrijheid
katholieke scholen - handelsverdragen (FR, Duits) praktijk: FR: enige officiële taal =
- arbeiders: niet politiek bewust status
Kieswijkenwet (1842) om in -Katz
steden ook katholiek te stemmen - Brussel:
-> zetels veroveren Leopold 1 (1831): = verfranst
-> wou parlement als 2de gangs wetgever kan alleen voor 2 zaken
reactie middenklasse: rol taal opleggen: administratie &
- tegen protectionisme -> monarche (heers) aspecten strafrecht
(industriëlen, bankiers…) beklemtonen
- orangisten worden liberalen -> ≠ met grondwet na 1830: petitieactie om NL naast FR
-> 2 vleugels: sociaal conservatief te gebruiken
en humanitair - 1947: regering Rogier/Frère Orban
Stemrecht uitbreiden = (koningschap afgeschaft) = regering Vlaamse beweging: cultiveren van
beter lot arbeiders met alleen maar liberalen taal -> NL bleef cultureel bestaan
- 1848: gemeentekieswet weg
Ontstaan liberale partij (1846) (= - onderwijs = via staat
antiklerikale oppositie) - verlagen kiescijns
- afschaffing zegelrecht: pers vrij
- afschaffing ambtenarenparlement
(= exit magistraten/ambtenaren)
, PGB: BREUKLIJNEN HOOFDSTUK 2: 1850 – 1884
NIEUW HFDST OMDAT/ KIESCIJNS VERLAAGT IN DE STEDEN => MEER MENSEN KUNNEN STEMMEN
LEVENSBESCHOUWELIJK SOCIAAL-ECONOMISCH COMMUNAUTAIR
Schooloorlog! (= echte Liberalisme <-> arbeidsbeweging Kleinburgerlijk
burgeroorlog) flamingantisme
liberale vrijdenkersbeweging 1850-1884: economie: (= Vlaamse beweging: verzet zich
- vrijdenkersgroepen: advocaten, profs.. - bloei industriële export tegen overheersing van het Frans,
(mens kan met zijn verstand alles beheren) - motor: lage lonen -> grote streeft naar emancipatie van het
- filosofie: positivisme, rationalisme winsten (Daens) Vlaams in BE) -> meer dingen in
- 19e eeuw: overgangsfase -> industrie - BE: een van de meest NL verschijnen
belangrijk welvarende landen op vlak -Katholieken: winnen schoolstrijd
van economie = 30 jaar bestuur
kerk = tegenstander (gelooft dat waarheid, Gevolg:
godsdienst en SL vastligt) - aandeelhouders: grote wintuitkeringen Middenklasse &
- fabrieken vragen veel investeringen & flamingantisme:
- liberalen : onderwijs vanuit overheid kapitaal => creatie NV’s (risico kunnen - 1848: bredere lagen
- ultramontanen: willen kerk boven staat berekenen; hoeveel geld in NVs steken) bevolking politiek actief
(geen vrije meningsuiting) -> kan contract maken met leverancier - NL: cultuurtaal in onderwijs
paus: wil staat aan kerk annexeren - partijen: kiezers rekruteren
- regeringen d’Anethan/ de Theux Malon : 1850-1884: samenleving: - vleugels in liberale &
prutsen aan kiesrecht , zijn lafaards & - elites (katholiek, ook liberaal) katholieke partij
verraders voor ultramontanen -middenklasse: intellectuele
groepen, kleine zelfstandigen = Tegen liberale regering
Ultramontanisme hulpklasse - Charles Rogier: wil géén 2
-1870: bisschoppen + adellijk -verdere verstedelijking => bestuurstalen.
grootgrondbezit + middengroepen plattelandsvlucht - Katholiek en liberaal
- streeft naar zuiverheid - onderaan ladder: industrieel flamingantisme:
- betogingen proletariaat: hebben enkel hun kinderen
- terug naar ME (frustratie: geen hulp bij ongeval) Liberaal
Organisatie: - uitbetaling in natura, café = loon - Vlaamse vleugel: kerk &
=Bond der Be katholieke Werkmanskringen verdrinken (trucksysteem: wn nog meer geestelijkheid houden
binden aan wg) Vlaamse volk inferieur
Schooloorlog 1879-1884 - Verenging: Willemfonds
Eind 1870: liberalen aan de macht! Liberaal beleid:
-liberalisme & beperkte staat Katholieken
Wet (Pierre) van Humbeeck: ! (1879): - individu dient de staat - Godsdienst = volkstaal
- doel onderwijs op platteland m $ staat - kerk moet mensen tevreden stellen met (Ultramontanisme:
- steden: liberalen wat ze hebben (kerk bewaakt stabiliteit) onverdorven MS terugvinden
- platteland: pastoor, geeft les - arm zijn = eigen schuld (tevreden zijn in volkstaal)
4 veranderingen: met Gods genade) - Davidfonds
- officieel diploma nodig -1840: Rogier sticht Nationale bank v.BE
- godsdienst : enkel op vraag ouders (-> uit schrik dat Société générale failliet Balans
- gemeenten moeten officiële scholen zou gaan) -geen overkoepelende beweging
stichten - staat (rol: beperkt): ervoor zorgen dat 1. 1873: wet op taalgebruik in
- geen geld voor vrije scholen producten geëxporteerd kunnen worden strafzaken = verhinderen mensen
Verzet! (helpen door kanalen graven, sporen gestraft zonder begrijpen
Bisschoppen: leggen…) & bureaucratie: capabele strafzaak.
- kerk + politici + ambtenaren ambtenaren nodig om eco te laten 2. 1878: NL: in openbaar bestuur
- meetings, petities draaien VL
3. 1883: onderwijs: NL termen