Micro-economie Nerin Salim
AJ 2021-2022 1BEM01
Hoofdstuk 2: Producenten
2.1: De bepaling van de optimale productiegrootte
Optimale productiegrootte = maximale winst die een onderneming maakt
FORMULE: Optimale productiegrootte = TW = TO – TK
Om tot de productie te komen moet men productiefactoren inzetten: natuur, arbeid,
kapitaal = productieresultaat = productiefunctie
Productiefunctie = productiviteit
FORMULE: Productiviteit = output producten / input productiefactoren
Korte termijn productiefunctie
Constante productiecapaciteit
Geen uitbreiding van kapitaalgoederen
Men gaat na hoe de productie toeneemt bij hoeveelheidsstijging van één enkele
productiefactor (vb: arbeid), alle andere factoren blijven constant (=ceteris paribus)
Lange termijn productiefunctie
Alle kosten variabel, want alle productiefactoren variabel
Om de productie te verhogen: nieuwe machines kopen en fabrieken uitbreiden
1
, Micro-economie Nerin Salim
AJ 2021-2022 1BEM01
2.2: De wet van toe- en afnemende meeropbrengst
Antwoorden op de volgende vragen via bovenstaande tabel:
Waarom meer productiefactoren inzetten?
Waarom verschillende kassiers inzetten in de supermarkt?
Waarom verschillende arbeiders in dienst nemen in een landbouwbedrijf?
TP = totale productie: opbrengst van de ingezette productiefactoren gedurende een
bepaalde tijd
MP = marginale productie: meeropbrengst wanneer de hoeveelheid van de variabele
productiefactor (vb:arbeid) met één eenheid toeneemt; ook wel marginale
arbeidsproductiviteit genoemd; hoeveel extra wordt er geproduceerd als er 1
arbeider wordt toegevoegd
o FORMULE: MP= verschil TP / verschil arbeiders A
TP = som van MP
2
AJ 2021-2022 1BEM01
Hoofdstuk 2: Producenten
2.1: De bepaling van de optimale productiegrootte
Optimale productiegrootte = maximale winst die een onderneming maakt
FORMULE: Optimale productiegrootte = TW = TO – TK
Om tot de productie te komen moet men productiefactoren inzetten: natuur, arbeid,
kapitaal = productieresultaat = productiefunctie
Productiefunctie = productiviteit
FORMULE: Productiviteit = output producten / input productiefactoren
Korte termijn productiefunctie
Constante productiecapaciteit
Geen uitbreiding van kapitaalgoederen
Men gaat na hoe de productie toeneemt bij hoeveelheidsstijging van één enkele
productiefactor (vb: arbeid), alle andere factoren blijven constant (=ceteris paribus)
Lange termijn productiefunctie
Alle kosten variabel, want alle productiefactoren variabel
Om de productie te verhogen: nieuwe machines kopen en fabrieken uitbreiden
1
, Micro-economie Nerin Salim
AJ 2021-2022 1BEM01
2.2: De wet van toe- en afnemende meeropbrengst
Antwoorden op de volgende vragen via bovenstaande tabel:
Waarom meer productiefactoren inzetten?
Waarom verschillende kassiers inzetten in de supermarkt?
Waarom verschillende arbeiders in dienst nemen in een landbouwbedrijf?
TP = totale productie: opbrengst van de ingezette productiefactoren gedurende een
bepaalde tijd
MP = marginale productie: meeropbrengst wanneer de hoeveelheid van de variabele
productiefactor (vb:arbeid) met één eenheid toeneemt; ook wel marginale
arbeidsproductiviteit genoemd; hoeveel extra wordt er geproduceerd als er 1
arbeider wordt toegevoegd
o FORMULE: MP= verschil TP / verschil arbeiders A
TP = som van MP
2