MOTORCONTROL
MTCRL1: BEPERKINGEN VAN MOTORISCHE CONTROL
Bronnen: hoofdstuk 5 boek motorcontrol en website hersenuitleg
Classificatie beperkingen
- Tekens versus symptomen, zie periode 1.4
- Ondersteuning herkenning medisch probleem
o Symptomen worden door de persoon beschreven
o Tekenen zijn objectiveerbare indicaties
o De combinatie kan suggestief zijn voor een diagnose
- Positieve vs negatieve tekens/ symptomen
o Ontstaan van abnormale (motorisch) gedrag
o Verlies normaal gedrag
o Negatief: desintegratie van neurale functies
o Positief: versterking of openbaar worden van lage niveaus door gebrek aan inhibitie
- Primaire vs secundaire effecten
Motor cortex defecten
- Motorische zwakte
o Onmogelijkheid om normale kracht te leveren
o Parese, paralyse, hemiparese, hemiplegie
o Distaal meer uitval dan proximaal
o High treshold motorunits:
Patiënt heeft moeite met deze aan te sturen. Moet in therapie zorgen dat je weerstandoefeningen
doet, deze voer je op een lage snelheid uit. Als je deze motorunits wil aanspreken moet je ze
voldoende belasten in een lage snelheid van uitvoering. Krachttraining voer je langzaam uit om die
motor units aan te spreken en die kracht weer te genereren om bepaalde activiteiten weer uit te
kunnen voeren
- Abnormale tonus (met name spasticiteit)
o Over het algemeen is bij een hersenbeschadiging de
normale tonus bij passief en actief bewegen niet meer
wordt aangetroffen in het aangedane gebied. Kan ooit wel
lijken op normaal maar is in feite niet, de tonus is hoger of
lager.
o Spasticiteit: is een motorische ontregeling gekarakteriseerd
door een snelheidsafhankelijke toename van de
spierspanning met verhoogde peesreflexen, ten gevolge
, van overprikkelbaarheid van de rekreflex als een onderdeel van het upper motor neuron syndrome
(UMNS)
Lastig begrip:
▪ Hyperactieve stretch reflex (myotatische reflex)
▪ Abnormale stand van de ledenmaten
▪ Excessieve co-activatie antagonist
▪ Geassocieerde reacties
▪ Clonus (spinaal > corticaal)
▪ Stereotiep
- Abnormale synergiën
o De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en spieren
o Niet direct betrokken in een functionele taak
- Co-activatie
o Aanspannen van agonist en antagonist
o Wanneer hebben wij co-activatie?
Bij ouderen geeft op activatie in het begin van een beweging vertraging in de beweging
Secondaire musculoskeletale stoornissen
- Hypertonie:
o Verlies van kwaliteit van spierweefsel
o Verandering van spierweefsel
o Contracturen
- Parese:
o Verlies van sarcomeren
MTCRL2: BEPERKINGEN VAN SENSORE SYST EEM
Schade aan primaire sensore gebieden
- Geeft een doof gevoel, verminderde tast, visuele afwijkingen (blind) en gehoorproblemen
- Veroorzaken veranderd gevoel, paraesthesie bv tintelingen, lichtflitsen en ruissignalen in het oor
o Het gevoel staat niet in relatie tussen de respons en de prikkel
Tussen primair en associatie velden
- In de geassocieerde velden het ontstaan van agnosie (onvermogen tot herkenning)
- In de taal, de afasie en gestoorde emotie
- Met name in de rechter hemisfeer (pariëtaal) het ontstaan van een neglect
➔ Geen waarneming van linker zijde in zowel tactiel, gehoor als ook visueel
Somato-sensore cortex defecten (SSC)
- Afwijkingen in SSC hebben een gestoorde invloed op de uitvoering van motore programma’s in de motor
cortex
- Impact varieert van locatie tot uitgebreidheid (11-85%)
- Contra laterale gestoorde tast en propriocepsis, weinig in temp of pijn
Beperkingen in het sensorisch systeem
- Sensorische problemen
MTCRL1: BEPERKINGEN VAN MOTORISCHE CONTROL
Bronnen: hoofdstuk 5 boek motorcontrol en website hersenuitleg
Classificatie beperkingen
- Tekens versus symptomen, zie periode 1.4
- Ondersteuning herkenning medisch probleem
o Symptomen worden door de persoon beschreven
o Tekenen zijn objectiveerbare indicaties
o De combinatie kan suggestief zijn voor een diagnose
- Positieve vs negatieve tekens/ symptomen
o Ontstaan van abnormale (motorisch) gedrag
o Verlies normaal gedrag
o Negatief: desintegratie van neurale functies
o Positief: versterking of openbaar worden van lage niveaus door gebrek aan inhibitie
- Primaire vs secundaire effecten
Motor cortex defecten
- Motorische zwakte
o Onmogelijkheid om normale kracht te leveren
o Parese, paralyse, hemiparese, hemiplegie
o Distaal meer uitval dan proximaal
o High treshold motorunits:
Patiënt heeft moeite met deze aan te sturen. Moet in therapie zorgen dat je weerstandoefeningen
doet, deze voer je op een lage snelheid uit. Als je deze motorunits wil aanspreken moet je ze
voldoende belasten in een lage snelheid van uitvoering. Krachttraining voer je langzaam uit om die
motor units aan te spreken en die kracht weer te genereren om bepaalde activiteiten weer uit te
kunnen voeren
- Abnormale tonus (met name spasticiteit)
o Over het algemeen is bij een hersenbeschadiging de
normale tonus bij passief en actief bewegen niet meer
wordt aangetroffen in het aangedane gebied. Kan ooit wel
lijken op normaal maar is in feite niet, de tonus is hoger of
lager.
o Spasticiteit: is een motorische ontregeling gekarakteriseerd
door een snelheidsafhankelijke toename van de
spierspanning met verhoogde peesreflexen, ten gevolge
, van overprikkelbaarheid van de rekreflex als een onderdeel van het upper motor neuron syndrome
(UMNS)
Lastig begrip:
▪ Hyperactieve stretch reflex (myotatische reflex)
▪ Abnormale stand van de ledenmaten
▪ Excessieve co-activatie antagonist
▪ Geassocieerde reacties
▪ Clonus (spinaal > corticaal)
▪ Stereotiep
- Abnormale synergiën
o De productie van onnodige bewegingen in een gewricht en spieren
o Niet direct betrokken in een functionele taak
- Co-activatie
o Aanspannen van agonist en antagonist
o Wanneer hebben wij co-activatie?
Bij ouderen geeft op activatie in het begin van een beweging vertraging in de beweging
Secondaire musculoskeletale stoornissen
- Hypertonie:
o Verlies van kwaliteit van spierweefsel
o Verandering van spierweefsel
o Contracturen
- Parese:
o Verlies van sarcomeren
MTCRL2: BEPERKINGEN VAN SENSORE SYST EEM
Schade aan primaire sensore gebieden
- Geeft een doof gevoel, verminderde tast, visuele afwijkingen (blind) en gehoorproblemen
- Veroorzaken veranderd gevoel, paraesthesie bv tintelingen, lichtflitsen en ruissignalen in het oor
o Het gevoel staat niet in relatie tussen de respons en de prikkel
Tussen primair en associatie velden
- In de geassocieerde velden het ontstaan van agnosie (onvermogen tot herkenning)
- In de taal, de afasie en gestoorde emotie
- Met name in de rechter hemisfeer (pariëtaal) het ontstaan van een neglect
➔ Geen waarneming van linker zijde in zowel tactiel, gehoor als ook visueel
Somato-sensore cortex defecten (SSC)
- Afwijkingen in SSC hebben een gestoorde invloed op de uitvoering van motore programma’s in de motor
cortex
- Impact varieert van locatie tot uitgebreidheid (11-85%)
- Contra laterale gestoorde tast en propriocepsis, weinig in temp of pijn
Beperkingen in het sensorisch systeem
- Sensorische problemen
