ct ‘Juridische
25-4-2019
kaders in zorg
en welzijn’
(S20)
M
,Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................3
Leeswijzer...........................................................................................................................................3
1. Sociale zekerheid (casus 1).................................................................................................................4
1.1 Stel je bent werkzaam bij het UWV: onderzoek of Marieke in aanmerking komt voor een WW-
uitkering.............................................................................................................................................4
1.2 Stel dat Marieke een WW uitkering ontvangt: wat is dan mogelijk de eerste werkloosheidsdag
en waar is deze eerste werkloosheidsdag bepalend voor?................................................................6
2. Sociale zekerheid (casus 2).................................................................................................................7
2.1 Geef Richard advies. In je advies sta je stil bij het proces dat Richard te wachten staat en de
gegevens die van belang zijn voor het toekennen van een uitkering.................................................7
2.2 Richard is creatief en overweegt als zelfstandige een bedrijf te starten waarin hij met kunst en
creativiteit hulp kan bieden aan kinderen met een beperking. Welke consequenties kan het
functioneren als zelfstandige hebben op een toegekende WIA-uitkering?........................................8
3. Strafrecht (casus 3)...........................................................................................................................10
3.1 Jij bent de advocaat van Joop. Schrijf een pleidooi van maximaal 500 woorden ter verdediging
van Joop. Maak daarbij gebruik van zoveel mogelijk weren / argumenten. Tot welke uitkomst moet
deze zaak volgens jou leiden? Ga er hier van uit dat het ten laste gelegde feit wettig en
overtuigend bewezen wordt verklaard. Er hoeft dus geen bewijsverweer gevoerd te worden.......10
4. Jeugd en jeugdbescherming (casus 4)..............................................................................................11
4.1 Geef aan wat de procedure is totdat concrete jeugdhulp is aangeboden..................................11
4.2 Wie moet in de situatie van Mieke instemmen met het plan van aanpak en waarom?.............11
4.3 Wie moet er instemmen met het plan van aanpak als het gaat om minderjarige kinderen?.....12
4.4 Stel dat moeder het niet eens is met de beslissing van de medewerker en duidelijk een andere
beslissing wil. Welke informatie geef je haar?..................................................................................12
4.5 Stel dat de hulpverlening op gang is gekomen, maar onvoldoende aanslaat.............................12
4.5.1 Wat is belangrijk om aan te tonen voor de machtiging gedwongen hulpverlening?...........12
4.5.2 Wat zijn de mogelijkheden als moeder geen toestemming geeft voor gedwongen
hulpverlening?..............................................................................................................................13
5. Jeugd en jeugdbescherming (casus 5)..............................................................................................14
5.1 Beschrijf stapsgewijs wat jij in deze situatie zou doen. Ga daarbij, met onderbouwing, in op de
volgende vraag: Kunnen er beschermingsmaatregelen opgelegd kunnen worden? Zo ja, welke
beschermingsmaatregelen kunnen van toepassing zijn en voor wie? Zo nee, waarom niet?..........14
6. Privacy en beroepsgeheim (casus 6).................................................................................................16
6.1 Zou jij aan dit verzoek gehoor geven? Beredeneer waarom jij vindt dat je wel/niet informatie
aan de OvJ mag verstrekken over Erik. Vermeld daarbij welke stappen door jou in je afweging
doorlopen worden om tot een beslissing te komen.........................................................................16
6.2 Stel nu dat niet de OvJ jou vraagt om informatie over Erik, maar de arts in het Huis van
Bewaring die als deskundige gehoord zal worden in het strafproces. Mag je in dat geval wel de
1
, gevraagde informatie verstrekken? Beredeneer waarom je vindt van wel/niet. Ga er hier vanuit dat
Erik niet in staat is om toestemming te verlenen.............................................................................17
6.3 Ga op onderzoek uit in je eigen beroepsomgeving. De volgende vragen staan tijdens het
onderzoek centraal:..........................................................................................................................17
6.3.1 Wat heeft jouw organisatie gedaan om de overgang naar de nieuwe wetgeving rondom
privacy goed te laten verlopen (Algemene Verordening Gegevensbescherming)? Onderbouw jouw
analyse, bijvoorbeeld door mensen te interviewen die hierbij betrokken zijn of bij betrokken zijn
geweest............................................................................................................................................17
6.3.2 Wat zijn positieve punten van de manier waarop jouw organisatie omgaat met de AVG en
waar zie je nog uitdagingen?............................................................................................................18
6.3.3 Laat aan de hand van een praktijkvoorbeeld zien hoe je zelf met de nieuwe wetgeving
omgaat.............................................................................................................................................18
Bibliografie...........................................................................................................................................19
2