Begripsbepaling
De Latijnse naam voor een wervelbreuk is vertebrae ossis fracturae.
Epidemiologie
Er zijn per jaar ongeveer 2254 mensen in Nederland die een wervelbreuk oplopen en er mee
in het ziekenhuis komen.
Anatomie
De ruggengraat, ook wel wervelkolom genoemd, loopt aan in het midden van de rugzijde van
de basis van de schedel naar het bekken toe. Het wervelkolom heeft 24 aparte, op elkaar
gestapelde wervels met kraakbenige wervelschijven ertussen. De 24 aparte wervels zijn van
boven naar beneden 7 halswervels, 12 borstwervels en 5 lendenwervels. Daarnaast zit er
aan de onderkant nog een heiligbeen en staartbeen aan vast. De wervelkolom wordt verder
ondersteund door ligamenten (een band van bindweefsel) en spieren. Elke wervel bestaat uit
een wervellichaam en een wervelboog. Deze boog heeft een aantal uitsteeksels, waarvan de
doorn uitsteeksels te voelen zijn en midden op de rug te zien zijn. Achter het wervellichaam
zit een opening. Door alle wervels is dit een soort kanaal. In dit wervelkanaal bevindt zich het
ruggenmerg. Het ruggenmerg is korter dan de wervelkolom.
Tussen elke wervel treden links en rechts twee ruggenmergzenuwen uit. In totaal zijn dit er
62 en dus 31 paar. Bij een dwarsdoorsnede van het ruggenmerg zit er in het centrum een H-
vormig figuur en dit is grijze stof waaromheen witte stof zit. De twee naar voor gerichte
hoorns bevatten de cellichamen van de motorische zenuwcellen (motorische voorhoorns).
Het midden waar de motorische zenuwcellen samen bundelen wordt de motorische
voorwortel genoemd. De naar achter gerichte hoorns worden sensibele achter hoorns
genoemd. Hierin lopen de sensorische zenuwcellen. Middenin de grijze stof zit een centraal
kanaal. Dit is een smalle buis gevuld met hersenvocht dat in contact staat met de
hersenholten in de hersenen.