Zuren: protondonor
Kan H+ afstaan.
Ontstaat altijd H+ ionen als je een zuur in water doet.
Leren:
Stof Naam Sterk/zwak
HCl Waterstofchloride Sterk
HNO3 Salpeterzuur Sterk
H2SO4 Zwavelzuur Sterk
H3PO4 Fosforzuur Zwak
H2CO3 Koolzuur Zwak
CH3COOH Azijnzuur Zwak
Alle sterke zuren staan boven H3O+
Sterk zuur = ioniseert volledig bij het oplossen (schrijf je uit elkaar met aq)
Zwak zuur = ioniseert voor een deel bij het oplossen (schrijf je aan elkaar)
Zure oplossingen = zuur in water waar losse H+ ionen in zitten
Sterk zure oplossingen:
HCl (g): H+ (aq) + Cl- (aq) = zoutzuur
HNO3 (l): H+ (aq) + NO3- (aq) = salpeterzuur
H2SO4 (l): 2 H+ (aq) + SO42- (aq) = zwavelzuur oplossing
Zwak zure oplossingen:
Oplossing van een zwak zuur schrijf je ongesplitst op met aq erachter:
H2CO3 (aq) = koolzuur
H3PO4 (aq) = fosforzuur
Als beide oplossingen zwakke zuren bevat dan krijg je een evenwichtsreactie.