Samenvatting Wondverzorging 3

VA3-VT-h13 Wondverzorging 3

TIME model bij de gele en zwarte wond
T: Tisseu (weefsel) Bijvoorbeeld: is het levensvatbaar of necrotisch? (WCS model)
I: Infection (infectie) Bijvoorbeeld: kijken naar de bacteriële contaminatie of infectie.
M: Moisture (vocht) Bijvoorbeeld: kijken naar mate van vochtigheid en oedeem.
E: Edge (wondranden) Bijvoorbeeld: kijken of ze intact zijn en hoe de wondomgeving eruit ziet.

Gele wond: geïnfecteerd en vertoont een geel beslag door besmetting met micro-organismen
Zwarte wond: wond is necrotisch weefsel sterft af. Zwarte necrose verwijderen door necroseoplosser
of chirurgisch.

Oorzaken van gele of zwarte wond:
 Decubituswonden
 Lokale infectie
 Slechte algehele conditie van de patiënt
 Verontreiniging van de wond
 Ulcus crurus (open been)
 Diabetische voet

Observeren van de wond door middel van het:
 TIME model en WCS model
 Observeren van necrose (bij zwarte wond)
 Weefsel bekijken
 Grootte
 Diepte
 Zwelling
 Wondranden
 Conditie
 Mate van vochtigheid
 Tumor
 Rubor (roodheid)
 Calor (warmte)
 Dolor (pijn)
 Functio laesie (gestoorde werking)
 Exsudaat toename
 Oppervlakte verkleuring etc.

Verschillende gradaties decubitus
1. Lokale roodheid en/of cyanose, niet wegdrukbaar
Interventie: zinkoxide of afhankelijk van de
instelling: wisseligging
2. Blaarvorming
a. Blaardak intact
b. Blaardak niet intact
3. Oppervlakkige decubitus
a. Zonder necrose
b. Met necrose
4. Diepe necrose
a. Zonder necrose
b. Met necrose