1: Welke screening is een rode vlag?
A) Koorts
B) Negatieve overtuiging over de pijn
C) Depressie
2: In welke as en vlak beweeg je tijdens abductie van het art. humeri?
A) Longitudinale as en Transversaal vlak
B) Sagittale as en Frontaal vlak
C) Frontale as en Sagittaal vlak
3: Wanneer iemand niet in staat is om zijn/haar rechterheup te abduceren, ook niet als de
zwaartekracht uitgeschakeld is, maar er is wel een contractie waarneembaar. Dan is er sprake van:
A) MRC 0
B) MRC 1
C) MRC 2
4: Je hebt een passief onderzoek van het art. coxae gedaan. Om een uitspraak te kunnen doen over
jouw onderzoek, moet je bekend zijn met de normwaarden van de ROM van het art. coxae. De
normwaarden van abductie van het art. coxae zijn:
A) 40-45 graden
B) 45-60 graden
C) 50-65 graden
5. Welke as staat loodrecht op het frontale vlak?
A) De longitudinale as
B) De transversale as
C) De sagittale as
6. Je voet een passief onderzoek uit van het art. genus. Bij een ‘normaal’ ‘gezond’ persoon
verwacht je bij flexie een … eindgevoel.
A) hard
B) stug
C) zacht
7. In welk vlak vindt de flexie en extensie van het art. talocruralis plaats, uitgaande van de
anatomische basishouding?
A) Het transversale vlak
B) Het sagittale vlak
C) Het frontale vlak
, 8. Wat houdt de gele vlag in?
A) Sociaal economische risicofactoren
B) Beroepsmatige risicofactoren
C) Gedragsmatige of psychosociale risicofactoren
9. Welke van het onderstaande kraakbeen bevat het meeste water?
A) Fibrieus kraakbreen
B) Elastisch kraakbeen
C) Hyalien kraakbreen
Week 2:
1: Beweging ontstaat uit 3 interacties. Waar bestaat een beweging niet uit?
A) Taak
B) Omgeving
C) Coördinatie
2: Wat is de Latijnse benaming voor de knieschijf?
A) Patella
B) Patello
C) Pallatia
3. Wat kan een doel zijn van een ontspannende massage?
A) Doorbloeding verbeteren.
B) Spieren aanwakkeren.
C) Temperatuur meten.
4. Een patiënt heeft moeite met hardlopen van punt A naar punt B; onder welk gebied valt
‘hardlopen?
A) Functie/ anatomische eigenschap
B) Participatie
C) Activiteit
5. Wat is de Latijnse naam van het gewricht tussen het distale deel van de tibia en fibula, welke
ook een beschermde functie heeft?
A) Symphysis
B) Syndesmose
C) Synchondrosis
6. Over welk zenuwstelsel heb je zelf controle over?
A) Somatisch zenuwstelsel
B) Parasympatisch zenuwstelsel
C) Sympatisch zenuwstelsel