Scheikunde hoofdstuk 1
Paragraaf 1
Natuurlijke materialen: gereedschappen gemaakt van materialen die je in de omgeving
aantreft (been, hout, steen)
grondstoffen: stoffen die je nodig hebt om materialen te maken die je niet in de natuur kan
terugvinden
synthetische materialen: materialen die je niet in de natuur kunt vinden maar moet maken
zoals kunststof of plastic
Wat is een groot nadeel van het gebruik van plastic?
- het is meestal niet biologisch afbreekbaar waardoor het voor milieuvervuiling zorgt
2 aspecten van nieuw plastic:
1. Het moet biodegradeerbaar zijn het moet door bacteriën kunnen worden
afgebroken
2. Het zijn hernieuwbare grondstoffen het wordt gemaakt van grondstoffen die niet
opraken, maar steeds opnieuw worden aangemaakt
Hydrofoob: een materiaal dat geen water bindt of doorlaat
hydrofiel: een materiaal dat water absorbeert en doorlaat
composiet: een materiaal dat is samengesteld uit een mix van verschillende materialen
zoals gewapend beton / glas
legering: een mengsel van samengesmolten metalen
carbonvezels: het is net zo licht als gewoon plastic maar het materiaal is stijf en sterk
Paragraaf 2
Moleculen: de kleinste deeltjes waaruit een stof bestaat
zuivere stof: een stof dat uit 1 soort deeltje bestaat
mengsel: meerdere zuivere stoffen bij elkaar
heterogene mengsels: mengsels waarin je de verschillende stoffen onder een microscoop
kunt zien
homogene mengsels: mengsels waarin je de verschillende stoffen die erin voorkomen niet
kunt zien (gasmengsels)
suspensie: vloeistof waarin kleine brokjes van een vaste stof zweven (troebel)
bezinken: wanneer de vaste deeltjes langzaam naar de bodem zakken wanneer je het met
rust laat
emulsie: een ondoorzichtige, troebele vloeistof waarin druppels van een andere vloeistof
zweven
- na korte tijd drijft het olielaagje weer op het water, dan is de emulsie ontmengd
- door een emulgator toe te voegen voorkom je dat de fijn verdeelde vloeistofdruppels
aaneengroeien en dus ontmengen
Paragraaf 1
Natuurlijke materialen: gereedschappen gemaakt van materialen die je in de omgeving
aantreft (been, hout, steen)
grondstoffen: stoffen die je nodig hebt om materialen te maken die je niet in de natuur kan
terugvinden
synthetische materialen: materialen die je niet in de natuur kunt vinden maar moet maken
zoals kunststof of plastic
Wat is een groot nadeel van het gebruik van plastic?
- het is meestal niet biologisch afbreekbaar waardoor het voor milieuvervuiling zorgt
2 aspecten van nieuw plastic:
1. Het moet biodegradeerbaar zijn het moet door bacteriën kunnen worden
afgebroken
2. Het zijn hernieuwbare grondstoffen het wordt gemaakt van grondstoffen die niet
opraken, maar steeds opnieuw worden aangemaakt
Hydrofoob: een materiaal dat geen water bindt of doorlaat
hydrofiel: een materiaal dat water absorbeert en doorlaat
composiet: een materiaal dat is samengesteld uit een mix van verschillende materialen
zoals gewapend beton / glas
legering: een mengsel van samengesmolten metalen
carbonvezels: het is net zo licht als gewoon plastic maar het materiaal is stijf en sterk
Paragraaf 2
Moleculen: de kleinste deeltjes waaruit een stof bestaat
zuivere stof: een stof dat uit 1 soort deeltje bestaat
mengsel: meerdere zuivere stoffen bij elkaar
heterogene mengsels: mengsels waarin je de verschillende stoffen onder een microscoop
kunt zien
homogene mengsels: mengsels waarin je de verschillende stoffen die erin voorkomen niet
kunt zien (gasmengsels)
suspensie: vloeistof waarin kleine brokjes van een vaste stof zweven (troebel)
bezinken: wanneer de vaste deeltjes langzaam naar de bodem zakken wanneer je het met
rust laat
emulsie: een ondoorzichtige, troebele vloeistof waarin druppels van een andere vloeistof
zweven
- na korte tijd drijft het olielaagje weer op het water, dan is de emulsie ontmengd
- door een emulgator toe te voegen voorkom je dat de fijn verdeelde vloeistofdruppels
aaneengroeien en dus ontmengen