3. Beschrijven van afasie
3.3 Wat is afasie?
= ‘niet spreken’/’geen spraak’
= taalstoornis en geen spraakstoornis ten gevolge van een focaal hersenletsel nadat de taal verwerven is
Taalstoornis
- Is een centrale stoornis waarbij de vier modaliteiten (luisteren spreken, lezen en schrijven) in meer of
mindere mate aangetast
- Bij spraakstoornissen is enkel het spreken aangetast
- Woorden wel begrijpen maar geen zin kunnen maken
- Gesprek vormen
- Lange tekst lezen
→ kan verschillen van persoon tot persoon
Video afasie: omschrijven van een voorwerp
- De spraak is perfect
- Kiezen van juiste woorden is een probleem → fouten woorden komen enorm veel voor
= een verworven taalstoornis ten gevolgen van een hersenletsel
Betekenis van afasie
- Concrete voorbeelden aan de hand van het ICF
• Stoornis: moeite met leesinhoudelijk begrip
• Activiteiten (beperking): moeite met het begrijpen van een bijsluiter
• Participatie: zelfzorg niet meer kunnen organiseren
• Stoornis: moeite met woordvinding
• Activiteiten (beperking): moeite met vragen stellen in gesprek
• Participatie: minimale betrokkenheid bij sociale gebeurtenissen
3.4 Prevalentie en incidentie
Afasie door beroerte
- Incidentie CVA België (= aantal nieuwe gevallen in specifieke periode)
• 200 tot 230 per 100.000 inwoners per jaar, ofwel
• 19.000 gevallen per jaar, of 52 gevallen per dag
- In Nederland en België samen jaarlijks minimaal 20.000 mensen getroffen door afasie (1/567, 15 tot 38% na
een beroerte)
,3.5 Oorzaken
- Beroerte is de meest voorkomende oorzaak van afasie (85%)
= ongeval van bloedvaten in de hersenen
• Ischemische beroerte (80%)
➢ Of herseninfarct of attaque (hypoperfusie)
➢ Bloedtoevoer naar de hersenen afgesloten door een embool of trombus (bloedprop)
➢ Achterliggend hersenweefsel wordt hier door minder of niet meer doorbloed
• Hemorragische beroerte (20%)
➢ Of hersenbloeding (hyperperfusie)
➢ Bloed ontsnapt uit de bloedbaan door een scheuring in het bloedvat
➢ Zenuwcellen worden niet meer voorzien van voedingsstoffen en stroomt het bloed uit het
bloedvat in de hersenen
➢ De druk vergroot in omliggende gebieden → hersencellen sterven af
- Traumatisch hersenletsel
• Nederland: 50% uit verkeer (20;0-29;0)
• Ingedeeld door de aanwezigheid en de duur van het bewustzijnsverlies en amnesie
• Trauma capitis (traumatisch hoofdletsel)
➢ Geen bewustzijnsverlies of amnesie
• Craniocerebraal trauma (traumatisch hersenletsel)
➢ Wel bewustzijnsverlies of amnesie (= geheugenverlies)
➢ Soms langdurige coma
, - Hersentumor
Statistiek hersentumoren in België (2012)
• Jaarlijks ± 800 nieuwe ptn met hersentumor:
➢ Mannen: n = 453
➢ Vrouwen: n = 352
➢ Meest frequent: 45-80 jaar
• Ruimte-innemend proces (E-aanval = handtekening van een tumor = vallende ziekte)
• Neuroplasticiteit
• Wakkere operatie: al de items dat de persoon kan leren we aan voor de operatie, degene die niet
lukken halen we er uit. Tijdens de operatie wordt hij/zij wakker gemaakt en worden de taken opnieuw
aangeboden waarbij de hersenen openen liggen. De chirurg kan zo kijken in de hersenen.
- Infectie
• Hersenabces (soms gezien bij mensen met het HIV-virus, zijn gevoelig voor toxoplasmose)
→ tijdens uitval terug stimuleren!
• Herpes encefalitis (= hersenontsteking)
• Meningitis (= hersenvliesontsteking)
- Intoxicatie en vitaminedeficiëntie
• Orgaan/drugs, alcohol, medicatie
• Vitamine B12 tekort
- Neurodegeneratieve stoornis
• Ziekte van Alzheimer
• Primaire Progressieve Afasie (PPA)
3.6 Symptomen van afasie
Taalproductie (expressie) en taalbegrip
- Op klankniveau
- Op woordniveau
- Op zinsniveau
- Spontane taal
- Benoemen = vertel wat je ziet
- Naspreken = ‘zeg mij eens na’
- Luidop lezen
- Schrijven
- Luisteren
- Lezen (begrijpend)
, Afasiesymptomen op klank- en woordniveau
- Fonologische stoornis
• Herkennen van fonemen in gesproken taal
• Activeren van de correcte fonemen in de woordproductie
Bv. Was het paard of baard? Het is praad!
- Semantische stoornis
• Betekenissen van woorden worden fout begrepen of fout gebruikt
Bv. Is het een eekhoorn? Het is een koe!
- Grammaticale stoornissen
• Expressief: Ik paard, euh rijden… (moeilijkheden met werkwoorden te vervoegen, laten lidwoorden
vallen…)
• Receptief: De vrouw wordt door de man geschilderd? (moeilijkheden met zinsbegrip)
3.6.1 Stoornissen in de woordproductie: semantische en/of fonologische symptomen
- Voor elke 1000 gesproken woorden, maken we één of twee fouten.
- We genereren ongeveer 150 woorden/minuut, dit betekent dat een spreekfout ongeveer elke zeven
minuten in ononderbroken gesproken taal voorkomt
- Elke dag maken we ongeveer tussen de 7 en 22 versprekingen
3.6.1.1 Fonologische stoornissen
- Fonologische (fonematische) parafasie
• Fonologische paragrafieën (schrijffouten)
➢ Substituties: vervangt één of meer klanken van het doelwoord
➢ Deleties: laat één of meer klanken van het doelwoord weg
➢ Transpositie: verwisselt één of meer klanken van het doelwoord van plaats
➢ Additie: voegt één of meer klanken aan het doelwoord toe
➢ Belangrijk dat het doelwoord herkenbaar is!
o Benoem
o Lees luidop
o Speek na
➢ Voorbeelden
o Fatel: transpositie (verwisselt 1 of meer klanken van plaats)
o katel: substitutie (vervangt 1 of meer klanken)
o Afel: deletie/omissie (laat 1 of meer klanken weg)
o Tafsel: additie (voegt 1 of meer klanken toe)
o Kraspel: (fonologisch) neologisme (doelwoord is niet meer herkenbaar)
➢ Fonologisch zoekgedrag
➢ Conduite d’approche
Bv. fa, le, fa-tel, tafel
➢ Conduite d’écart
Bv. fe, fa telfa,… neen
→ kunnen toepassen
3.3 Wat is afasie?
= ‘niet spreken’/’geen spraak’
= taalstoornis en geen spraakstoornis ten gevolge van een focaal hersenletsel nadat de taal verwerven is
Taalstoornis
- Is een centrale stoornis waarbij de vier modaliteiten (luisteren spreken, lezen en schrijven) in meer of
mindere mate aangetast
- Bij spraakstoornissen is enkel het spreken aangetast
- Woorden wel begrijpen maar geen zin kunnen maken
- Gesprek vormen
- Lange tekst lezen
→ kan verschillen van persoon tot persoon
Video afasie: omschrijven van een voorwerp
- De spraak is perfect
- Kiezen van juiste woorden is een probleem → fouten woorden komen enorm veel voor
= een verworven taalstoornis ten gevolgen van een hersenletsel
Betekenis van afasie
- Concrete voorbeelden aan de hand van het ICF
• Stoornis: moeite met leesinhoudelijk begrip
• Activiteiten (beperking): moeite met het begrijpen van een bijsluiter
• Participatie: zelfzorg niet meer kunnen organiseren
• Stoornis: moeite met woordvinding
• Activiteiten (beperking): moeite met vragen stellen in gesprek
• Participatie: minimale betrokkenheid bij sociale gebeurtenissen
3.4 Prevalentie en incidentie
Afasie door beroerte
- Incidentie CVA België (= aantal nieuwe gevallen in specifieke periode)
• 200 tot 230 per 100.000 inwoners per jaar, ofwel
• 19.000 gevallen per jaar, of 52 gevallen per dag
- In Nederland en België samen jaarlijks minimaal 20.000 mensen getroffen door afasie (1/567, 15 tot 38% na
een beroerte)
,3.5 Oorzaken
- Beroerte is de meest voorkomende oorzaak van afasie (85%)
= ongeval van bloedvaten in de hersenen
• Ischemische beroerte (80%)
➢ Of herseninfarct of attaque (hypoperfusie)
➢ Bloedtoevoer naar de hersenen afgesloten door een embool of trombus (bloedprop)
➢ Achterliggend hersenweefsel wordt hier door minder of niet meer doorbloed
• Hemorragische beroerte (20%)
➢ Of hersenbloeding (hyperperfusie)
➢ Bloed ontsnapt uit de bloedbaan door een scheuring in het bloedvat
➢ Zenuwcellen worden niet meer voorzien van voedingsstoffen en stroomt het bloed uit het
bloedvat in de hersenen
➢ De druk vergroot in omliggende gebieden → hersencellen sterven af
- Traumatisch hersenletsel
• Nederland: 50% uit verkeer (20;0-29;0)
• Ingedeeld door de aanwezigheid en de duur van het bewustzijnsverlies en amnesie
• Trauma capitis (traumatisch hoofdletsel)
➢ Geen bewustzijnsverlies of amnesie
• Craniocerebraal trauma (traumatisch hersenletsel)
➢ Wel bewustzijnsverlies of amnesie (= geheugenverlies)
➢ Soms langdurige coma
, - Hersentumor
Statistiek hersentumoren in België (2012)
• Jaarlijks ± 800 nieuwe ptn met hersentumor:
➢ Mannen: n = 453
➢ Vrouwen: n = 352
➢ Meest frequent: 45-80 jaar
• Ruimte-innemend proces (E-aanval = handtekening van een tumor = vallende ziekte)
• Neuroplasticiteit
• Wakkere operatie: al de items dat de persoon kan leren we aan voor de operatie, degene die niet
lukken halen we er uit. Tijdens de operatie wordt hij/zij wakker gemaakt en worden de taken opnieuw
aangeboden waarbij de hersenen openen liggen. De chirurg kan zo kijken in de hersenen.
- Infectie
• Hersenabces (soms gezien bij mensen met het HIV-virus, zijn gevoelig voor toxoplasmose)
→ tijdens uitval terug stimuleren!
• Herpes encefalitis (= hersenontsteking)
• Meningitis (= hersenvliesontsteking)
- Intoxicatie en vitaminedeficiëntie
• Orgaan/drugs, alcohol, medicatie
• Vitamine B12 tekort
- Neurodegeneratieve stoornis
• Ziekte van Alzheimer
• Primaire Progressieve Afasie (PPA)
3.6 Symptomen van afasie
Taalproductie (expressie) en taalbegrip
- Op klankniveau
- Op woordniveau
- Op zinsniveau
- Spontane taal
- Benoemen = vertel wat je ziet
- Naspreken = ‘zeg mij eens na’
- Luidop lezen
- Schrijven
- Luisteren
- Lezen (begrijpend)
, Afasiesymptomen op klank- en woordniveau
- Fonologische stoornis
• Herkennen van fonemen in gesproken taal
• Activeren van de correcte fonemen in de woordproductie
Bv. Was het paard of baard? Het is praad!
- Semantische stoornis
• Betekenissen van woorden worden fout begrepen of fout gebruikt
Bv. Is het een eekhoorn? Het is een koe!
- Grammaticale stoornissen
• Expressief: Ik paard, euh rijden… (moeilijkheden met werkwoorden te vervoegen, laten lidwoorden
vallen…)
• Receptief: De vrouw wordt door de man geschilderd? (moeilijkheden met zinsbegrip)
3.6.1 Stoornissen in de woordproductie: semantische en/of fonologische symptomen
- Voor elke 1000 gesproken woorden, maken we één of twee fouten.
- We genereren ongeveer 150 woorden/minuut, dit betekent dat een spreekfout ongeveer elke zeven
minuten in ononderbroken gesproken taal voorkomt
- Elke dag maken we ongeveer tussen de 7 en 22 versprekingen
3.6.1.1 Fonologische stoornissen
- Fonologische (fonematische) parafasie
• Fonologische paragrafieën (schrijffouten)
➢ Substituties: vervangt één of meer klanken van het doelwoord
➢ Deleties: laat één of meer klanken van het doelwoord weg
➢ Transpositie: verwisselt één of meer klanken van het doelwoord van plaats
➢ Additie: voegt één of meer klanken aan het doelwoord toe
➢ Belangrijk dat het doelwoord herkenbaar is!
o Benoem
o Lees luidop
o Speek na
➢ Voorbeelden
o Fatel: transpositie (verwisselt 1 of meer klanken van plaats)
o katel: substitutie (vervangt 1 of meer klanken)
o Afel: deletie/omissie (laat 1 of meer klanken weg)
o Tafsel: additie (voegt 1 of meer klanken toe)
o Kraspel: (fonologisch) neologisme (doelwoord is niet meer herkenbaar)
➢ Fonologisch zoekgedrag
➢ Conduite d’approche
Bv. fa, le, fa-tel, tafel
➢ Conduite d’écart
Bv. fe, fa telfa,… neen
→ kunnen toepassen