3.1 Myologie
Spierweefsel
Spierweefsel bestaat uit spiercellen en kan aanspannen ( contraheren ).
Dwarsgestreept spierweefsel ( skeletspieren )
Hartspierweefsel ( Hart )
Glad spierweefsel ( wanden van holle organen )
Bindweefsel
Verbindt andere weefsels. Deze bestaan uit collagene en elastische vezels. Dit maakt weefsel sterk of
elastisch. Voorbeelden zijn ligamenten en pezen.
Spier en bouw
Een spierbuik is een stuk spier tussen de pezen / peesplaten. Spierweefsel is rood ( en mals ) en
bindweefsel is wit ( en taai ).
Spier Spierbundels Spiervezels Myofibril
Bouw spiervezel
Een spiervezel is 10 – 100 micrometer dik ( een haar ) en is wel meer als 15 cm lang. Dit bestaat
voornamelijk uit myofibrillen en die bestaat weer uit veel sacromeren in serie. Deze hebben veel
mitochondrien omdat spieren veel energie nodig hebben.
Sarcomeer
Een sacromeer is de kleinste eenheid van een spier die kan contraheren. De Z-lijn is een
‘’tussenmuurtje’’ die de sacromeer begrenst. Dit is opgebouwd uit twee soorten eiwitstrengen
( filamenten ). 1. Dunne filamenten ( vooral actine ) 2. Dikke filamenten ( vooral myosine ).
Doordat licht beter gaat door de delen waar alleen actine zit, ziet dat deel van de sacromeer er onder
de microscoop lichter uit. Deze afwisseling van lichte en donkere stukken zorgt voor de dwarse
streping. Daarom noemen we skeletspieren dwarsgestreepte spieren.
Isometrisch
Statisch: er vindt geen beweging plaats. De spier blijft van gelijke (iso) lengte (metron) tijdens
contractie. Voorbeeld=planken, schaatsen
Concentrisch
Dynamisch: er vindt beweging plaats. De spier verkort tijdens contractie. Voorbeeld= omhoog komen
squat
Excentrisch
Dynamisch: er vindt beweging plaats. De spier verlengt tijdens contractie. Dit gebruik je vooral bij
remmende bewegingen. Dit levert spierpijn op als je spieren niet aangepast zijn.
, Contractie
Spieren kunnen contraheren doordat sacromeren kunnen contraheren. Dikke en dunne filamenten
‘’glijden’’ over elkaar de Z-lijnen gaan naar elkaar toe en de sacromeer wordt korter. Hierom
spreken we van de glijdendefilamententheorie. De mate van overlap van de filamenten bepaald o.a.
de kracht die geleverd wordt. Als elke sacromeer een heel klein beetje verkort, kunnen spieren veel
verkorten.
Origo & insertie
Origo: oorsprong Insertie: aanhechting
3.2 Kracht
Kracht is externe weerstanden overwinnen, tegenwerken of vasthouden. Dit is niet los te zien van
coördinatie.
Maximale kracht
De maximale kracht os de kracht die je in een keer achter elkaar kunt uitvoeren = 1RM ( repetition
maximum ). Dit is een zeer grote kracht, maar een lage snelheid.
Explosieve kracht
Kracht die je een keer in korter tijd achter elkaar kunt uitvoeren. Dit is grote kracht met een grote
snelheid.
Snelkracht
Kracht die je meerder keren achter elkaar kunt uitvoeren. Dit is een kleine kracht maar een ( zeer )
grote snelheid.
Krachtuithoudingsvermogen
Kracht die je langere tijd achter elkaar kunt uitvoeren.
Spierkracht
Kracht die een spier op de buitenwereld kan leveren. Hiervoor zijn de volgende dingen bepalend:
- Dwarsdoorsnede
- Intramusculaire coördinatie
- Intermusculaire coördinatie
- Lengte van de spier
- Snelheid
Belang van kracht
Belang van krachtbehoud ( en dus krachttraining ). Nodig voor dagelijkse handelingen, belangrijk voor
algehele gezondheid, effect op botten en zelfredzaamheid.
Biomechanica
Dit is het krachtenspel op de mens onderzoeken. Krachten willen een voorwerp ( negatief )
versnellen. Spierkracht, zwaartekracht, reactiekracht en wrijving.
A
Spierweefsel
Spierweefsel bestaat uit spiercellen en kan aanspannen ( contraheren ).
Dwarsgestreept spierweefsel ( skeletspieren )
Hartspierweefsel ( Hart )
Glad spierweefsel ( wanden van holle organen )
Bindweefsel
Verbindt andere weefsels. Deze bestaan uit collagene en elastische vezels. Dit maakt weefsel sterk of
elastisch. Voorbeelden zijn ligamenten en pezen.
Spier en bouw
Een spierbuik is een stuk spier tussen de pezen / peesplaten. Spierweefsel is rood ( en mals ) en
bindweefsel is wit ( en taai ).
Spier Spierbundels Spiervezels Myofibril
Bouw spiervezel
Een spiervezel is 10 – 100 micrometer dik ( een haar ) en is wel meer als 15 cm lang. Dit bestaat
voornamelijk uit myofibrillen en die bestaat weer uit veel sacromeren in serie. Deze hebben veel
mitochondrien omdat spieren veel energie nodig hebben.
Sarcomeer
Een sacromeer is de kleinste eenheid van een spier die kan contraheren. De Z-lijn is een
‘’tussenmuurtje’’ die de sacromeer begrenst. Dit is opgebouwd uit twee soorten eiwitstrengen
( filamenten ). 1. Dunne filamenten ( vooral actine ) 2. Dikke filamenten ( vooral myosine ).
Doordat licht beter gaat door de delen waar alleen actine zit, ziet dat deel van de sacromeer er onder
de microscoop lichter uit. Deze afwisseling van lichte en donkere stukken zorgt voor de dwarse
streping. Daarom noemen we skeletspieren dwarsgestreepte spieren.
Isometrisch
Statisch: er vindt geen beweging plaats. De spier blijft van gelijke (iso) lengte (metron) tijdens
contractie. Voorbeeld=planken, schaatsen
Concentrisch
Dynamisch: er vindt beweging plaats. De spier verkort tijdens contractie. Voorbeeld= omhoog komen
squat
Excentrisch
Dynamisch: er vindt beweging plaats. De spier verlengt tijdens contractie. Dit gebruik je vooral bij
remmende bewegingen. Dit levert spierpijn op als je spieren niet aangepast zijn.
, Contractie
Spieren kunnen contraheren doordat sacromeren kunnen contraheren. Dikke en dunne filamenten
‘’glijden’’ over elkaar de Z-lijnen gaan naar elkaar toe en de sacromeer wordt korter. Hierom
spreken we van de glijdendefilamententheorie. De mate van overlap van de filamenten bepaald o.a.
de kracht die geleverd wordt. Als elke sacromeer een heel klein beetje verkort, kunnen spieren veel
verkorten.
Origo & insertie
Origo: oorsprong Insertie: aanhechting
3.2 Kracht
Kracht is externe weerstanden overwinnen, tegenwerken of vasthouden. Dit is niet los te zien van
coördinatie.
Maximale kracht
De maximale kracht os de kracht die je in een keer achter elkaar kunt uitvoeren = 1RM ( repetition
maximum ). Dit is een zeer grote kracht, maar een lage snelheid.
Explosieve kracht
Kracht die je een keer in korter tijd achter elkaar kunt uitvoeren. Dit is grote kracht met een grote
snelheid.
Snelkracht
Kracht die je meerder keren achter elkaar kunt uitvoeren. Dit is een kleine kracht maar een ( zeer )
grote snelheid.
Krachtuithoudingsvermogen
Kracht die je langere tijd achter elkaar kunt uitvoeren.
Spierkracht
Kracht die een spier op de buitenwereld kan leveren. Hiervoor zijn de volgende dingen bepalend:
- Dwarsdoorsnede
- Intramusculaire coördinatie
- Intermusculaire coördinatie
- Lengte van de spier
- Snelheid
Belang van kracht
Belang van krachtbehoud ( en dus krachttraining ). Nodig voor dagelijkse handelingen, belangrijk voor
algehele gezondheid, effect op botten en zelfredzaamheid.
Biomechanica
Dit is het krachtenspel op de mens onderzoeken. Krachten willen een voorwerp ( negatief )
versnellen. Spierkracht, zwaartekracht, reactiekracht en wrijving.
A