100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting didactiek 1.2

Rating
-
Sold
4
Pages
18
Uploaded on
09-05-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting van 18 pagina's voor het vak Didactiek 1.2 aan de Odisee

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
May 9, 2022
Number of pages
18
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

DIDACTIEK
DE LERAAR ALS DIDACTICUS: DIDACTISCHE PRINCIPES BIJ AANBOD EN DAGSCHEMA

INLEIDING

Didactische principes:
Grondbeginselen of algemene voorschriften in verband met didactisch handelen.

 Zeer algemene principes die men in acht moet nemen.
 Geen concrete, directe aanduidingen die verband houden met één of andere methode.

DIDACTSICHE PRINCIPES

BELANGSTELLINGSPRINCIPES

Aansluiten bij de beginsituatie van:
 De kleuters
 De klas
 De school
 De omgeving van de school

MOTIVATIE

Het leerproces versterkt + versnelt

Motiveren kan intrinsiek (= Omdat je het zelf graag wil) en extrinsiek (= Omdat er een beloning aan vasthangt)

RODE DRAAD

Zorgt voor extra motivatie bij de kleuters

Plaats (deel)doelen en activiteiten in een logische volgorde  Verbanden leggen  Kinderen kunnen
makkelijker een transfer maken

START- EN SLOTMOMENT VOOR BC EN DAG

Polsen naar de belangstelling en de voorkennis van de kleuters

Maak de kleuters warm voor wat zal komen die dag  Op het einde van de dag de kleuters nieuwsgierig
maken voor de volgende dag.

ACTIVITEITEN EN MATERIAALAANBOD

Trek de aandacht van de kleuters, wek hun interesse, motiveer hen om goed op te letten, vooraleer je nieuwe
materialen boven haalt of aan een speluitleg begint.

AANSCHOUWELIJKHEID

 Inzichtelijk leren vertrekt vanuit de concrete realiteit.
 Gebruik zoveel mogelijk concrete, levensechte materialen in de klas




Camille De Roeck 1 EBAKO B

,Als de kleuters voldoende zicht hebben op wat het onderwerp inhoudt  Overschakelen naar een meer
schematische voorstelling  Abstracte voorstellingen.




IMPRESSIE, EXPRESSIE EN INOEFENEN

“Elke interessante of ingrijpende ervaring drijft een mens naar handelingen waarin die ervaring tot uitdrukking
kan worden gebracht;”

Impressie:
Alles wat je heeft geraakt, wat je met grote betrokkenheid ondergaan hebt, wat jouw zintuigen tot het uiterste
heeft geprikkeld, …

Expressie:
De opgedane indrukken naar buiten brengen door ze ‘extern’ te ‘representeren’ door gebruik te maken van
hulpmiddelen, instrumenten, een medium.

Twee belangrijke ordeningsprincipes:
 Van impressie naar expressie
o Je neemt bijvoorbeeld eerst een konijn waar en nadien ga je een konijn knutselen.
 Van impressie naar inoefenen
o Je neemt eerst de soorten schoenen waar met hun respectievelijke sluitingen en nadien bied
je in een ontdekhoek allerlei sluitingen aan waarmee de kinderen kunnen oefenen.

 Kan door elkaar lopen

Impressie kan rechtstreeks gebeuren of onrechtstreeks. Rechtstreekse impressie wil zeggen dat het object
driedimensionaal aanwezig is in de klas. Bij onrechtstreekse impressie doen de kleuters indrukken op via
prenten, filmmateriaal, enz.

ACTIVITEITSPRINCIPE

Jonge kinderen hebben een grote activiteitsdrang  Situaties creëren waarin we hun spel en hun activiteit
stimuleren.

 Kleuters gaan zelf aan het werk
 Ze doen dat op een intensieve manier

Zelfwerkzaamheid is zoveel mogelijk ‘aan den lijve ondervinden’. Dat houdt onder meer de volgende zaken in:
 Binnen een gekozen BC kiezen voor die activiteiten die veel mogelijkheden bieden om actief om te
gaan met de werkelijkheid, bijvoorbeeld huisdieren verzorgen, de speeltuin ontdekken of
experimenteren met water.
 Bij de uitwerking van alle activiteiten op de eerste plaats nadenken over wat de kleuters binnen de
activiteit zouden kunnen doen (doe-werkwoorden zoeken).
 Regelmatig met de kleuters naar buiten gaan om rechtstreeks de natuur te exploreren.
 Een verscheidenheid aan materialen in de klas brengen en de kleuters regelmatig zelf mee laten
beslissen wat ze ermee zullen doen.



Camille De Roeck 1 EBAKO B

,  Kiezen voor materialen die aanzetten tot actief bezig zijn: echte, concrete materialen, eerder
driedimensionale dan tweedimensionale materialen.
 Speelwerkbladen zoveel mogelijk vertalen in leuke activiteiten met ‘echte’ materialen.
 Kleuters aanzetten en aanmoedigen om (eigen) redeneringen uit te proberen met materialen uit de
werkelijkheid.

STRUCTUUR: ZORGEN VOOR HERKENINNINGSPUNTEN

 Zorg voor minimum aan duidelijkheid
 Door goede afspraken te maken
 Door complexiteit van volle werkelijkheid reduceren tot iets beheersbaars
 Zo scheppen we ruimte voor vastzetten, integreren, verwerken van opgedane ervaringen

We kunnen een duidlelijke structuur onder meer aangeven door te zorgen voor herkenningspunten:
 Rituelen
 Stiltemomenten
 Keuzemomenten
 Herhaling

VARIATIE: ZORGEN VOOR AFWISSELING

 Variatie in leergebied
o Gelijkaardige activiteiten worden – in de mate van het mogelijke – best niet op dezelfde dag
gelegd. Zo proberen we te vermijden op eenzelfde dag een poppenspel, verhaal en versje te
plaatsen, omdat er zo een sterk talig aanbod is dat minder taalvaardige kleuters zal
overdonderen.
 Variatie in werkvorm
(klassikaal/SWP, luisteren/spreken, ondergaan/doen, samen/alleen, …)
 Variatie in inspanning en ontspanning

GELEIDELIJKHEID

 Van concreet naar abstract
 Van gemakkelijk naar moeilijk
 Van bekend naar nieuw (~transfer)
 Van globaal naar details … en omgekeerd!
DIFFRENTIATIEPRINCIPE

Bij goed kleuteronerwijs staat de voortdurende zorg centraal om aan te sluiten bij de individuele ontwikkeling
van de kleuters.

 Zorgen voor verschillende uiteenlopende activiteiten binnen 1 BC
 Aanbod op verschillende ontwikkelingsniveaus binnen 1 activiteit

FLEXEBILITEIT EN SOEPELHEID

 Aanbod aanpassen aan reacties kleuters
 Andere klemtonen leggen, activiteiten laten wegvallen, activiteiten vervangen, …
 !Flexibiliteit en differentiatie gaan vaak hand in hand!




Camille De Roeck 1 EBAKO B

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
camillederoeck Odisee Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
72
Member since
3 year
Number of followers
20
Documents
25
Last sold
2 months ago

3.5

6 reviews

5
2
4
1
3
2
2
0
1
1

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions