Week 1: Opzet, ontoerekeningsvatbaarheid, c.i.c psychische stoornissen & avas
Voorwaarden voor een strafbaar feit:
1. Een gedraging
2. die aan bestanddelen van toepasselijke en verbindende delictsomschrijving
beantwoordt,
3. wederrechtelijk (geen rechtvaardigingsgrond) = element
4. en aan schuld te wijten / verwijtbaar is (geen schulduitsluitingsgrond) = element
Vertaling naar strafprocessueel beslissingsmodel ex art. 350 Sv
1. Ten laste gelegde feit bewezen?
2. Bewezenverklaarde feit een strafbaar feit?
Hierkomen de eerste twee voorwaarden terug: een gedraging die aan de bestanddelen
van de delictsomschrijving beantwoordt
3. Is de dader strafbaar?
Hier komen de laatste twee voorwaarden terug: wederrechtelijk en aan schuld te wijten
4. Sanctie?
Voorbeelden opzetdelicten
Art. 287 Sr: ‘Hij die opzettelijk…’
Art. 416 lid 1 Sr: ‘Als schuldig aan opzetheling…’
Art. 326 Sr: ‘Met het oogmerk om…’
Art. 300 lid 1 Sr: Mishandeling = opzettelijk pijn of letsel toebrengen zonder
rechtvaardigingsgrond
Opzet: drie kernvragen
1. Schuldverband: waarop moet opzet gericht zijn?
Hoofdregel: opzet heeft betrekking op de bestanddelen die na het opzet worden
genoemd. De uitzondering hierop zijn de geobjectiveerde bestanddelen:
strafverzwarende omstandigheden zoals in art. 300 lid 1 jo. lid 2/3 Sr (opzet hoeft hier
dus niet gericht te zijn op zwaar letsel of de dood als gevolg), gemeengevaarlijke
delicten zoals in art. 157 sub 3 Sr en delictsomschrijvingen waarin staat ‘opzettelijk en
wederrechtelijk’ zoals in art. 350 Sr.
2. Betekenis van opzet?
Opzet is willen en weten (schuld is niet willen, wel weten of niet willen en niet weten
maar wel behoren te weten). We kennen opzet als bedoeling, als
noodzakelijkheidsbewustzijn, als waarschijnlijkheidsbewustzijn en voorwaardelijk opzet.
Voorwaardelijk opzet is bewust de aanmerkelijke kans aanvaarden dat ‘iets’ zich
voordoet (een bepaald gevolg of een andere omstandigheid).
, A. Aanmerkelijke kans
Dit is afhankelijk van de omstandigheden van het geval. De aard (zoals ernst)
van het gevolg bepaalt niet de aanmerkelijkheid! Het dient naar algemene
ervaringsregels aanmerkelijk te zijn. De HR formuleert het als een ‘reële, niet
onwaarschijnlijke mogelijkheid’.
B. Bewustheid van die aanmerkelijke kans
De verdachte dient wetenschap te hebben van de aanmerkelijke kans dat het
gevolg zal intreden.
C. Bewust aanvaarden van die kans
De verdachte dient de kans ten tijde van de gedraging bewust te hebben
aanvaard (op de koop toenemen). Van degene die weet heeft van de
aanmerkelijke kans op het gevolg, maar die naar het oordeel van de rechter
ervan is uitgegaan dat het gevolg niet zal intreden, kan wel worden gezegd dat
hij met onachtzaamheid heeft gehandeld maar niet dat zijn opzet in
voorwaardelijke vorm op dat gevolg gericht is geweest.
3. Hoe is opzet te bewijzen?
Hier kan de rechter hulpmiddelen bij gebruiken, zoals ervaringsregels en feiten van
algemene bekendheid.
De verhouding tussen opzet en verontschuldigbare dwaling (avas)
Art. 10 lid 1 Opiumwet: ‘Hij die in handelt in strijd met …’
Art. 10 lid 5 Opiumwet: ‘Hij die opzettelijk handelt in strijd met…’
A stopt hard drugs in koffer van B. B wordt ten laste gelegd: primair opzettelijk, subsidiair niet
opzettelijk aanwezig hebben van hard drugs.
Primair ten laste gelegde:
1. Opzettelijk aanwezig hebben bewezen?
Stel: rechter gelooft dat B niet wist van drugs (= dwaling) → opzet niet bewezen
→ vrijspraak primaire feit; of de dwaling verontschuldigbaar is, is niet relevant! (B voert
een avas verweer, maar rechter maakt er een bewijsverweer van).
Subsidiar ten laste gelegde:
Hier is de verontschuldigbaarheid van de dwaling wel revant: avas-verweer kan namelijk leiden
tot ontslag van alle rechtsvervolging (ovar), omdat de verwijtbaarheid/schuld ontbreekt.
Opzet = weten (van aanmerkelijke kans) en willen
Dwaling = niet weten
→ Dwaling (verontschuldigbaar of niet) t.a.v. bestanddeel waarop opzet gericht moet zijn →
opzet niet bewezen (1e materiële vraag: rechter behandelt evt. avas-verweer als opzetverweer)
→ Dwaling t.a.v. bestanddeel waarop opzet niet hoeft te zijn gericht (geobjectiveerd
bestanddeel), bijvoorbeeld leeftijd bij zedendelicten → indien verontschuldigbaar wel ovar (3e
materiële vraag)
N.B. Bij culpa geheel anders: culpa bestaat juist vaak uit niet-weten (onbewuste schuld); alleen
dan geen culpa indien dwaling verontschuldigbaar is.
, Opzet in verhouding tot ontoerekenbaarheid/ontoerekeningsvatbaarheid
1. Gebrekkige ontwikkeling/ziekelijke stoornis van geestvermogens?
Alleen psychische stoornissen, geen ‘normale effecten; zoals angst, kwaadheid etc.
2. Oorzakelijk verband tussen stoornis en begaan van feit?
3. Is dit verband reden waarom het feit ‘niet kan worden toegerekend’?
Voldoende sterk verband tussen stoornis en feit om niet toe te rekenen? Omstandigheid
die toerekening van feit aan dader toch redelijk maken, waardoor geen art. 39 Sr? Culpa
in causa
HR: ‘Een stoornis staat pas dan aan de bewezenverklaring van opzet in de weg indien bij de
verdachte ten tijde van zijn handelen ieder inzicht in de draagwijdte van zijn gedragingen en de
mogelijke gevolgen zou hebben ontbroken. Daarvan zal overigens slechts bij hoge uitzondering
sprake zijn.’
Culpa in causa: gevallen waarin de intoxicatie aan de eigen schuld van de dader is te wijten.
De geschiedenis maakt duidelijk dat men in die gevallen geen straffeloosheid wilde.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joannahaarsma. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.28. You're not tied to anything after your purchase.