100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting kaders

Rating
-
Sold
-
Pages
20
Uploaded on
25-04-2022
Written in
2021/2022

Samenvatting van de verplichte stof van het vak.

Institution
Course










Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
Yes
Uploaded on
April 25, 2022
Number of pages
20
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Manieren van ondernemen:
- persoonlijk ondernemen ( wanneer je als persoon zelf iets gaat ondernemen)
- maatschappelijk verantwoord ondernemen (als bedrijf ga je kijken hoe je zo
verantwoord mogelijk kan handelen naar de maatschappij)
- maatschappelijk betrokken ondernemen ( als bedrijf ga je een keer handelen
om zo iets goeds te doen voor de maatschappij. Wanneer een bank bijvoorbeeld
zijn werknemers vrijwilligerswerk laat lopen)
- sociaal ondernemen ( elk sociaal ondernemen )

Innoveren
Radicale vs incrementele innovatie. ( een totaal nieuwe innovatie of een
innovatie die aansluit op de radicale innovatie. Een telefoon innoveren of een app
innoveren voor op de telefoon.)
Open vs gesloten innovatie ( open innovatie staat open voor ideeën van anderen
buiten bijvoorbeeld je bedrijf. Gesloten innovatie wil alleen ideeën vanuit eigen
mensen en organisatie)

Soorten innovatie
Product, markt, proces, organisatie

Financieringsmogelijkheden
- subsidies ( subsidies van de gemeente vragen bijvoorbeeld)
- fondsen ( geld donaties van bedrijven)
- crowdfunding ( geld ophalen door grote groepen mensen)
- ruileconomie ( win win situatie. Je geeft iets, maar krijgt er iets voor terug)

Wie kunnen er een sociale onderneming starten
- natuurlijke personen (mensen) (zzp’er)

- rechtspersonen ( stichting of vereniging)
Beperken aansprakelijkheid, continuïteit, financiële motieven. Formele vereisten,
publicatieplicht.

Vereniging  kent leden en algemene leden vergadering, collectief bestuur,
persoonlijk lidmaatschap, behartigen belangen van de leden, winst voor
verenigingskas, informele vereniging hoeft niet naar de notaris en geen
publicatieplicht, maar bestuur wel aansprakelijk. Democratischer dus minder
efficiënt.
Stichting  geen leden, oprichting mogelijk door één persoon, bestuur enige
orgaan, geld in stichting moet daar aan worden besteed, meer autoritair dus
efficiënter.

Les 2:
Sociale regels: regels die je bijvoorbeeld thuis hebt afgesproken.
Beroepscode: hoe moet een sociaal werker handelen, afspraken in de
beroepsgroep van sociaal werkers. (afdwingbaar in eigen kring)
Juridische regels: regels die afdwingbaar zijn via de rechter. Deze regels zijn er
om vrede te stichten en conflicten te voorkomen/oplossen, chaos te voorkomen,
ordening, rechtvaardigheid, zwakkeren beschermen, rechtszekerheid en
handhaving.

,AVG  Algemene Verordening Gegevensbescherming

Trias politica  wetgevende macht, uitvoerende macht, rechtsprekende macht
Wetgevende macht: eerste en tweede kamer, maakt de regels
Uitvoerende macht: de regering, voert de regels uit
Rechtsprekende macht: rechter, test de regels

Vier rechtsbronnen:
- wet  wetten bevatten rechtsregels die zijn vastgesteld door de overheid.
- jurisprudentie  alle uitspraken van rechters in Nederland
- gewoonte  handeling die niet in de wet staat vastgelegd, maar toch als
bindend wordt beschouwd.
- verdragen  wetgeving vanuit bijvoorbeeld Brussel waar Nederland zich aan
moet houden.

Materiele wetgeving: regels die niet door de formele wetgeving zijn gemaakt.
Dus niet door de eerste en tweede kamer, maar door bijvoorbeeld door de
gemeente of provincie.

Rechtsgebieden:
- Publiekrecht: beschikking, sancties
Regels die gelden tussen de overheid en burger.
(staatsrecht hierin wordt de organisatie van de staat beschreven, bestuursrecht
 regels waaraan de overheid zich moet houden als deze het land bestuurt,
Strafrecht  zaak met een slachtoffer en verdachte, internationaal recht)
- Privaatrecht/burgerlijk recht: verbintenis
Regels die gelden tussen burgers onderling.
 Deze rechtsgebieden zijn bedoeld om de regels te ordenen.

Materieel recht: inhoud van de rechtsregels
Formeel recht: de handhaving van de regels van materieel recht en de wijze
van procederen. Gaat dus niet over de inhoud, maar over de procedure.

Rangorde rechters:
1. internationale rechters
2. Hoge raad
3. het gerechtshof
4. de rechtbank (meervoudige kamer)
5. de kantonrechter (enkelvoudige kamer)

Absolute competentie: welke rechter is bevoegd?
Standaard gaat alles naar de rechtbank.
Rechtbanken:
- met enkelvoudige en meervoudige kamers.
- de meeste zaken van burgerlijk recht, familie/jeugdrecht en strafrecht starten
bij de rechtbank.
- voor misdrijven
- hun uitspraak heeft een vonnis of beschikking.
Kantongerechten:
- maken deel uit van de rechtbanken.

, - zij oordelen (altijd enkelvoudige kamer) over strafzaken en burgerlijke zaken.
- onder de 25000 euro
- voor overtredingen
- uitspraak heeft ook weer een vonnis of beschikking.

Relatieve competentie: de rechter in welke plaats is bevoegd?
Burgerlijke zaken
- de rechter in de woon- of verblijfplaats van de gedaagde. Als er geen
verblijfplaats bekend is, is de rechter in Den Haag bevoegd.
Strafzaken
- de rechter binnen wiens rechtsgebied het strafbare feit is gepleegd.

Hoofdregel: 1 keer hoger beroep mogelijk en beroep in cassatie en eventueel op
internationale gerechten zoals het Europese Hof van de Rechten van de Mens.

Recht: verzamelnaam voor alle overheidsregels die in onze samenleving gelden.
Het ordent het menselijk gedrag door het stellen van regels. Bij conflicten komt
er een rechtvaardige oplossing.
Rechtsbron: plaatsen waar we het recht kunnen vinden: de wet, jurisprudentie,
gewoonte en internationaal verdrag.
Grondrechten: dit zijn de rechten die de burgers hebben ten opzichte van de
overheid. Klassieke grondrechten  de rechten van de burgers die de
overheid niet mag schenden, tenzij het mag volgens de wet.
Sociale grondrechten  de sociale grondrechten legt de overheid een
bepaalde taak op.
Grondwet: de belangrijkste recht van het staatsrecht.
Organieke wetten: wetten die in opdracht van de grondwet worden gemaakt.

Een staat heeft drie kenmerken: heeft een grondgebied, er zijn inwoners en er is
een regering die het gezag uitoefent.

Nederland is een democratie en een rechtstaat. Een democratie heeft drie
kenmerken: vrije verkiezingen, een parlementair stelsel en respect voor de
grondrechten. De meeste democratieën zijn een republiek of monarchie.
Nederland is een monarchie, want er is sprake van een koningschap via
erfopvolging. Omdat de positie van de koning in de grondwet is verankerd en
daardoor begrensd is, spreken we van een constitutionele monarchie. Nederland
is ook een rechtsstaat. Zowel de burgers als de overheid moet zich namelijk aan
de wet houden. Wanneer de overheid de wet overtreedt, kunnen we naar de
rechter stappen. De rechter is onafhankelijk van de overheid, zodat hij ook
neutraal blijft.

Vrije verkiezingen: burgers hebben de bevoegdheid, als zij kiesrecht hebben,
de vertegenwoordigers van de belangrijkste staatsorganen te kiezen.

Parlementair stelsel: de betrekking tussen regering en parlement. Om te
kunnen regeren moet de regering de steun van het parlement hebben 
vertrouwensbeginsel. Motie van wantrouwen  kamer heeft geen vertrouwen
meer in een bewindspersoon of in het kabinet. Dit betekent dat de betreffende
$10.27
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
StudenteSocialWork

Get to know the seller

Seller avatar
StudenteSocialWork Avans Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
3 year
Number of followers
2
Documents
6
Last sold
1 year ago
Student Social Work

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can immediately select a different document that better matches what you need.

Pay how you prefer, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card or EFT and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions