Inleiding:
In dit practicum zal onderzoek worden gedaan naar de vertering van zetmeel door
verschillende oplossingen. Zetmeel ook wel amylose genoemd, bevindt zich in groen weefsel
(parenchym) van bladeren en jonge stengels en in wortels, verdikte stengels en zaden.
Zetmeel wordt in het lichaam verteerd door koolhydraat verterende enzymen, deze
enzymen breken zetmeel af in kleinere producten. Zetmeel wordt doormiddel van het
enzym amylase afgebroken tot disacharide maltose en wordt uiteindelijk afgebroken tot
monosacharide glucose. Enzymen zijn eiwitten die functioneren als reactieversnellers
(katalysatoren). Dat zijn stoffen die een reactie binnen en buiten cellen kunnen versnellen
zonder zelf verbruikt te worden. Zonder enzymen kunnen in cellen van levende organismen
geen reacties plaatsvinden en dus geen stoffen omgezet worden.
In dit onderzoek gaan we te werk met verschillende oplossingen en stoffen. Ten eerste, zal
er pancreatine-oplossing gebruikt worden, deze oplossing bestaat uit de enzymen; amylase,
lipase en protease. Amylase is een koolhydraat verterend enzym, lipase is een vet veterend
enzym en protease is een eiwit verterend enzym.
Ten tweede, gaan we te werk met pepsine, dit is een eiwit veterend enzym.
Ten derde, gaan we te werk met speeksel, dit bestaat uit water, slijm, ionen en het enzym
amylase.
En ten vierde, zal er een jood-oplossing gebruikt worden, jood-oplossing kan als indicator
gebruikt worden om zetmeel aan te tonen. De jood-oplossing zal blauw-zwart kleuren als er
zetmeel aanwezig is.
En als laatste maken we gebruik van een zetmeelplaat, dit is een petrischaal met een
zetmeel-agarbodem.
Na dit practicum willen we de volgende onderzoeksvraag kunnen beantwoorden:
Breken pancreatine, speeksel, pepsine en water zetmeel af?
Hypothese:
Pancreatine en speeksel breken zetmeel af, pepsine en water doen dit niet.
Werkwijze:
Materiaal:
- 2% pancreatine-oplossing
- 2% pepsine-oplossing
- Speeksel
- Aquadest
- Petrischaal met zetmeel
- Verdunde jood-oplossing
- Prikker
- Enkele pipetjes
1
, 1. Creëer 4 gaatjes met de prikker.
2. Markeer met een stift op de onderkant van de zetmeelplaat de 4 gaatjes met
a/b/c/d.
3. Druppel in de 4 gaatjes in de zetmeelplaat; gaatje a pancreatine, gaatje b
speeksel, gaatje c pepsine, gaatje 4 water.
4. Wacht ongeveer 40 minuten.
5. Giet op de zetmeelplaat een verdunde jood-oplossing.
6. Giet de vervolgens de jood-oplossing van de Petrischaal af.
7. Schrijf de waarnemingen op.
2