Vraag 1
Hoor en wederhoor wordt beschouwd als een van de belangrijkste beginselen van het
burgerlijk procesrecht. In artikel 19 Rv is dat beginsel met zoveel woorden neergelegd.
a. Noem twee andere artikelen uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering waarin dit
beginsel uitdrukkelijk tot uiting komt.
Art. 85 Rv,
149 Rv
7:904 BW -> fundamenteel beginsel = hoor en wederhoor.
168 Rv -> verhoor van getuigen voor het leveren van tegenbewijs
b. Noem een artikel uit het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering waarin het beginsel
van hoor en wederhoor terzijde wordt gesteld en leg uit waarom een dergelijke terzijdestelling
gerechtvaardigd is.
Art. 700 Rv in het geval van beslagverlof. Achteraf kan tegen deze beslissing op worden gekomen op
grond van art. 705 Rv en in het geval beslaglegging speelt tijd ook een belangrijke rol, waardoor het
achterwege laten gerechtvaardigd kan zijn.
279 Rv als het verzoek wordt toegewezen dan hoeft het niet
Vraag 2
Bert, van Amerikaanse nationaliteit, woont in de winter in Colorado (Verenigde Staten) en in
de zomermaanden in de buurt van Bordeaux (Frankrijk). Hij is eigenaar van een prachtig
pand, gelegen op een prima locatie in het centrum van Amsterdam. Dit pand heeft hij in 2015
geërfd van zijn vader. Bert is van nature lui en wil op de meest eenvoudige wijze – het liefst
slapend – zijn geld verdienen. Hij besluit het Amsterdamse pand te veranderen in een airbnb,
om dit dan vervolgens voor hoge prijzen te verhuren. Voor de verhuur maakt Bert gebruik van
een standaardovereenkomst. Hierin wordt onder meer bepaald dat eventuele geschillen
omtrent de huur of het gehuurde moeten voorgelegd aan de rechter te Bordeaux (Frankrijk).
Overweging van Bert is hierbij geweest dat op dit manier gereis door hem wordt voorkomen.
Een huurder moet in geval van een geschil maar mooi naar hem toekomen, in plaats van
andersom. De animo voor het huren van het pand is groot; de zaken gaan geruime tijd goed.
Bert laat het onderhoud van het pand evenwel versloffen. Feesten en partijen die in het pand
worden gegeven ergeren niet alleen de omwonenden, maar zorgen eveneens voor schade aan
het interieur. Na enige tijd huurt de uit Duitsland afkomstige maar in Frankrijk verblijvende
Ernie het bewuste pand voor langere tijd gedurende een aantal opeenvolgende weekenden.
Ernie, die krachtens de advertentie een mooi en goed onderhouden pand is beloofd, treft, na
het sluiten van de overeenkomst, een verwaarloosd pand en dito interieur aan. Ernie eist van
Bert dat deze binnen acht dagen het interieur opknapt. In de tussentijd schort hij 50% van de
huurprijs op. Enige reactie van Bert blijft uit. Ernie overweegt Bert in rechte te betrekken.
a. Is de Nederlandse, de Duitse, de Amerikaanse en/of de Franse rechter bevoegd om deze
zaak te behandelen? Kortom: welke rechter(s) heeft (hebben) hier rechtsmacht?
Ernie heeft een actie uit de huurovereenkomst jegens Bert.
De eiser in de zaak, Ernie, woont in Frankrijk/Amerika en de verweerder ook in Frankrijk.
- Brussel I bis-verordening is van toepassing. Art. 1 het gaat om een verbintenis uit huur dus uit
burgerlijke en handelszaken en niet onder een uitzondering in art. 1 lid 2
- Hoofdregel de rechter is bevoegd van de woonplaats van de verdachte art. 4, dus de Franse
- Art. 7 lid 1 sub a Nederlandse rechter
- Maar exclusieve bevoegd is de Nederlandse rechter ongeacht de forumkeuze van art. 25 rV.
,Art. 24 Brussel 1 bis -> exclusieve bevoegdheid
Nederlandse rechter bevoegd + rechter bevoegd woonplaats gedaagde als de huurder een natuurlijke
persoon is en beide woonplaats in dezelfde lidstaat hebben.
Maar forumkeuzebeding art. 25 maar lid 4 van art. 25 dus toch niet.
Wanneer Ernie in Amerika woont zijn de artikelen 1 tot en met 14 van Rechtsvordering van toepassing op
grond van art. 1 Rv.
De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht in zaken betreffende verbintenissen uit overeenkomst, indien
de verbintenis in Nederland moet worden uitgevoerd ex art. 6 Rv. Echter, partijen hebben een andere
rechter aangewezen dus de Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht ex art 8 lid 2 Rv.
Ook hier is de Franse rechter bevoegd.
Stel dat, ongeacht uw antwoord onder a., dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. In de
procedure weet Ernie de kantonrechter ervan te overtuigen dat het pand inderdaad zodanig
vervallen is dat de opschorting van 50% van de huurprijs gerechtvaardigd is. De kantonrechter krijgt
evenwel tijdens het concipiëren van zijn – voor Ernie gunstige – uitspraak hierover twijfels en besluit
daarom doordeweeks, als Ernie er niet is, bij het pand langs te gaan. Pino, die doordeweeks in het pand
verblijft in plaats van Ernie, laat de nieuwsgierige rechter binnen. Na een goede blik op het interieur vindt
de rechter dat Ernie nogal vloeiend is in hyperbolische taal, en acht slechts een opschorting van 10 %
gerechtvaardigd. Dit is dan ook wat hij opschrijft in zijn vonnis.
b. In hoeverre vindt u het gedrag van de kantonrechter in overeenstemming met het
Nederlandse burgerlijk procesrecht?
De handelingen van de kantonrechter zijn niet in overeenstemming met het burgerlijk procesrecht. De
burgerlijke rechter kan niet zijn beslissing baseren op eigen waarnemingen geheel buiten de procedure
om, zonder dat partijen zich daarover hadden kunnen uitlaten, Schook/Vergeer. Dit is in strijd met het
beginsel van hoor en wederhoor ex art. 19 Rv.
, Week 2:
Vraag 1
Tijdens de hoorcolleges wordt van tijd tot tijd verwezen naar het procesdossier in de fictieve zaak
Houthuyzen/De Wit. Dat procesdossier vindt u op Nestor onder de knop ‘Documenten’.
In deze vraag concentreren wij ons op de dagvaarding in deze zaak. Uit de tekst op de eerste twee
pagina’s van de dagvaarding hebben wij een aantal zinsneden geknipt.
Geef bij iedere zin of zinsnede aan op grond van welke bepaling(en) uit het Wetboek van
Burgerlijke Rechtsvordering of andere wetgeving de desbetreffende zin of zinsnede in de
dagvaarding is opgenomen. U hoeft slechts de desbetreffende artikelnummers (zo nauwkeurig
mogelijk) te noteren.
Art 111 Rv: een dagvaarding is een exploot dus art. 45 Rv gelden en de specifieke voorwaarden van art.
111 gelden voor de dagvaarding.
a. Vandaag, 31 juli, tweeduizend achttien
Art. 45 lid 3 sub a Rv: datum van betekening jo art. 111 lid 2 Rv
b. Houthuyzen kiest voor deze zaak zijn woonplaats op het kantooradres van Kerstholt en
Scheidema advocaten aan de verlengde Hereweg nr. 19a te Groningen, alwaar de zaak
wordt behandeld door mr. A. Scheidema, die door Houthuyzen tot gemachtigde wordt
gesteld.
Woonplaats -> Art. 45 lid 3 sub b Rv: woonplaats eiser
Woonplaats ->Art. 111 lid 2 sub a Rv
Adres en naam gematigde -> Art. 111 lid 2 sub b Rv
(als het advocaatzaak betreft dan hoeft enkel de advocaat te worden genoemd art. 79 lid 2 Rv dat geldt
enkel in zaken waarbij je door een advocaat moet worden bijgestaan. Hier treedt de advocaat op als
gematigde en niet als advocaat. Dan hoeft enkel de advocaat te worden genoemd)
In kantonzaken kunnen partijen ofwel in persoon art. 79 lid 1 Rv of wel een gemachtigde kan optreden
zoals hier Scheidema is art. 80 lid 1 Rv. Er kan ook wel een schirftelijke volmacht gevraagd worden art. 80
lid 2Rv
c. Daartoe heb ik aan het hiervoor vermelde adres mijn exploot gedaan en aldus daar een
afschrift van deze dagvaarding gelaten aan:
Het gaat hier om de wijze van betekening en die vind je in 46 e.v.
Art. 46 Bevat drie mogelijkheden en als dit niet kan dan ga je naar art. 47 die nog twee mogelijkheden
bevat
Art. 47 Rv is niet goed er wordt niet gesproken over een gesloten envelop
Art. 46 Rv had je moeten noemen in geval van natuurlijk persoon maar hier een rechtspersoon dus art.
50 Rv.
d. De Wit wordt hierbij gedagvaard om op dinsdag veertien augustus tweeduizend achttien
(14-08-2018) om 10.00 uur ’s ochtends in persoon of bij gemachtigde te verschijnen ter
civiele terechtzitting van de kantonrechter van de Rechtbank Noord-Nederland, locatie
groningen, aan het adres Guyotplein 1 te Groningen.
Art. 111 lid 2 sub e -> kantonrechter van rechtbank noord nederland, adres zittingsplaats
Art. 111 lid 2 sub f -> de roldatum waartegen wordt gedagvaard
Art. 111 lid 2 sub g -> de wijze waarop gedaagde in geding moet verschinen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marloesmarloes. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.60. You're not tied to anything after your purchase.