Stem
diagnosti
ek
examen-
, vragen
fase 1
Meerkeuze vragen
1. In de lerarenopleiding kleuteronderwijs krijgen de studenten een HC over de werking vd
stem, de symptomen die kunnen wijzen op een stemprobleem en enkele tips over hoe ze
zorg kunnen dragen voor hun stem. Dit is een vorm van
a. Selectieve, primaire preventie
b. Geïndiceerde, secundaire preventie
c. Geïndiceerde, primaire preventie
d. Selectieve, secundaire preventie
2. Welk symptoom zou je niet als sensorisch waarneembaar classificeren?
a. Keelpijn
b. Kuchen
c. Globusgevoel
d. Branderig gevoel in de keel
3. Wat verwacht je niet bij een stemplooiparalyse
a. Laag fonatiequotiënt
b. Hoge AVQI
c. Hoge B-score op de GRBAS
d. Lage VHI-score
4. Slecht één van de onderstaande uitspraken is juist. Welke?
a. De amplitude vd stemplooitrilling correspondeert met onze perceptie van de
kwaliteit.
b. De habituele spreektoonhoogte zal altijd iets hoger zijn dan de optimale
spreektoonhoogte.
diagnosti
ek
examen-
, vragen
fase 1
Meerkeuze vragen
1. In de lerarenopleiding kleuteronderwijs krijgen de studenten een HC over de werking vd
stem, de symptomen die kunnen wijzen op een stemprobleem en enkele tips over hoe ze
zorg kunnen dragen voor hun stem. Dit is een vorm van
a. Selectieve, primaire preventie
b. Geïndiceerde, secundaire preventie
c. Geïndiceerde, primaire preventie
d. Selectieve, secundaire preventie
2. Welk symptoom zou je niet als sensorisch waarneembaar classificeren?
a. Keelpijn
b. Kuchen
c. Globusgevoel
d. Branderig gevoel in de keel
3. Wat verwacht je niet bij een stemplooiparalyse
a. Laag fonatiequotiënt
b. Hoge AVQI
c. Hoge B-score op de GRBAS
d. Lage VHI-score
4. Slecht één van de onderstaande uitspraken is juist. Welke?
a. De amplitude vd stemplooitrilling correspondeert met onze perceptie van de
kwaliteit.
b. De habituele spreektoonhoogte zal altijd iets hoger zijn dan de optimale
spreektoonhoogte.