- De preoperatieve fase (indien van toepassing); activiteiten voorafgaande aan een
openhartoperatie
- De klinische fase (fase I): activiteiten tijdens de ziekenhuisopname
- De revalidatiefase (fase II): activiteiten op poliklinische basis (na klinische opname) of, in
geval van complexe hartrevalidatie, activiteiten tijdens de klinische opname in een
revalidatiecentrum;
- De postrevalidatie- of nazorgfase (fase III): activiteiten na de hartrevalidatie.
Risicofactoren
Prognostische factoren
- De mate/ernst van de hartziekte
- De resterende linkerventrikelfunctie
- Comorbiditeit (zoals artrose of chronisch obstructief longlijden (chronic obstructive
pulmonary disease, COPD)
- Perifeer vaatlijden
- Obesitas,
- Kanker,
- Diabetes mellitus,
- Een cerebrovasculair accident (CVA)),
- Psychische factoren (depressie en angst)
- Gebrek aan sociale steun.
, Preoperatieve fase bij openhart operatie
De fysiotherapeut screent het risico op het ontwikkelen van postoperatieve pulmonale complicatie
(PPC) bij een totaal score van ≤ 1 is het een laag risico. Bij een totaal score van > 1 is het risico hoog.
De preoperatieve fase start bij voorkeur 4 weken preoperatief en wordt afgesloten op de dag
voordat de patiënt de openhartoperatie ondergaat.
De behandeling bestaat uit:
- Inspiratory mucle training (IMT) met gebruikmaking van een threshold device
o Weerstand: 30% van Pimax, wekelijks opgebouwd met 5% bij een borgscore (1-10) <5
o Frequentie: 7 dagen per week
o Duur: 20 minuten per sessie, gedurende minimaal 2 weken, indien mogelijk 4 weken
preoperatief
- Ademhalingsoefeningen
- Airway clearance technieken
De fysiotherapeut evalueert de behandeling op de volgende resultaten:
- Een toename van de PImax (en inspiratoire volhoudtijd) gemeten met de Pi max meter
- Er zijn geen pulmonale problemen vast te stellen (de patiënt kan functioneel sputum
ophoesten)