Samenvatting powerpoints EBP
Klinische intuïtie- onbewuste associatieve denkwijze om een patiënt zijn situatie te
beoordelen.
Klinische analyse- doelgerichte op denkgerichte gebaseerde denkwijze
Klinische vraag bevat altijd de pico. Patiënt, intervention, comparison, outcome.
Outcome moet neutraal geformuleerd zijn.
Achtergrondvragen:
• Algemene vragen; niet specifiek voor een bepaalde patiënt.
• Algemene aspecten van de ziekte of de therapie.
• Hoe, wat, wie, wanneer en waarom.
• Voor de aanpak van een klinisch probleem heb je achtergrond kennis nodig.
Voorgrondvragen:
• Naarmate een arts/verpleegkundige meer ervaring heeft stelt hij/zij meer
voorgrondvragen.
• Gedetailleerde vragen
• Grotere impact op de zorg: expliciete afweging in therapie/behandeling.
• 5 stappen EBP
RCT-> randomized controlled trial.
Begint met klinische onzekerheid en een onderzoeksvraag
Geschikt voor het onderzoeken van therapeutische interventies.
1. Interventie en controlegroep waarbij het enige verschil de interventie is, zodat je
beter kan vergelijken. -> Iedereen moet evenveel kans hebben om in een bepaalde
onderzoeksgroep terecht te komen
2. Bekende en onbekende beïnvloedende factoren gelijk verdelen
3. Inadequate randomisatie geeft selectiebias
4. Selectiebias geeft een overschatting van het daadwerkelijke bewijs.
Randomisatie
Typen randomisatie
1. Simpel: Een patient is geschikt voor de studie, wordt gerandomiseerd. Nadeel is dat
de studiearmen niet gelijk oplopen in de tijd.
2. Gestratificeerde randomisatie: prognostische factoren gelijk verdelen over
studiearmen
3. Blok randomisatie:
Blokrandomisatie- voordelen is evenveel verdelen. Is wel voorspelbaar bij hele kleine
blokken
Cluster randomisatie- dan worden grotere groepen gerandomiseerd. Zoals
ziekenhuisafdelingen.
- Betrouwbaar is via een computerprogramma of
Random sequence generation of random number tables
- Via ondoorzichtige enveloppen
- Onbetrouwbaar: volgorde binnenkomst, achternaam, dagen week.
Manipulatie.
, - Stratified randomisation- vooraf subgroepen van onderzoeksdeelnemers.
Voordeel: risico ongelijke factoren verdeling wordt kleiner. Nadeel:
ongelijke verdeling studiearme.
Definitie:
Op willekeurige (door toeval bepaalde) wijze indelen van onderzoeksdeelnemers in een
experimentele groep en een controlegroep.
– Uitgangspunt is dat iedere onderzoeksdeelnemer evenveel kans heeft in een
bepaalde onderzoeksgroep terecht te komen
– Inadequate randomisatie: risico op selectie-bias
Belangrijk -> 2 groepen die met elkaar vergelijkbaar zijn, enige verschil dan de interventie.
Uitkomst dan alleen aan interventie toe te schrijven.
Allocation concealment: Uitgangspunt is dat iedere persoon evenveel kans heeft in een
bepaalde onderzoeksgroep terecht te komen. Toewijzing van onderzoeksdeelnemers aan
één van de onderzoeksgroepen (dit moet dus onvoorspelbaar zijn). De toewijzing is niet
beïnvloedbaar.
Allocation -> toewijzing van de onderzoeksdeelnemers aan een van de onderzoeksgroepen
Concealment: geheim, manier waarop dit gebeurt moet verborgen blijven voor de persoon
die de toewijzing doet.
Blindering
Maatregel om ervoor te zorgen dat personen die bij het onderzoek betrokken zijn, niet
weten welke onderzoeksdeelnemers in de controlegroep ingedeeld zijn en welke
onderzoeksdeelnemers in de interventiegroep ingedeeld zijn.
- Onderzoek deelnemers
- Behandel/ zorgverleners/ personeel
- Outcome- assessor (beoordelaar van de effecten)
Sprake van blindering als de patiënt en de professionals geblindeerd worden.
1 groep geblindeerd: single blind
2 groepen geblindeerd: double blind
3 betrokken geblindeerd: triple blind
Bias
Soort bias Uitleg
Ascertainmaint Resultaten of conclusie vertekend zijn door de kennis over welke interventie elke deelnemer
bias krijgt. Ontbreken blindering of doorbreken blindering.
Performance bias Resultaten of conclusie vertekent doordat 1 of meer onderzoek deelnemers of behandelaars
anders handelen doordat zij weten wie er in de interventiegroep zitten en wie niet.
Behandelaar weet welke patiënt welke interventie krijgt. Kan de patiënt extra aandacht geven
etc.
Detectie bias Outcome assessor ervan op de hoogte of die bij de interventie of controlegroep zit. Ander gaan
meten bij interventiegroep dan bij de controlegroep. Kan gaan meten op verschillende
manieren
Attrition bias Bij aanzienlijke lost to follow up en het niet uitvoeren van een intention to treat analyse is er
een verhoogd risico op attrition bias
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentVPKS. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.05. You're not tied to anything after your purchase.