Week 4:............................................................................................................................................... 2
Subleerdoelen..................................................................................................................................... 2
Kwaliteitsregister heeft betrekking op:................................................................................................. 3
communicatie:..................................................................................................................................... 3
Interpersoonlijke stijlen:....................................................................................................................... 3
4 gedragsstijlen................................................................................................................................... 6
Gedrag aanpassen:............................................................................................................................. 8
4 stappen casusbespreking................................................................................................................ 9
Rollen tijdens casusbespreking........................................................................................................... 9
(medische) Ethiek............................................................................................................................. 10
Stappenplan ethische dilemma’s analyseren....................................................................................11
Week 5:............................................................................................................................................ 12
Thermolyse....................................................................................................................................... 13
Geschiedenis.................................................................................................................................... 13
High frequency phenomenon............................................................................................................ 14
Slow thermolysis............................................................................................................................... 14
Thermo ~ 13,56 MhZ......................................................................................................................... 14
Flash ~ 13,56 MhZ............................................................................................................................ 14
MicroFlash ~ 13,56 MhZ................................................................................................................... 14
MultiPlex ~ 13,56 MhZ of 27,12 MhZ................................................................................................ 15
LILA................................................................................................................................................... 15
Laser en Intense Pulsed Light (IPL).................................................................................................. 16
Laser................................................................................................................................................. 16
IPL..................................................................................................................................................... 16
Licht weefselreactie........................................................................................................................... 17
.......................................................................................................................................................... 17
Werkingsmechanisme....................................................................................................................... 17
Chromoforen:.................................................................................................................................... 18
Doel klinisch redeneren:.................................................................................................................... 20
Toepasbaarheid LILA........................................................................................................................ 20
Week 6:............................................................................................................................................. 22
Subleerdoelen................................................................................................................................... 22
Zelfstudievragen................................................................................................................................ 22
1
,Week 4:
Subleerdoelen
De student kan:
de 5 basisprincipes van interpersoonlijke stijlen uitleggen
uitleggen wat sociale dominantie en sociale openheid is
de verschillende interpersoonlijke stijlen en hun kenmerken benoemen
uitleggen hoe intercollegiaal overleg bijdraagt aan kwaliteit
de 4-stappen van casusbespreking noemen en toelichten
de rollen die de deelnemers innemen tijdens casusbespreking noemen en toelichten
omschrijven wat ethiek is
uitleggen waarom ethiek belangrijk is voor de huidtherapeut
de basisprincipes van de medische ethiek uitleggen
uitleggen wat wordt bedoeld met ‘human enhancement’ of ‘mensverbetering’
enkele morele overwegingen t.a.v. ‘human enhancement’ benoemen.
(ethische) dilemma’s van de huidtherapeut identificeren en benoemen
Zelfstudievragen
1. Wat is ethiek?
2. Waarom is ethiek belangrijk voor een huidtherapeut?
3. Wat is een dilemma?
4. Welke vragen kun je stellen om een dilemma op te helderen?
5. Beschrijf een ethisch dilemma van een huidtherapeut en leg uit waarom dit een dilemma is.
6. Wat betekent enhancement?
7. Welke morele overwegingen gaan gepaard met enhancement?
8. Welke gevolgen kan enhancement hebben?
2
, Kwaliteitsregister heeft betrekking op:
• Individuele Professionele Ontwikkeling (A): de geregistreerde geeft zijn professionele
ontwikkeling planmatig vorm om een hoog niveau van vakbekwaamheid te behouden.
• Werkervaring (B): de geregistreerde heeft voldaan aan de minimale eis van het aantal uren
werkervaring.
• Deskundigheidsbevordering (C): de geregistreerde heeft voldaan aan de minimale eis voor
het bijhouden van kennis en nieuwe ontwikkelingen. Deskundigheidsbevordering C is
onderverdeeld in het volgen van bij- en nascholingen (C1) en overige
deskundigheidsbevorderende activiteiten (C2).
• https://www.pe-online.org/public/index.aspx?pid=91
communicatie:
• Non verbale communicatie (lichaamstaal) (DANS) 55%
• Verbale (of paralinguale) communicatie (stemgebruik) (MUZIEK) 38%
• Woorden 7%
Interpersoonlijke stijlen:
Definitie interpersoonlijk stijlen interpersoonlijke stijlen is een model om methodisch,
systematisch en objectief – aan de hand van waarneembaar gedrag – de sociale behoeften van
anderen te kunnen herkennen, met als doel actief en constructief op die behoeften in te kunnen
spelen.
- Bij de observatie is het gedrag in te delen in gedragsstijlen. Een gedragsstijl wordt gevormd
door een groep van individuen die een vergelijkbaar gedragspatroon laten zien. Mensen met
dezelfde gedragsstijl hebben globaal dezelfde prioriteiten en motivaties in hun relatie en
interactie met andere mensen. sociale behoeften/ sociale prioriteiten (vormen de kern van
interpersoonlijke stijlen).
- Gedrag is voorspelbaar
- Interpersoonlijke stijlen = een objectieve en systematische beschrijving van iemands
waarneembare gedrag, dat kan helpen om beter in te spelen op de prioriteiten van iemand in
sociale interacties met andere mensen.
5 basisprincipes van interpersoonlijke stijlen:
1) ‘Interpersoonlijke Stijlen’ betreft waarneembaar gedrag;
2) Gedragspatronen zijn meest onbewust aangeleerd, en min of meer permanent;
3) Gedrag = verbale boodschappen + non-verbale boodschappen;
4) Een goed gedragsoordeel is gebaseerd op meervoudige, objectieve waarnemingen van
gedragspatronen;
5) Gedrag = ‘Sociale Dominantie’ x ‘Sociale Openheid’
Basisprincipe 1: ‘Interpersoonlijke Stijlen’ betreft waarneembaar gedrag
Onderbewustzijn Bewustzijn Gedrag
Interpersoonlijke stijlen behandeld alleen de buitenste ring; gedrag, ons voor andere waarneembaar
gedrag. De twee diepere lagen zijn voor anderen niet waarneembaar. Zij vormen de kern van
persoonlijkheid.
3
Subleerdoelen..................................................................................................................................... 2
Kwaliteitsregister heeft betrekking op:................................................................................................. 3
communicatie:..................................................................................................................................... 3
Interpersoonlijke stijlen:....................................................................................................................... 3
4 gedragsstijlen................................................................................................................................... 6
Gedrag aanpassen:............................................................................................................................. 8
4 stappen casusbespreking................................................................................................................ 9
Rollen tijdens casusbespreking........................................................................................................... 9
(medische) Ethiek............................................................................................................................. 10
Stappenplan ethische dilemma’s analyseren....................................................................................11
Week 5:............................................................................................................................................ 12
Thermolyse....................................................................................................................................... 13
Geschiedenis.................................................................................................................................... 13
High frequency phenomenon............................................................................................................ 14
Slow thermolysis............................................................................................................................... 14
Thermo ~ 13,56 MhZ......................................................................................................................... 14
Flash ~ 13,56 MhZ............................................................................................................................ 14
MicroFlash ~ 13,56 MhZ................................................................................................................... 14
MultiPlex ~ 13,56 MhZ of 27,12 MhZ................................................................................................ 15
LILA................................................................................................................................................... 15
Laser en Intense Pulsed Light (IPL).................................................................................................. 16
Laser................................................................................................................................................. 16
IPL..................................................................................................................................................... 16
Licht weefselreactie........................................................................................................................... 17
.......................................................................................................................................................... 17
Werkingsmechanisme....................................................................................................................... 17
Chromoforen:.................................................................................................................................... 18
Doel klinisch redeneren:.................................................................................................................... 20
Toepasbaarheid LILA........................................................................................................................ 20
Week 6:............................................................................................................................................. 22
Subleerdoelen................................................................................................................................... 22
Zelfstudievragen................................................................................................................................ 22
1
,Week 4:
Subleerdoelen
De student kan:
de 5 basisprincipes van interpersoonlijke stijlen uitleggen
uitleggen wat sociale dominantie en sociale openheid is
de verschillende interpersoonlijke stijlen en hun kenmerken benoemen
uitleggen hoe intercollegiaal overleg bijdraagt aan kwaliteit
de 4-stappen van casusbespreking noemen en toelichten
de rollen die de deelnemers innemen tijdens casusbespreking noemen en toelichten
omschrijven wat ethiek is
uitleggen waarom ethiek belangrijk is voor de huidtherapeut
de basisprincipes van de medische ethiek uitleggen
uitleggen wat wordt bedoeld met ‘human enhancement’ of ‘mensverbetering’
enkele morele overwegingen t.a.v. ‘human enhancement’ benoemen.
(ethische) dilemma’s van de huidtherapeut identificeren en benoemen
Zelfstudievragen
1. Wat is ethiek?
2. Waarom is ethiek belangrijk voor een huidtherapeut?
3. Wat is een dilemma?
4. Welke vragen kun je stellen om een dilemma op te helderen?
5. Beschrijf een ethisch dilemma van een huidtherapeut en leg uit waarom dit een dilemma is.
6. Wat betekent enhancement?
7. Welke morele overwegingen gaan gepaard met enhancement?
8. Welke gevolgen kan enhancement hebben?
2
, Kwaliteitsregister heeft betrekking op:
• Individuele Professionele Ontwikkeling (A): de geregistreerde geeft zijn professionele
ontwikkeling planmatig vorm om een hoog niveau van vakbekwaamheid te behouden.
• Werkervaring (B): de geregistreerde heeft voldaan aan de minimale eis van het aantal uren
werkervaring.
• Deskundigheidsbevordering (C): de geregistreerde heeft voldaan aan de minimale eis voor
het bijhouden van kennis en nieuwe ontwikkelingen. Deskundigheidsbevordering C is
onderverdeeld in het volgen van bij- en nascholingen (C1) en overige
deskundigheidsbevorderende activiteiten (C2).
• https://www.pe-online.org/public/index.aspx?pid=91
communicatie:
• Non verbale communicatie (lichaamstaal) (DANS) 55%
• Verbale (of paralinguale) communicatie (stemgebruik) (MUZIEK) 38%
• Woorden 7%
Interpersoonlijke stijlen:
Definitie interpersoonlijk stijlen interpersoonlijke stijlen is een model om methodisch,
systematisch en objectief – aan de hand van waarneembaar gedrag – de sociale behoeften van
anderen te kunnen herkennen, met als doel actief en constructief op die behoeften in te kunnen
spelen.
- Bij de observatie is het gedrag in te delen in gedragsstijlen. Een gedragsstijl wordt gevormd
door een groep van individuen die een vergelijkbaar gedragspatroon laten zien. Mensen met
dezelfde gedragsstijl hebben globaal dezelfde prioriteiten en motivaties in hun relatie en
interactie met andere mensen. sociale behoeften/ sociale prioriteiten (vormen de kern van
interpersoonlijke stijlen).
- Gedrag is voorspelbaar
- Interpersoonlijke stijlen = een objectieve en systematische beschrijving van iemands
waarneembare gedrag, dat kan helpen om beter in te spelen op de prioriteiten van iemand in
sociale interacties met andere mensen.
5 basisprincipes van interpersoonlijke stijlen:
1) ‘Interpersoonlijke Stijlen’ betreft waarneembaar gedrag;
2) Gedragspatronen zijn meest onbewust aangeleerd, en min of meer permanent;
3) Gedrag = verbale boodschappen + non-verbale boodschappen;
4) Een goed gedragsoordeel is gebaseerd op meervoudige, objectieve waarnemingen van
gedragspatronen;
5) Gedrag = ‘Sociale Dominantie’ x ‘Sociale Openheid’
Basisprincipe 1: ‘Interpersoonlijke Stijlen’ betreft waarneembaar gedrag
Onderbewustzijn Bewustzijn Gedrag
Interpersoonlijke stijlen behandeld alleen de buitenste ring; gedrag, ons voor andere waarneembaar
gedrag. De twee diepere lagen zijn voor anderen niet waarneembaar. Zij vormen de kern van
persoonlijkheid.
3