Taal – week 1
Doelen van een adviesnotitie:
- Client informeren over de situatie
- Adviseren wat hij/ zij het beste kan doen
Onderdelen adviesnotitie:
- Inleiding
Introductie van de vraag die beoordeeld moet worden.
Aanleiding, rechtsvraag, schrijfdoel en adviesvraag, een leeswijzer met daarin eventueel de
kernboodschap en toepasselijke deelvragen.
- Feitenrelaas
Het toetsingskader, ofwel de wettelijke grondslag voor beoordeling.
Uitsluitend feiten die nodig zijn om recht/ en adviesvraag te beantwoorden.
- Juridisch kader
Introductie van de feiten die de rechter gaat beoordelen (o.g.v. toetsingskader).
Een helder en toegankelijk geschreven, gestructureerd overzicht van toepasselijke wet- en
regelgeving, tekst en commentaar en/ of jurisprudentie.
- Beoordeling
Beoordeling van de rechter of de aangevoerde dringende reden (de genoemde feiten) het ontslag op
staande voet rechtvaardigt.
Toetsing van de feiten aan het juridisch kader.
- Conclusie
Conclusie van de rechter ten aanzien van de rechtsvraag.
Het antwoord op de rechtsvraag die de basis is van het juridisch kader
- Advies
Het concrete advies dat je in het slot aan de lezer uitbrengt
Casusanalyse:
Voorafgaan aan het schrijven: voorvragen beantwoorden
- Waarom en voor wie schrijf ik?
- Welke vraag moet ik beantwoorden?
- Welk probleem moet ik oplossen?
- Welke tekstsoorten gebruik ik?
Het schrijfproces kent drie fases:
1. Voorbereiden: Analyse; aanleiding, doel, informeren, overtuigen, activeren, doelgroep, opdracht,
probleem
2. Schrijven
3. Redigeren
Week 2
Grove Structuur:
De inleiding is bedoeld om de lezer bij de hand te nemen
- Aanleiding
- Doelstelling
- Kernvraag
- Leeswijzer
, De kern bevat de informatie die nodig is om de kernvraag te beantwoorden
- Vraag
- Eerst leid je deelonderwerpen af uit de vraag
- Feitelijke informatie geef je weet in een feitenrelaas, chronologisch
- Het juridische deel zet je in een juridische kader, van algemeen naar specifiek
- Vervolgens breng je het feitelijke en juridische gedeelte samen
- Rond ieder deel in de kern af met een deelconclusie
Het slot bestaat uit een onderbouwd antwoord op de kernvraag
- Onderbouwen = deelconclusies met elkaar verbinden
- Zorg ervoor dat de afsluiting past bij het tekstdoel
Juridisch kader: Introductie van de feiten die de rechter gaat beoordelen.
SAMENGEVAT OPBOUW JURIDISCH KADER IN DE ADVIESNOTITIE:
Vertrek punt: De rechtsvraag
- Bepaal welke rechtsregel hoofdzakelijk nodig is voor het antwoord daarop
- Van daaruit kun je het juridisch kader verder opbouwen
Stap 1: Analyseer de regelgeving in voorwaarden en rechtsgevolg
- Hoe verwerk je andere rechtsregels, Tekst&Commentaar en/ of jurisprudentie? Die bronnen kunnen
een nadere uitwerking zijn van de hoofdregel(s). Bied je lezer dus houvast door bij elkaar te plaatsen
wat bij elkaar hoort.
Stap2: Parafraseer de regelgeving zo duidelijk en beknopt mogelijk
- Lees eerst goed wat er staat
- Kort formuleren waar mogelijk is (Dat geldt voor rechtsregels, Tekst&Commentaar en jurisprudentie)
- Plaats die parafrase bij die juiste rechtsregels, voorwaarden en uitzonderingen
Stap3: Stem je woordkeus af op de doelgroep
- Formuleer op een voor de doelgroep begrijpelijke manier
- Leg juridische begrippen uit en geef zo nodig toepasselijke voorbeelden
- Vervang onbekende op weinig gebruikte begrippen door gebruikelijke termen
Bij het weergeven van regelgeving zet je de volgende stappen
Stap4: Structureer de gegeven informatie logisch en overzichtelijk;
- Leid het juridisch kader in met behulp van een verbindingszin
- Werk van algemeen naar bijzonder: hoofdregels dan uitzonderingen
× Parafraseer de inhoud van Tekst & Commentaar en jurisprudentie
× Plaats de parafrase bij de juiste rechtsregels, voorwaarden en uitzonderingen
Bij het bepalen van de rechtsregel, ga uit van de rechtsvraag.
Aandachtspunten bij het structureren van het kader:
- De rechtsvraag is het vertrekpunt voor de structuur van je kader
- bepaal welke rechtsregel hoofdzakelijk nodig is voor het antwoord daarop
- van daaruit kun je het juridisch kader verder opbouwen
- Hoe verwerk je andere rechtsregels, Tekst & Commentaar en / of jurisprudentie?
- die bronnen kunnen een nadere uitwerking zijn van de hoofdregel(s)
- bied je lezer dus houvast door bij elkaar te plaatsen wat bij elkaar hoort
- Pas als de structuur deugt, ga je waar mogelijk parafraseren
Doelen van een adviesnotitie:
- Client informeren over de situatie
- Adviseren wat hij/ zij het beste kan doen
Onderdelen adviesnotitie:
- Inleiding
Introductie van de vraag die beoordeeld moet worden.
Aanleiding, rechtsvraag, schrijfdoel en adviesvraag, een leeswijzer met daarin eventueel de
kernboodschap en toepasselijke deelvragen.
- Feitenrelaas
Het toetsingskader, ofwel de wettelijke grondslag voor beoordeling.
Uitsluitend feiten die nodig zijn om recht/ en adviesvraag te beantwoorden.
- Juridisch kader
Introductie van de feiten die de rechter gaat beoordelen (o.g.v. toetsingskader).
Een helder en toegankelijk geschreven, gestructureerd overzicht van toepasselijke wet- en
regelgeving, tekst en commentaar en/ of jurisprudentie.
- Beoordeling
Beoordeling van de rechter of de aangevoerde dringende reden (de genoemde feiten) het ontslag op
staande voet rechtvaardigt.
Toetsing van de feiten aan het juridisch kader.
- Conclusie
Conclusie van de rechter ten aanzien van de rechtsvraag.
Het antwoord op de rechtsvraag die de basis is van het juridisch kader
- Advies
Het concrete advies dat je in het slot aan de lezer uitbrengt
Casusanalyse:
Voorafgaan aan het schrijven: voorvragen beantwoorden
- Waarom en voor wie schrijf ik?
- Welke vraag moet ik beantwoorden?
- Welk probleem moet ik oplossen?
- Welke tekstsoorten gebruik ik?
Het schrijfproces kent drie fases:
1. Voorbereiden: Analyse; aanleiding, doel, informeren, overtuigen, activeren, doelgroep, opdracht,
probleem
2. Schrijven
3. Redigeren
Week 2
Grove Structuur:
De inleiding is bedoeld om de lezer bij de hand te nemen
- Aanleiding
- Doelstelling
- Kernvraag
- Leeswijzer
, De kern bevat de informatie die nodig is om de kernvraag te beantwoorden
- Vraag
- Eerst leid je deelonderwerpen af uit de vraag
- Feitelijke informatie geef je weet in een feitenrelaas, chronologisch
- Het juridische deel zet je in een juridische kader, van algemeen naar specifiek
- Vervolgens breng je het feitelijke en juridische gedeelte samen
- Rond ieder deel in de kern af met een deelconclusie
Het slot bestaat uit een onderbouwd antwoord op de kernvraag
- Onderbouwen = deelconclusies met elkaar verbinden
- Zorg ervoor dat de afsluiting past bij het tekstdoel
Juridisch kader: Introductie van de feiten die de rechter gaat beoordelen.
SAMENGEVAT OPBOUW JURIDISCH KADER IN DE ADVIESNOTITIE:
Vertrek punt: De rechtsvraag
- Bepaal welke rechtsregel hoofdzakelijk nodig is voor het antwoord daarop
- Van daaruit kun je het juridisch kader verder opbouwen
Stap 1: Analyseer de regelgeving in voorwaarden en rechtsgevolg
- Hoe verwerk je andere rechtsregels, Tekst&Commentaar en/ of jurisprudentie? Die bronnen kunnen
een nadere uitwerking zijn van de hoofdregel(s). Bied je lezer dus houvast door bij elkaar te plaatsen
wat bij elkaar hoort.
Stap2: Parafraseer de regelgeving zo duidelijk en beknopt mogelijk
- Lees eerst goed wat er staat
- Kort formuleren waar mogelijk is (Dat geldt voor rechtsregels, Tekst&Commentaar en jurisprudentie)
- Plaats die parafrase bij die juiste rechtsregels, voorwaarden en uitzonderingen
Stap3: Stem je woordkeus af op de doelgroep
- Formuleer op een voor de doelgroep begrijpelijke manier
- Leg juridische begrippen uit en geef zo nodig toepasselijke voorbeelden
- Vervang onbekende op weinig gebruikte begrippen door gebruikelijke termen
Bij het weergeven van regelgeving zet je de volgende stappen
Stap4: Structureer de gegeven informatie logisch en overzichtelijk;
- Leid het juridisch kader in met behulp van een verbindingszin
- Werk van algemeen naar bijzonder: hoofdregels dan uitzonderingen
× Parafraseer de inhoud van Tekst & Commentaar en jurisprudentie
× Plaats de parafrase bij de juiste rechtsregels, voorwaarden en uitzonderingen
Bij het bepalen van de rechtsregel, ga uit van de rechtsvraag.
Aandachtspunten bij het structureren van het kader:
- De rechtsvraag is het vertrekpunt voor de structuur van je kader
- bepaal welke rechtsregel hoofdzakelijk nodig is voor het antwoord daarop
- van daaruit kun je het juridisch kader verder opbouwen
- Hoe verwerk je andere rechtsregels, Tekst & Commentaar en / of jurisprudentie?
- die bronnen kunnen een nadere uitwerking zijn van de hoofdregel(s)
- bied je lezer dus houvast door bij elkaar te plaatsen wat bij elkaar hoort
- Pas als de structuur deugt, ga je waar mogelijk parafraseren