Privaatrecht samenvatting
WC 1 Het rechtsfeitenschema en de rechtshandeling
Leerdoelen WC1 & WC2:
Elk willekeurig feit op de juiste plaats in het rechtsfeitenschema onderbrengen.
Onderscheid maken tussen de overeenkomst en onrechtmatige daad.
Benoemen of rechtshandelingen eenzijdig of meerzijdig zijn.
Benoemen of overeenkomsten eenzijdig of wederkerig zijn.
Aangeven van wilsontbreken is en dit combineren met gerechtvaardigd vertrouwen.
Aangeven van wilsgebreken zijn en hoe in dat geval de overeenkomst te vernietigen
is.
Aangeven wat handelingsonbekwaam is en hoe in dat geval de overeenkomst te
vernietigen is.
Aangeven wat het verschil is tussen nietigheid en vernietigbaarheid.
De factoren benoemen die de inhoud van de overeenkomst bepalen.
PRAKTISCH VERBINTENISSENRECHT
HFST 1 RECHTSFEITEN
1.1 Kernbegrippen
Plaats verbintenissenrecht
Privaatrecht (-> personen- en familierecht)
-> vermogensrecht -> verbintenissenrecht
(-> goederenrecht)
Verbintenissenrecht
De rechtsrelatie (verbintenis) tussen personen onderling staat centraal
Goederenrecht
De rechtsrelatie (rechtsverhouding) tussen een persoon en een goed staat centraal
Personen
Natuurlijk persoon
Een mens van vlees en bloed.
Rechtspersoon
Een bedrijf met rechtspersoonlijkheid. (mag besluiten nemen, kan schulden
hebben, overeenkomsten sluiten.) (Hogeschool, stichting, vereniging, bedrijf)
Bijna gelijk aan natuurlijk persoon in rechten en plichten.
Verbintenis
Een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht (schuldenaar) is om
een prestatie (iets doen of geven) te leveren, terwijl de andere partij hier recht (schuldeiser)
op heeft.
,rechtsfeiten
Feiten (gebeurtenissen) worden onderverdeeld:
Gewone feiten -> geen rechtsgevolg
Rechtsfeiten -> rechtsgevolg volgens geldende recht
Rechtsfeiten worden opgesplitst:
Blote rechtsfeiten -> geen handeling, toch rechtsgevolg. (geboorte, dood,
meerderjarig worden)
Rechtens relevante handelingen -> (menselijke handeling) handeling die een
rechtsgevolg heeft.
1.2 Rechtens relevante handelingen
Rechtens relevante handelingen worden opgesplitst in feitelijke handelingen en
rechtshandelingen.
Feitelijke handelingen
Handelingen zonder beoogd rechtsgevolg. (niet opzettelijk een rechtsgevolg tot stand
brengen) (onrechtmatige daad)
Rechtshandeling
Handeling met een beoogd rechtsgevolg (vaak overeenkomst)
Art.3:33 Awb
Twee voorwaarden rechtshandeling:
Oogmerk -> Er is een op een rechtsgevolg gerichte wil.
Wilsuiting -> Die wil heeft zich door een verklaring openbaard.
Onderscheid rechtshandelingen
Eenzijdige rechtshandelingen
Het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door een persoon, zonder dat de medewerking
van een andere persoon nodig is. (Testament)
Meerzijdige rechtshandeling
Om een rechtsgevolg tot stand te brengen, is het noodzakelijk dat twee personen dat willen.
(Schenking, huurovereenkomst)
Onderscheid eenzijdige rechtshandelingen
Persoonsgerichte rechtshandelingen
Verricht door de ene partij een gericht tot een specifieke andere partij. (niet bij een
willekeurig persoon)
Niet-persoonsgerichte rechtshandeling
(Ongerichte rechtshandeling) handeling van de ene partij gericht naar een andere partij, niet
een specifiek persoon. (Ambtenaar die geboorteakte verwerkt)
, 1.3 Meerzijdige rechtshandelingen
Meerzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in overeenkomsten en
andere meerzijdige rechtshandelingen.
Overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen met elkaar een verbintenis
aangaan. (Huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst, ect.)
Art.6:213 lid 1 BW
Andere meerzijdige rechtshandelingen
Geen overeenkomst. (Vaststellen van de notulen tijdens een vergadering)
Onderscheid overeenkomsten
Verbintenisscheppende overeenkomst
(obligatoire overeenkomst) Er ontstaan een of meer verbintenissen tussen partijen, deze
scheppen verplichtingen.
Andere overeenkomsten
Verplichtingen vloeien vanzelf voort uit de overeenkomst. (Aangaan van huwelijk)
Onderscheid verbintenisscheppende overeenkomsten
Eenzijdige overeenkomsten
Schept slechts voor een van beide partijen een verplichting. (Schenkingsovereenkomst)
Meerzijdige overeenkomsten
(Wederkerige overeenkomst) Partijen hebben over een weer verplichtingen naar de andere
partij.
Art.6:261 lid 1 BW
WC 1 Het rechtsfeitenschema en de rechtshandeling
Leerdoelen WC1 & WC2:
Elk willekeurig feit op de juiste plaats in het rechtsfeitenschema onderbrengen.
Onderscheid maken tussen de overeenkomst en onrechtmatige daad.
Benoemen of rechtshandelingen eenzijdig of meerzijdig zijn.
Benoemen of overeenkomsten eenzijdig of wederkerig zijn.
Aangeven van wilsontbreken is en dit combineren met gerechtvaardigd vertrouwen.
Aangeven van wilsgebreken zijn en hoe in dat geval de overeenkomst te vernietigen
is.
Aangeven wat handelingsonbekwaam is en hoe in dat geval de overeenkomst te
vernietigen is.
Aangeven wat het verschil is tussen nietigheid en vernietigbaarheid.
De factoren benoemen die de inhoud van de overeenkomst bepalen.
PRAKTISCH VERBINTENISSENRECHT
HFST 1 RECHTSFEITEN
1.1 Kernbegrippen
Plaats verbintenissenrecht
Privaatrecht (-> personen- en familierecht)
-> vermogensrecht -> verbintenissenrecht
(-> goederenrecht)
Verbintenissenrecht
De rechtsrelatie (verbintenis) tussen personen onderling staat centraal
Goederenrecht
De rechtsrelatie (rechtsverhouding) tussen een persoon en een goed staat centraal
Personen
Natuurlijk persoon
Een mens van vlees en bloed.
Rechtspersoon
Een bedrijf met rechtspersoonlijkheid. (mag besluiten nemen, kan schulden
hebben, overeenkomsten sluiten.) (Hogeschool, stichting, vereniging, bedrijf)
Bijna gelijk aan natuurlijk persoon in rechten en plichten.
Verbintenis
Een rechtsrelatie tussen twee personen, waarbij de ene partij verplicht (schuldenaar) is om
een prestatie (iets doen of geven) te leveren, terwijl de andere partij hier recht (schuldeiser)
op heeft.
,rechtsfeiten
Feiten (gebeurtenissen) worden onderverdeeld:
Gewone feiten -> geen rechtsgevolg
Rechtsfeiten -> rechtsgevolg volgens geldende recht
Rechtsfeiten worden opgesplitst:
Blote rechtsfeiten -> geen handeling, toch rechtsgevolg. (geboorte, dood,
meerderjarig worden)
Rechtens relevante handelingen -> (menselijke handeling) handeling die een
rechtsgevolg heeft.
1.2 Rechtens relevante handelingen
Rechtens relevante handelingen worden opgesplitst in feitelijke handelingen en
rechtshandelingen.
Feitelijke handelingen
Handelingen zonder beoogd rechtsgevolg. (niet opzettelijk een rechtsgevolg tot stand
brengen) (onrechtmatige daad)
Rechtshandeling
Handeling met een beoogd rechtsgevolg (vaak overeenkomst)
Art.3:33 Awb
Twee voorwaarden rechtshandeling:
Oogmerk -> Er is een op een rechtsgevolg gerichte wil.
Wilsuiting -> Die wil heeft zich door een verklaring openbaard.
Onderscheid rechtshandelingen
Eenzijdige rechtshandelingen
Het rechtsgevolg wordt tot stand gebracht door een persoon, zonder dat de medewerking
van een andere persoon nodig is. (Testament)
Meerzijdige rechtshandeling
Om een rechtsgevolg tot stand te brengen, is het noodzakelijk dat twee personen dat willen.
(Schenking, huurovereenkomst)
Onderscheid eenzijdige rechtshandelingen
Persoonsgerichte rechtshandelingen
Verricht door de ene partij een gericht tot een specifieke andere partij. (niet bij een
willekeurig persoon)
Niet-persoonsgerichte rechtshandeling
(Ongerichte rechtshandeling) handeling van de ene partij gericht naar een andere partij, niet
een specifiek persoon. (Ambtenaar die geboorteakte verwerkt)
, 1.3 Meerzijdige rechtshandelingen
Meerzijdige rechtshandelingen kunnen worden onderverdeeld in overeenkomsten en
andere meerzijdige rechtshandelingen.
Overeenkomst
Een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen met elkaar een verbintenis
aangaan. (Huurovereenkomst, arbeidsovereenkomst, ect.)
Art.6:213 lid 1 BW
Andere meerzijdige rechtshandelingen
Geen overeenkomst. (Vaststellen van de notulen tijdens een vergadering)
Onderscheid overeenkomsten
Verbintenisscheppende overeenkomst
(obligatoire overeenkomst) Er ontstaan een of meer verbintenissen tussen partijen, deze
scheppen verplichtingen.
Andere overeenkomsten
Verplichtingen vloeien vanzelf voort uit de overeenkomst. (Aangaan van huwelijk)
Onderscheid verbintenisscheppende overeenkomsten
Eenzijdige overeenkomsten
Schept slechts voor een van beide partijen een verplichting. (Schenkingsovereenkomst)
Meerzijdige overeenkomsten
(Wederkerige overeenkomst) Partijen hebben over een weer verplichtingen naar de andere
partij.
Art.6:261 lid 1 BW
