GV2.1-WC-TH1
Waarom een onderzoeksopzet?
➔ duidelijk maken welke keuzes je bij je onderzoeksopzet maakt (onderbouwen).
➔ de activiteiten precies en controleerbaar vastleggen.
➔ zodanig, dat het onderzoek door anderen te herhalen is.
Verschil onderzoeksopzet en onderzoeksrapport
➔ onderzoeksopzet → doel: rapporteren van onderzoek en resultaten, incl conclusie | t.t.
1. voorwoord
2. inhoudsopgave
3. inleiding (probleemanalyse, probleemstelling, doelstelling- en vraagstelling onderzoek)
4. methode en onderzoeksonderwerp (soort, vorm, meetinstrument, design)
5. bibliografie
6. bijlagen
➔ onderzoeksrapport → doel: uiteenzetten van probleemstelling en methode en -plan | v.t.
1. voorwoord
2. inhoudsopgave
3. inleiding
4. methode
5. resultaten
6. conclusie en discussie
7. bibliografie
8. bijlagen
Vragen:
1. Welke onderdelen van een onderzoeksrapport gebruik je ook in een onderzoeksopzet?
inleiding, methode, resultaten, conclusie en discussie
2. Welke onderwerpen moeten aan de orde komen in het hoofdstuk Methode van je
onderzoeksrapport/onderzoeksopzet?
soort, vorm, meetinstrument, design
Vragen:
➔ Waarom is evaluatieonderzoek belangrijk?
Verantwoording opdrachtgever, toeten of iets waarvan je de verwachting hebt dat het werkt, ook echt
werkt en verbetering interventie.
➔ Wat zijn de 3 niveaus bij het meten van effect bij gezondheidsvoorlichting? (Theorie uit GV1.2 en uit
Brug)
1. beïnvloeden van gedragsdeterminanten
2. veranderen van gedrag
3. verbeteren van gezondheid.
➔ Welke 3 aspecten van het proces van een voorlichtingsinterventie kun je meten? (Theorie uit GV1.2 en
uit Brug)
1. is de interventie uitgevoerd zoals gepland?
2. heeft interventie de doelgroep bereikt?
3. wat vond de doelgroep van de interventie(middelen)?
➔ Evalueren van de interventie o.b.v. proces en effect
● Proces: wat kun je bij deze opdracht meten?
○ Is de interventie uitgevoerd zoals gepland?
○ Heeft de interventie de doelgroep bereikt?
○ Wat vond de doelgroep van de interventie(middelen)?
● Effect: wat kun je bij deze opdracht meten?
Heeft de interventie geleid tot:
, 1. Verandering in de gedragsdeterminanten?
2. Gedragsverandering?
3. Gezondheidsverbetering?
➔ Voor welke vorm van onderzoek (kwalitatief of kwantitatief) is er bij jullie toetsopdracht gekozen en
waarom?
● kwantitatief
➔ Welk onderzoeksdesign zou je kunnen kiezen bij jouw onderzoek?
● Alleen voor- en nameting bij experimentele groep (zonder controlegroep)
○ Inleiding en afsluiting verschillend.
○ Geen proces vragen bij voormeting.
● Allen nameting bij controle- en experimentele groep
○ Controlegroep kan geen proces vragen beantwoorden.
○ Voor beide groepen wel 1 vragenlijst; Bij controlegroep doorverwijzen naar
effectvragen (overslaan proces vragen).
➔ Wat is bij de analyse van een gezondheidsprobleem (volgens het model van Lalonde) de factor die
bepaalt of voor voorlichting zinvol is of niet? (zie GV1.1: theorie over Model van Lalonde).
De factor leefstijl/gedrag: voorlichting is gericht op het beïnvloeden van gedrag. Voorlichting heeft
dus pas zin als gedrag een rol speelt bij het ontstaan of verergeren van het gezondheidsprobleem.
➔ Waarom is het belangrijk om in de inleiding van een onderzoeksopzet eerst een probleemanalyse te
schetsen?
om de lezer mee te nemen in de context van het onderzoek
➔ Wat betekent in die context ‘probleemgedrag’?
Probleemgedrag is het gedrag dat het gezondheidsprobleem veroorzaakt of verergert (een negatieve
invloed heeft)
➔ Welke stappen/determinanten onderscheidt Kok in zijn model voor gedragsverandering? (zie GV1.1)
1. aandacht → openstaan | voorwaarde voor succesvolle communicatie
2. begrip/kennis → begrijpen/weten | verandering in gedragsdeterminanten
3. attitude → willen
4. sociale invloed → kunnen omgaan met druk (mogen)
5. eigen-effectiviteit → je in staat voelen (kunnen uitvoeren)
6. gedragsverandering → doen | resultaat: verandering en stabilisering van gedrag
7. gedragsbehoud → blijven doen
➔ Op welke drie gedragsdeterminanten is de beschreven RookVrijHart-Interventie (uit H12.5 van Brug)
gericht?
Attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit
GV2.1-WC-TH2
Stappen in onderzoeksproces
- probleemanalyse | inleiding
- probleem- doel- en vraagstelling
- methode en onderzoeksontwerp | methode, incl. operationalisatietabel en verantwoording vragenlijst
- ontwikkelen van meetinstrument
- operationaliseren: van hoofdvraag naar meetbare indicatoren | vragenlijst zelf in de bijlage
- ontwerp vragenlijst: van meetbare indicatoren naar enquêtevragen
Enquête
Waarom een onderzoeksopzet?
➔ duidelijk maken welke keuzes je bij je onderzoeksopzet maakt (onderbouwen).
➔ de activiteiten precies en controleerbaar vastleggen.
➔ zodanig, dat het onderzoek door anderen te herhalen is.
Verschil onderzoeksopzet en onderzoeksrapport
➔ onderzoeksopzet → doel: rapporteren van onderzoek en resultaten, incl conclusie | t.t.
1. voorwoord
2. inhoudsopgave
3. inleiding (probleemanalyse, probleemstelling, doelstelling- en vraagstelling onderzoek)
4. methode en onderzoeksonderwerp (soort, vorm, meetinstrument, design)
5. bibliografie
6. bijlagen
➔ onderzoeksrapport → doel: uiteenzetten van probleemstelling en methode en -plan | v.t.
1. voorwoord
2. inhoudsopgave
3. inleiding
4. methode
5. resultaten
6. conclusie en discussie
7. bibliografie
8. bijlagen
Vragen:
1. Welke onderdelen van een onderzoeksrapport gebruik je ook in een onderzoeksopzet?
inleiding, methode, resultaten, conclusie en discussie
2. Welke onderwerpen moeten aan de orde komen in het hoofdstuk Methode van je
onderzoeksrapport/onderzoeksopzet?
soort, vorm, meetinstrument, design
Vragen:
➔ Waarom is evaluatieonderzoek belangrijk?
Verantwoording opdrachtgever, toeten of iets waarvan je de verwachting hebt dat het werkt, ook echt
werkt en verbetering interventie.
➔ Wat zijn de 3 niveaus bij het meten van effect bij gezondheidsvoorlichting? (Theorie uit GV1.2 en uit
Brug)
1. beïnvloeden van gedragsdeterminanten
2. veranderen van gedrag
3. verbeteren van gezondheid.
➔ Welke 3 aspecten van het proces van een voorlichtingsinterventie kun je meten? (Theorie uit GV1.2 en
uit Brug)
1. is de interventie uitgevoerd zoals gepland?
2. heeft interventie de doelgroep bereikt?
3. wat vond de doelgroep van de interventie(middelen)?
➔ Evalueren van de interventie o.b.v. proces en effect
● Proces: wat kun je bij deze opdracht meten?
○ Is de interventie uitgevoerd zoals gepland?
○ Heeft de interventie de doelgroep bereikt?
○ Wat vond de doelgroep van de interventie(middelen)?
● Effect: wat kun je bij deze opdracht meten?
Heeft de interventie geleid tot:
, 1. Verandering in de gedragsdeterminanten?
2. Gedragsverandering?
3. Gezondheidsverbetering?
➔ Voor welke vorm van onderzoek (kwalitatief of kwantitatief) is er bij jullie toetsopdracht gekozen en
waarom?
● kwantitatief
➔ Welk onderzoeksdesign zou je kunnen kiezen bij jouw onderzoek?
● Alleen voor- en nameting bij experimentele groep (zonder controlegroep)
○ Inleiding en afsluiting verschillend.
○ Geen proces vragen bij voormeting.
● Allen nameting bij controle- en experimentele groep
○ Controlegroep kan geen proces vragen beantwoorden.
○ Voor beide groepen wel 1 vragenlijst; Bij controlegroep doorverwijzen naar
effectvragen (overslaan proces vragen).
➔ Wat is bij de analyse van een gezondheidsprobleem (volgens het model van Lalonde) de factor die
bepaalt of voor voorlichting zinvol is of niet? (zie GV1.1: theorie over Model van Lalonde).
De factor leefstijl/gedrag: voorlichting is gericht op het beïnvloeden van gedrag. Voorlichting heeft
dus pas zin als gedrag een rol speelt bij het ontstaan of verergeren van het gezondheidsprobleem.
➔ Waarom is het belangrijk om in de inleiding van een onderzoeksopzet eerst een probleemanalyse te
schetsen?
om de lezer mee te nemen in de context van het onderzoek
➔ Wat betekent in die context ‘probleemgedrag’?
Probleemgedrag is het gedrag dat het gezondheidsprobleem veroorzaakt of verergert (een negatieve
invloed heeft)
➔ Welke stappen/determinanten onderscheidt Kok in zijn model voor gedragsverandering? (zie GV1.1)
1. aandacht → openstaan | voorwaarde voor succesvolle communicatie
2. begrip/kennis → begrijpen/weten | verandering in gedragsdeterminanten
3. attitude → willen
4. sociale invloed → kunnen omgaan met druk (mogen)
5. eigen-effectiviteit → je in staat voelen (kunnen uitvoeren)
6. gedragsverandering → doen | resultaat: verandering en stabilisering van gedrag
7. gedragsbehoud → blijven doen
➔ Op welke drie gedragsdeterminanten is de beschreven RookVrijHart-Interventie (uit H12.5 van Brug)
gericht?
Attitude, sociale invloed, eigen effectiviteit
GV2.1-WC-TH2
Stappen in onderzoeksproces
- probleemanalyse | inleiding
- probleem- doel- en vraagstelling
- methode en onderzoeksontwerp | methode, incl. operationalisatietabel en verantwoording vragenlijst
- ontwikkelen van meetinstrument
- operationaliseren: van hoofdvraag naar meetbare indicatoren | vragenlijst zelf in de bijlage
- ontwerp vragenlijst: van meetbare indicatoren naar enquêtevragen
Enquête
