KORTE INLEIDING
Anatomie = anatomia = anatomé = open snede
- Wetenschap van de uitwendige vorm en de inwendige bouw van een organisme
- Een open snede maken = basis anatomie: letterlijk en figuurlijk beginnen opensnijden om te
zien hoe dat daar vanbinnen uitzag.
- Vanuit zijn amateuristische grond (tekenen) evolutie naar fotografie (2D 3D)
Andreas Vesalius (1514-1564) Brusselse arts
- Humani Corporis Fabrica Libri Septem
- Periode dat belgië kerstenigs tijd zat, en dus katholiek waren. Mens deed die open snede op
lijken in de kelder van de kerk waar dat voor de priesters niet opviel, dus onwettig en volledig
fout moest vluchten
Methoden (om zaken mee te kunnen zien)
- Post-mortem dissectie : na de dood dissectie om te zien hoe bepaalde spieren bewogen
- Röntgenfotografie (RX-stralen) : beenderen – het volle skelet maar de spieren, ligamenten
kan je niet zien
- Echografie
o Voor de inwendige organen (bv. zwangerschap)
o Echoscopie: adhv geluidsgolven, die zich door het lichaam verplaatsen en op
grensvlakken tussen zachte en hardere structuren reflecteren om organen in
beeld te brengen.
- MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging), NMR : magnetische stralen (een buis waarin je
geschoven wordt, heel claustrofobisch)
- CT-scan (computertomografie):
o = magnetische stralen (röntgenstralen) bv. Iemand die zat binnenkomt in een
ziekenhuis en die niets meer weet waar hij is: kan op hoofd gevallen zijn dus doen ze
altijd een CT-scan om te kijken er nergens hersenbloedingen zijn.
o Gebruik van röntgenstraling om de dwarsdoorsneden te creëren
o MRI: gebruikt sterk magnetisch veld en radiogolven
o Gelijkenis MRI & CT-scan: contrastmiddel
Veel evolutie op de afgelopen 100 jaar want ervoor was er enkel postmortemdissectie
ANATOMO-PATHOLOGEN
= artsen die echt met de anatomie van het lichaam bezig zijn, maar vooral ook zoeken of er een
ziekte op zit (als ze een bot binnenkrijgen gaat men via biopsie zaken onderzoeken en vragen aan de
anatomo-pathologen of het gezond weefsel is)
,1 ALGEMENE TERMEN VOOR VLAKKEN EN ASSEN
1.1 Anatomische richtingen (voorbeelden zie pagina 9)
LINKSE PERSOON / VOORAANZICHT
Superior Naar boven gelegen
Inferieur Naar beneden gelegen
Mediaal Dichtbij
Lateraal Naar de zijkant toe/naar de buitenkant toe
Proximaal Dichtbij de mediaan
Distaal Op afstand (bv. proximale vingerkootjes zitten
dicht bij mediaan & distale vingerkootjes zitten
ver van de mediaan
RECHTSE PERSOON / ZIJAANZICHT / MEDIAAN
Occipitaal (enkel ter hoogte van het hoofd) Naar achteren toe (richting achterzijde)
Rostraal (enkel ter hoogte van het hoofd) Richting de voorzijde (richting de neus)
Dorsaal (veel meer gebruikt dan occipitaal en Naar de rug toe, naar de achterzijde toe
rostraal & wordt over het hele lichaam
gebruikt)
Ventraal (over het hele lichaam gebruikt) Naar de buik toe
Posterior Meer naar achteren gelegen
Anterior Meer naar voor gelegen
Caudaal Meer naar onderen gelegen, richting beneden
Craniaal Meer naar hersenen gelegen, meer naar boven
gelegen, superieur gelegen
,1.2 Anatomische vlakken
1: Horizontaal vlak (boven- en onderzijde)
2: Sagittaal vlak (linker- en rechterhelft)
3: Midsagittaal (mediaan vlak)
4: Frontaal vlak (voor- en achterzijde)
Bv. buik van voor naar achteren bekijken
UITGANGEN MEERVOUD ENKELVOUD
Vrouwelijk A AE
Mannelijk US I
Onzijdig UM A
Lis (bv. naamwoord)
Bv. Dominus – Nosa – Donum
Genitief -i Orum
Genitief -ae Arum
Genitief -i Orum
, 2 Het skelet
2.1 INLEIDING
Skelet = alle beenderen van het menselijk lichaam (extremiteiten dmv schoudergordel en
bekkengordel met elkaar verbonden)
- Romp
- Extremiteiten (armen en benen)
Functies
- Bescherming van hersenen, ruggenmerg en organen
- Aangrijpingspunt voor spieren & ligamenten ( mens kan meer bewegen en is
musculoskeletale (spieren en botten) structuur sterk en solide)
- Oorsprong of origo (= plaatsen waar typische spieren ontspringen of aanhechten) & insertio
voor spieren en ligamenten
- Creatie vanuit multipotente stamcellen van rode en witte bloedcellen & bloedplaatjes
STAMCELLEN = cellen die op nog geen enkele wijze zijn georiënteerd zijn om bepaalde functie uit te
voeren bij anderen gaan inplanten in de hoop dat ze later die functie kunnen uitvoeren
- Rood beenmerg:
o Rode bloedcellen: zuurstof
o Witte bloedcellen: immuunsysteem/weerstand hebben tegen virussen, bacteriën en
schimmels
o Bloedplaatjes: voor bloedstolling (voor wondjes)
- Geel beenmerg: opstapelplaats voor vet
o Bv. anorexia: geen vet meer, maar daar gaan ze het laatste vet halen en de laatste
energie nemen
Op KT bloedverlies: snel evolueren naar roodbeenmerg om rode bloedcellen te creëren
2.2 Classificatie van de beenderen
Onderscheid: lange, platte, korte, onregelmatige, sesambeenderen en pneumatische beenderen
LANGE (PIJP)BEENDEREN (kunnen tekenen, zie cursus pagina 13
- In de ledenmaten Proximaal
- Bestaan uit diafyse (schacht) die mergholte
bevat en 2 epifysen (bolle of holle
uiteinden)
Distaal
Femur = dijbeen
Anatomie = anatomia = anatomé = open snede
- Wetenschap van de uitwendige vorm en de inwendige bouw van een organisme
- Een open snede maken = basis anatomie: letterlijk en figuurlijk beginnen opensnijden om te
zien hoe dat daar vanbinnen uitzag.
- Vanuit zijn amateuristische grond (tekenen) evolutie naar fotografie (2D 3D)
Andreas Vesalius (1514-1564) Brusselse arts
- Humani Corporis Fabrica Libri Septem
- Periode dat belgië kerstenigs tijd zat, en dus katholiek waren. Mens deed die open snede op
lijken in de kelder van de kerk waar dat voor de priesters niet opviel, dus onwettig en volledig
fout moest vluchten
Methoden (om zaken mee te kunnen zien)
- Post-mortem dissectie : na de dood dissectie om te zien hoe bepaalde spieren bewogen
- Röntgenfotografie (RX-stralen) : beenderen – het volle skelet maar de spieren, ligamenten
kan je niet zien
- Echografie
o Voor de inwendige organen (bv. zwangerschap)
o Echoscopie: adhv geluidsgolven, die zich door het lichaam verplaatsen en op
grensvlakken tussen zachte en hardere structuren reflecteren om organen in
beeld te brengen.
- MRI-scan (Magnetic Resonance Imaging), NMR : magnetische stralen (een buis waarin je
geschoven wordt, heel claustrofobisch)
- CT-scan (computertomografie):
o = magnetische stralen (röntgenstralen) bv. Iemand die zat binnenkomt in een
ziekenhuis en die niets meer weet waar hij is: kan op hoofd gevallen zijn dus doen ze
altijd een CT-scan om te kijken er nergens hersenbloedingen zijn.
o Gebruik van röntgenstraling om de dwarsdoorsneden te creëren
o MRI: gebruikt sterk magnetisch veld en radiogolven
o Gelijkenis MRI & CT-scan: contrastmiddel
Veel evolutie op de afgelopen 100 jaar want ervoor was er enkel postmortemdissectie
ANATOMO-PATHOLOGEN
= artsen die echt met de anatomie van het lichaam bezig zijn, maar vooral ook zoeken of er een
ziekte op zit (als ze een bot binnenkrijgen gaat men via biopsie zaken onderzoeken en vragen aan de
anatomo-pathologen of het gezond weefsel is)
,1 ALGEMENE TERMEN VOOR VLAKKEN EN ASSEN
1.1 Anatomische richtingen (voorbeelden zie pagina 9)
LINKSE PERSOON / VOORAANZICHT
Superior Naar boven gelegen
Inferieur Naar beneden gelegen
Mediaal Dichtbij
Lateraal Naar de zijkant toe/naar de buitenkant toe
Proximaal Dichtbij de mediaan
Distaal Op afstand (bv. proximale vingerkootjes zitten
dicht bij mediaan & distale vingerkootjes zitten
ver van de mediaan
RECHTSE PERSOON / ZIJAANZICHT / MEDIAAN
Occipitaal (enkel ter hoogte van het hoofd) Naar achteren toe (richting achterzijde)
Rostraal (enkel ter hoogte van het hoofd) Richting de voorzijde (richting de neus)
Dorsaal (veel meer gebruikt dan occipitaal en Naar de rug toe, naar de achterzijde toe
rostraal & wordt over het hele lichaam
gebruikt)
Ventraal (over het hele lichaam gebruikt) Naar de buik toe
Posterior Meer naar achteren gelegen
Anterior Meer naar voor gelegen
Caudaal Meer naar onderen gelegen, richting beneden
Craniaal Meer naar hersenen gelegen, meer naar boven
gelegen, superieur gelegen
,1.2 Anatomische vlakken
1: Horizontaal vlak (boven- en onderzijde)
2: Sagittaal vlak (linker- en rechterhelft)
3: Midsagittaal (mediaan vlak)
4: Frontaal vlak (voor- en achterzijde)
Bv. buik van voor naar achteren bekijken
UITGANGEN MEERVOUD ENKELVOUD
Vrouwelijk A AE
Mannelijk US I
Onzijdig UM A
Lis (bv. naamwoord)
Bv. Dominus – Nosa – Donum
Genitief -i Orum
Genitief -ae Arum
Genitief -i Orum
, 2 Het skelet
2.1 INLEIDING
Skelet = alle beenderen van het menselijk lichaam (extremiteiten dmv schoudergordel en
bekkengordel met elkaar verbonden)
- Romp
- Extremiteiten (armen en benen)
Functies
- Bescherming van hersenen, ruggenmerg en organen
- Aangrijpingspunt voor spieren & ligamenten ( mens kan meer bewegen en is
musculoskeletale (spieren en botten) structuur sterk en solide)
- Oorsprong of origo (= plaatsen waar typische spieren ontspringen of aanhechten) & insertio
voor spieren en ligamenten
- Creatie vanuit multipotente stamcellen van rode en witte bloedcellen & bloedplaatjes
STAMCELLEN = cellen die op nog geen enkele wijze zijn georiënteerd zijn om bepaalde functie uit te
voeren bij anderen gaan inplanten in de hoop dat ze later die functie kunnen uitvoeren
- Rood beenmerg:
o Rode bloedcellen: zuurstof
o Witte bloedcellen: immuunsysteem/weerstand hebben tegen virussen, bacteriën en
schimmels
o Bloedplaatjes: voor bloedstolling (voor wondjes)
- Geel beenmerg: opstapelplaats voor vet
o Bv. anorexia: geen vet meer, maar daar gaan ze het laatste vet halen en de laatste
energie nemen
Op KT bloedverlies: snel evolueren naar roodbeenmerg om rode bloedcellen te creëren
2.2 Classificatie van de beenderen
Onderscheid: lange, platte, korte, onregelmatige, sesambeenderen en pneumatische beenderen
LANGE (PIJP)BEENDEREN (kunnen tekenen, zie cursus pagina 13
- In de ledenmaten Proximaal
- Bestaan uit diafyse (schacht) die mergholte
bevat en 2 epifysen (bolle of holle
uiteinden)
Distaal
Femur = dijbeen