2. Socialisatie:
2.1 wat is socialisatie
Via socialisatieproces: krijgen overtuigingen, waarden, normen en doelstellingen mee die ons handelen richting
geven en mee gaan bepalen
Socialisatie=
levenslang proces (stopt dus niet eens je volwassen bent)
zorgt voor een band tussen maatschappij en gedrag
zorgt voor continuïteit in de maatschappelijke organisatie van een samenleving
Bv: kinderen niet socialiseren?
2.2 de functie van socialisatie
verhaal van Genie: toont aan wat er gebeurt wnr een mens niet wordt gesocialiseerd (zie pagina 20 int oranje)
mens zijn= geen louter biologisch gegeven, je wordt ook mens door de interacties met andere mensen rondom
jou, door jouw sociale context
belang als kind: mogelijkheid hebben om interacties aan te gaan met anderen
o Spelregels van het sociale verkeer leren kennen
o 1 vd maatschappelijke processen die bijdragen tot het voortbestaan van de sociale orde, cultuur van
een maatschappij (voortbestaan van de maatschappij
o Overdragen van cultuur van generatie op generatie
o Bourdieu interiorisatie van de exterioriteit
o Software wordt geinstalleerd: principes die ons handelen gaan sturen
o Software= habitus
, 2.3 Primaire, secundaire en tertiaire socialisatie
Onderscheid in de 3 vormen: afhankelijk van de groep die socialiseert
Gebeurt de socialisatie in:
Primaire groep: gezin – intieme vriendengroep primaire socialisatie
Het aanleren van de algemene gedragingen ( niet gebonden aan 1 bepaalde sociale positie of rol) die
eigen zijn aan een bepaalde cultuur
Speelt zich vooral af in de kindertijd/jeugdjaren of wnr men terecht komt in een totaal andere cultuur
Sociale eenheden met de kenmerken: - gesloten karakter
- Directe en informele contacten tussen de leden van
sociale eenheid
- Sterke solidariteit onder leden
- Leden krijgen affectie, emotionele geborgenheid +
sociale identiteit
Voorbeeld:
De peergroup= belangrijke socialisator
Door interactie met andere kinderen leert het kind wat de leeftijdsgenoten normaal vinden
(eigen gedrag vergelijken en daaraan aanpassen
Kan een toevluchtsoord zijn voor het kind wnr de druk die het moet verwerken, te groot
wordt
troost, steun en identiteit vinden in de peergroup
Invloed van peergroup: mag niet onderschat worden wnr men preventiecampagnes rond
roken, alcohol,.. wil uitwerken
De opvattingen die worden aangeleerd = matrix voor de latere persoonlijkheid
Secundaire groep: meer formele groep (school, werk, vereniging) – rolverwachtingen gebonden aan
bepaalde socialisatie secundaire socialisatie
Tertiaire groep: betrekking op de waarden en normen die overgenomen worden vanuit anonieme
massamedia (reclame, soaps, mode-industrie, beroemdheden) tertiaire socialisatie
!!!! nog steeds: rechtstreeks en wederkerige interactie tussen de groep en het individu
2.3.1 hoe verloopt primaire socialisatie
G.H.Mead: studie ‘Mind, Self & Society’ hoe kinderen leren om binnen bepaalde sociale situaties betekenis
te geven aan de stimuli uit hun omgeving en aan hun eigen handelen
2.1 wat is socialisatie
Via socialisatieproces: krijgen overtuigingen, waarden, normen en doelstellingen mee die ons handelen richting
geven en mee gaan bepalen
Socialisatie=
levenslang proces (stopt dus niet eens je volwassen bent)
zorgt voor een band tussen maatschappij en gedrag
zorgt voor continuïteit in de maatschappelijke organisatie van een samenleving
Bv: kinderen niet socialiseren?
2.2 de functie van socialisatie
verhaal van Genie: toont aan wat er gebeurt wnr een mens niet wordt gesocialiseerd (zie pagina 20 int oranje)
mens zijn= geen louter biologisch gegeven, je wordt ook mens door de interacties met andere mensen rondom
jou, door jouw sociale context
belang als kind: mogelijkheid hebben om interacties aan te gaan met anderen
o Spelregels van het sociale verkeer leren kennen
o 1 vd maatschappelijke processen die bijdragen tot het voortbestaan van de sociale orde, cultuur van
een maatschappij (voortbestaan van de maatschappij
o Overdragen van cultuur van generatie op generatie
o Bourdieu interiorisatie van de exterioriteit
o Software wordt geinstalleerd: principes die ons handelen gaan sturen
o Software= habitus
, 2.3 Primaire, secundaire en tertiaire socialisatie
Onderscheid in de 3 vormen: afhankelijk van de groep die socialiseert
Gebeurt de socialisatie in:
Primaire groep: gezin – intieme vriendengroep primaire socialisatie
Het aanleren van de algemene gedragingen ( niet gebonden aan 1 bepaalde sociale positie of rol) die
eigen zijn aan een bepaalde cultuur
Speelt zich vooral af in de kindertijd/jeugdjaren of wnr men terecht komt in een totaal andere cultuur
Sociale eenheden met de kenmerken: - gesloten karakter
- Directe en informele contacten tussen de leden van
sociale eenheid
- Sterke solidariteit onder leden
- Leden krijgen affectie, emotionele geborgenheid +
sociale identiteit
Voorbeeld:
De peergroup= belangrijke socialisator
Door interactie met andere kinderen leert het kind wat de leeftijdsgenoten normaal vinden
(eigen gedrag vergelijken en daaraan aanpassen
Kan een toevluchtsoord zijn voor het kind wnr de druk die het moet verwerken, te groot
wordt
troost, steun en identiteit vinden in de peergroup
Invloed van peergroup: mag niet onderschat worden wnr men preventiecampagnes rond
roken, alcohol,.. wil uitwerken
De opvattingen die worden aangeleerd = matrix voor de latere persoonlijkheid
Secundaire groep: meer formele groep (school, werk, vereniging) – rolverwachtingen gebonden aan
bepaalde socialisatie secundaire socialisatie
Tertiaire groep: betrekking op de waarden en normen die overgenomen worden vanuit anonieme
massamedia (reclame, soaps, mode-industrie, beroemdheden) tertiaire socialisatie
!!!! nog steeds: rechtstreeks en wederkerige interactie tussen de groep en het individu
2.3.1 hoe verloopt primaire socialisatie
G.H.Mead: studie ‘Mind, Self & Society’ hoe kinderen leren om binnen bepaalde sociale situaties betekenis
te geven aan de stimuli uit hun omgeving en aan hun eigen handelen