100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Technische Aspecten Van Events

Rating
-
Sold
-
Pages
70
Uploaded on
11-01-2022
Written in
2020/2021

Samenvatting Technische Aspecten Van Events

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 11, 2022
Number of pages
70
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

EVENT PRODUCTIE
INHOUD
Elektriciteit (geen chemie kennen voor examen) ............................................................................. 2
1. Wat? ................................................................................................................................................... 2
2. Begrippen .......................................................................................................................................... 4
3. Gelijkstroom – Wisselstroom .......................................................................................................... 12
4. Monofasige en drie-fasige spanning ......................................................................................... 17
5. Elektriciteitsvoorziening bij evenementen ................................................................................. 19
Licht .......................................................................................................................................................... 23
1. Fysische kenmerken van het licht ............................................................................................... 23
2. Reflectie – Absorptie – Transmissie .............................................................................................. 25
3. Functies van licht ........................................................................................................................... 26
4.1 Begrippen: lichttechnische grootheden ................................................................................. 27
4.2 Begrippen: witbalans en kleurtemperatuur ............................................................................ 27
5. Lichtbronnen ................................................................................................................................... 28
6. Licht armaturen (conventioneel & intelligent licht) ................................................................ 29
7. Lichtmengtafels en vermogen sturingen .................................................................................. 33
8. Lichtplan .......................................................................................................................................... 34
Audio ........................................................................................................................................................ 36
1. Wat is geluid? ................................................................................................................................. 36
2. Gedrag van geluid ........................................................................................................................ 39
3. Akoestische keten: Microfoons ................................................................................................... 43
4. Akoestische keten: Signaaloverdracht...................................................................................... 45
5. Akoestische keten: Luidsprekers ................................................................................................. 46
6. PA systeem ...................................................................................................................................... 47
7. Mengtafel ........................................................................................................................................ 50
8. Outboard ......................................................................................................................................... 51
9. Analoge & digitale techniek ....................................................................................................... 52
Video en captatie ................................................................................................................................. 54
1. Beeldregistratie (diafragma en sluiter) ...................................................................................... 54
2. Videobeelden ................................................................................................................................ 55
3. Opname van beelden ................................................................................................................. 59
4. Het beeld ......................................................................................................................................... 62
5. Functies bij AV-productie ............................................................................................................. 65
6. Beeldweergave.............................................................................................................................. 66
FORMULARIUM ........................................................................................................................................ 68




1

,ELEKTRICITEIT (GEEN CHEMIE KENNEN VOOR EXAMEN)

= Elektriciteit is een abstract risico, je ziet het niet, je hoort het niet en je ruikt het niet maar
elektriciteit kan doden. Elektriciteit is een enorm handige manier om energie over te brengen:
anders zou de energie die opgewekt wordt in een elektriciteitscentrale nooit aankomen bij je
koelkast.


1. W AT?
Voordelen energie kan makkelijk, goedkoop en snel worden overgebracht

Nadelen gevaarlijk, het is moeilijk om elektriciteit op te slaan

De allerkleinste bouwstenen waaruit materie is opgebouwd zijn atomen. Er bestaan 117
verschillende elementen. Vele stoffen bestaan uit combinaties van deze elementen: Molecule
= samengestelde stof (bv NaCl, H2O,…).

Als we verder inzoomen op het atoom, dan zien we dat hij
bestaat uit een hele kleine kern met een wolk van deeltjes om
zich heen. In de kern zitten twee soorten deeltjes: protonen en
neutronen. Protonen hebben een positieve elektrische lading.
Neutronen hebben geen lading. De deeltjes die om de kern
heen zweven worden elektronen genoemd. Zij hebben een
negatieve lading. Er zijn altijd net zoveel elektronen als
protonen in een atoom. Daarom is de totale lading van een
atoom 0.



De elektronen van een atoom draaien niet willekeurig rond de kern. Elk elektron heeft een
bepaalde energie die afhankelijk is van de afstand van dit elektron tot de kern. Elektronen met
(nagenoeg) dezelfde energie bevinden zich op hetzelfde energieniveau. Het energie niveau
is groter naarmate de straal van de baan groter wordt. De structuur van de elektronenwolk
wordt dan ook bepaald door de energieniveaus.

De verdeling van de elektronen van een bepaald atoom over de verschillende mogelijke
energieniveaus noem je de elektronenconfiguratie. In het atoommodel van Bohr worden de
verschillende energieniveaus schillen genoemd. Elektronen op de buitenste schil zijn valentie
elektronen.

Schil K L M N O P Q
Nummer (n) 1 2 3 4 5 6 7
Max. bezetting 2 8 18 32 32 32 32
Protonen (pos) = elektronen (neg)




2

, ▪ De elektronconfiguratie van een edelgasatoom wordt meestal kortweg
edelgasconfiguratie genoemd. 8 elektronen op de buitenste schil (met uitzondering
van He (helium): 2)
▪ Het gebrek aan reactiviteit van een edelgasatoom duidt er op dat het lastig is om de
elektronconfiguratie te veranderen. Het lijkt alsof ze extra stabiliteit bezitten. Ook
andere atomen kunnen van deze extra stabiliteit profiteren door een elektron af te
staan of op te nemen.
▪ Atomen ‘willen lijken’ op edelgassen qua hoeveelheid elektronen, ze streven dezelfde
stabiele configuratie na. Wanneer de schillen volzet zijn en er blijft bv nog 1 elektron
over in het neutraal geladen atoom, moet dit migreren naar een volgende schil. Dit
betekent verder van de kern en dus minder aantrekkingskracht. Dit heet een vrij
elektron. Wanneer men bij een dergelijk atoom een atoom plaatst met bv 7 elektronen
op de buitenste schil, dan ‘krijgt’ dit tweede atoom het vrije elektron. Het atoom dat
een elektron af stond is nu positief geladen (ion).
▪ Elementen met minder dan 4 elektronen op hun buitenste schil
hebben de neiging om deze af te staan, we noemen ze metalen;
het zijn goede geleiders
▪ Elementen met meer dan 4 elektronen op hun buitenste schil
hebben niet de neiging om deze af te staan, wel om er bij te
krijgen; dit noemen we isolatoren.

Die bewegende elektronen worden dus gebruikt om energie te transporteren van een
energiebron (bijvoorbeeld een batterij) naar een apparaat (bijvoorbeeld een lampje) om
daar op één of andere manier werk te verrichten. Daarvoor moet de batterij verbonden
worden met het lampje door stroomkabels. Eén kabel is hier niet genoeg: er zouden dan een
paar elektronen van de batterij naar de lamp bewegen, en vervolgens niet verder kunnen,
zodat er niets meer zou gebeuren. De elektronen moeten door de gloeidraad van de lamp
heen stromen en vervolgens weer teruggaan naar de batterij, zodat de elektronen door
kunnen blijven stromen. Met andere woorden: de stroomkring moet gesloten zijn. De
energiebron werkt dan als een soort 'pomp' voor de elektronen, die rond blijven bewegen.




3

, Elektronen hebben een negatieve
lading. Dat betekent niet dat die lading
'achteruit' loop of zoiets, het enige wat
dat betekent is dat de lading van een
elektron tegengesteld is aan die van
een proton, dat een positieve lading
heeft. Twee tegengestelde ladingen
trekken elkaar aan, terwijl twee dezelfde
ladingen elkaar afstoten; net zoals twee
dezelfde magneten elkaar afstoten.



Aan de ene kant van de energiebron (de minpool) zijn er heel veel elektronen aanwezig, terwijl
er aan de andere kant (de pluspool) juist heel weinig zijn.

Componenten

Stroombron ( || )

Weerstand (potentiometer) (blokje)

Schakelaar (poortje)

Lamp (X)


2. BEGRIPPEN
▪ Stroomsterkte ( I ) (uitgedrukt in A, Ampère)
Hoe 'sterk' de stroom is, oftewel hoeveel lading (dus hoeveel elektronen) er eigenlijk
elke seconde door een draad heen bewegen. Elektrische stroom wordt weergegeven
met de letter I (van intensiteit) en kan worden beschreven als verplaatsing van
elektrische lading (Q) per tijdseenheid (T). De eenheid van elektrische stroom wordt
uitgedrukt in ampère (A).
Elektrische lading wordt gemeten in Coulomb (afkorting C), stroomsterkte wordt
gemeten in Ampère (afkorting A). Als de stroomsterkte in een draad 1 Ampère is,
betekent het dat er 1 Coulomb per seconde door deze
draad stroomt.
▪ Spanning (U) (uitgedrukt in V, Volt)
Spanning kan je je voorstellen als de `druk` die nodig is om een elektrische stroom te
laten lopen. (bijvoorbeeld door de gloeidraad van een lamp heen). Definitie: De
spanning is het potentiaalverschil tussen twee punten in een elektrisch circuit.
Symbool: U
De eenheid van elektrische spanning wordt uitgedrukt in volt (V).
Om even een indruk te geven van hoeveel een volt is: een kleine batterij haalt
ongeveer 1 volt, het stopcontact levert 230 volt, een elektrische trein rijdt op 1.500 volt
en op de hoogspanningsleidingen die de elektriciteit van de energiecentrale naar je
huis transporteren staat meer dan 70.000 volt (hoogspanning).




4
$7.86
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
samtheeuws

Get to know the seller

Seller avatar
samtheeuws Karel de Grote-Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
5
Member since
3 year
Number of followers
4
Documents
18
Last sold
8 months ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions