Samenvatting hfd 14. Motorisch stelsel
Skelet(geraamte)
-Stabiel inwendig raamwerk waaraan alle andere delen van het lichaam zijn opgehangen.
-+- 200 botten verbonden dmv gewrichten, spieren die erover heen liggen kunnen botten laten
bewegen
-De lichaamsas(centrale deel van skelet) wordt gevormd door de schedel, borstkas en
wervelkolom. Het vormt een stevig omhulsel dat kwetsbare organen beschermt.
-Weefselvormende functie= bloedcellen worden in bepaalde botten aangemaakt
-Opslagplaats voor mineralen.
Bouw van het bot(ossa→ os)
-Botweefsel= Steunweefsel, tussenstof is heel stevig:
● ⅔ bestaat uit kalkzouten
● ⅓ collagene vezels, geven bot veerkracht
-Bot heeft lamellaire bouw(in laagjes(lamellen) opgebouwd)
-Botweefsel heeft intensieve stofwisseling en daardoor goed doorbloed
-Treft in bot altijd volgende structuren aan:
● Periost(beenvlies)= Een taai vlies dat veel gevoelszenuwen bevat, voorziet bot
van bloed door aan en afvoerende bloedvaten(via Volkmann-kanalen)+
aanhechtingsplaats voor spieren en pezen.
● Substantia compacta(hard botweefsel)
○ Buitenste laag= Bestaat uit aantal lamellen die het gehele
oppervlak van het bot voglen.
○ Meer naar binnen gelegen deel= Bestaat uit osteonen(botbuizen)
waarin zich 8 tot 15 lamellen bevinden rondom het Havers-kanaal(buis met lymfe
en bloedvaten). Hier tussen liggen osteocyten(botcellen) die voor uitwisseling
tussen botweefsel en bloed zorgen.
● Substantia spongiosa(sponsachtig botweefsel)= Lamellen met holtes
ertussen waarin zich rood beenmerg bevindt(bloedcelvorming)+ netwerk beenbalkjes in
richting van kracht.
Botafbraak en -opbouw
-Botweefsel wordt continue afgebroken en opgebouwd.
-Botafbraak en opbouw:
● Door bindweefselcellen(osteoclasten) die een groot gat maken waarin een
bloedvat zal gaan groeien, hierna zullen osteoblasten tegen het gat zich gaan afzetten.
● Osteoblasten komen vast te zitten(botbouwers)
● Nieuw osteon wordt gevormd, osteoblast is dan uitgewerkt en worden
osteocyten.
-Botopbouw voorwaarden:
● Vitamine D
● Mineralen
● Calcium
● Belasting van de gewrichten
● Hormonen
, Verschillende soorten botten
● Pijpbeenderen= Pijpvormige slanke botten(ellepijp, spaakbeen, kuitbeen,
dijbeen enz.)
○ Middengedeelte heet diafyse(schacht) met in het midden de
mergholte, deze is gevuld met geel beenmerg.(compacta)
○ Uiteinden heten epifysen(spongiosa), met daarin epifysaire
schijven(groeischijven) die nu gedeeltje substantia compacta vormen.
● Platte beenderen= In lengte en breedte groot(Schouderbladen, heupbeenderen,
ribben enz.)
○ Aanhechtingsplaats spieren
○ Opgebouwd uit substantia compacta met dun laagje spongiosa
○ Sommige voor bescherming onderliggende organen
● Korte beenderen= Klein(handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes, knieschijven)
○ Dunne compacta en binnenin spongiosa
○ Krachten verdelen bij ontstaan mechanische belasting
● Onregelmatige beenderen= Uiteenlopende vormen en functies(bovenkaak,
onderkaak, wervels enz.)
Botverbindingen(junctura)
-Verschillende verbindingen die elk eigen eigenschappen hebben:
● Bindweefselverbindingen(junctura fibrosa)= Stevige netwerken van collagene en
elastische vezels. Zorgt voor stevigheid en stabiliteit, beweging bijna niet mogelijk.
(tanden en kiezen)
● Kraakbeenverbindingen(junctura cartilaginea)= Kraakbeenzone tussen botten,
drukvast en enigzins vervormbaar, maar niet erg beweeglijk(ribben en borstbeen).
● Gewrichten(articulatio)= Botverbinding die grote beweeglijkheid tussen botten
mogelijk maakt.
○ Opgebouwd uit kop en kom met hyalien kraakbeen, dat dient als
schokdemper.
○ Bevat ook synovia(smerende vloeistof) die ervoor zorgt dat ze
zonder wrijving ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.(in cavitas
articularis(gewrichtsholte) bevindt).
○ Capsula articulare(gewrichtskapsel) houdt beide botten bij elkaar.
■ Sluit gewrichtsholte luchtdicht af waardoor kop en
kom aan elkaar worden gezogen
■ Membrana synovialis(binnenste laag) produceert
synovia
■ Membrana fibrosa(buitenste laag) zorgt voor
stevigheid, vaak met ligamenta(gewrichtsbanden) die beweging in
verkeerder beweging hinderen en zorgen voor stevigheid.
■ Soms een discus articularis(kraakbeenschijf)
○ Kraakbeen is niet doorbloedt
Indeling gewrichten
● Kogelgewricht= Met diepe kom en bolle kop, botten kunnen in alle richtingen
ten opzichte van elkaar bewegen(schouder, heupgewricht).
Skelet(geraamte)
-Stabiel inwendig raamwerk waaraan alle andere delen van het lichaam zijn opgehangen.
-+- 200 botten verbonden dmv gewrichten, spieren die erover heen liggen kunnen botten laten
bewegen
-De lichaamsas(centrale deel van skelet) wordt gevormd door de schedel, borstkas en
wervelkolom. Het vormt een stevig omhulsel dat kwetsbare organen beschermt.
-Weefselvormende functie= bloedcellen worden in bepaalde botten aangemaakt
-Opslagplaats voor mineralen.
Bouw van het bot(ossa→ os)
-Botweefsel= Steunweefsel, tussenstof is heel stevig:
● ⅔ bestaat uit kalkzouten
● ⅓ collagene vezels, geven bot veerkracht
-Bot heeft lamellaire bouw(in laagjes(lamellen) opgebouwd)
-Botweefsel heeft intensieve stofwisseling en daardoor goed doorbloed
-Treft in bot altijd volgende structuren aan:
● Periost(beenvlies)= Een taai vlies dat veel gevoelszenuwen bevat, voorziet bot
van bloed door aan en afvoerende bloedvaten(via Volkmann-kanalen)+
aanhechtingsplaats voor spieren en pezen.
● Substantia compacta(hard botweefsel)
○ Buitenste laag= Bestaat uit aantal lamellen die het gehele
oppervlak van het bot voglen.
○ Meer naar binnen gelegen deel= Bestaat uit osteonen(botbuizen)
waarin zich 8 tot 15 lamellen bevinden rondom het Havers-kanaal(buis met lymfe
en bloedvaten). Hier tussen liggen osteocyten(botcellen) die voor uitwisseling
tussen botweefsel en bloed zorgen.
● Substantia spongiosa(sponsachtig botweefsel)= Lamellen met holtes
ertussen waarin zich rood beenmerg bevindt(bloedcelvorming)+ netwerk beenbalkjes in
richting van kracht.
Botafbraak en -opbouw
-Botweefsel wordt continue afgebroken en opgebouwd.
-Botafbraak en opbouw:
● Door bindweefselcellen(osteoclasten) die een groot gat maken waarin een
bloedvat zal gaan groeien, hierna zullen osteoblasten tegen het gat zich gaan afzetten.
● Osteoblasten komen vast te zitten(botbouwers)
● Nieuw osteon wordt gevormd, osteoblast is dan uitgewerkt en worden
osteocyten.
-Botopbouw voorwaarden:
● Vitamine D
● Mineralen
● Calcium
● Belasting van de gewrichten
● Hormonen
, Verschillende soorten botten
● Pijpbeenderen= Pijpvormige slanke botten(ellepijp, spaakbeen, kuitbeen,
dijbeen enz.)
○ Middengedeelte heet diafyse(schacht) met in het midden de
mergholte, deze is gevuld met geel beenmerg.(compacta)
○ Uiteinden heten epifysen(spongiosa), met daarin epifysaire
schijven(groeischijven) die nu gedeeltje substantia compacta vormen.
● Platte beenderen= In lengte en breedte groot(Schouderbladen, heupbeenderen,
ribben enz.)
○ Aanhechtingsplaats spieren
○ Opgebouwd uit substantia compacta met dun laagje spongiosa
○ Sommige voor bescherming onderliggende organen
● Korte beenderen= Klein(handwortelbeentjes, voetwortelbeentjes, knieschijven)
○ Dunne compacta en binnenin spongiosa
○ Krachten verdelen bij ontstaan mechanische belasting
● Onregelmatige beenderen= Uiteenlopende vormen en functies(bovenkaak,
onderkaak, wervels enz.)
Botverbindingen(junctura)
-Verschillende verbindingen die elk eigen eigenschappen hebben:
● Bindweefselverbindingen(junctura fibrosa)= Stevige netwerken van collagene en
elastische vezels. Zorgt voor stevigheid en stabiliteit, beweging bijna niet mogelijk.
(tanden en kiezen)
● Kraakbeenverbindingen(junctura cartilaginea)= Kraakbeenzone tussen botten,
drukvast en enigzins vervormbaar, maar niet erg beweeglijk(ribben en borstbeen).
● Gewrichten(articulatio)= Botverbinding die grote beweeglijkheid tussen botten
mogelijk maakt.
○ Opgebouwd uit kop en kom met hyalien kraakbeen, dat dient als
schokdemper.
○ Bevat ook synovia(smerende vloeistof) die ervoor zorgt dat ze
zonder wrijving ten opzichte van elkaar kunnen bewegen.(in cavitas
articularis(gewrichtsholte) bevindt).
○ Capsula articulare(gewrichtskapsel) houdt beide botten bij elkaar.
■ Sluit gewrichtsholte luchtdicht af waardoor kop en
kom aan elkaar worden gezogen
■ Membrana synovialis(binnenste laag) produceert
synovia
■ Membrana fibrosa(buitenste laag) zorgt voor
stevigheid, vaak met ligamenta(gewrichtsbanden) die beweging in
verkeerder beweging hinderen en zorgen voor stevigheid.
■ Soms een discus articularis(kraakbeenschijf)
○ Kraakbeen is niet doorbloedt
Indeling gewrichten
● Kogelgewricht= Met diepe kom en bolle kop, botten kunnen in alle richtingen
ten opzichte van elkaar bewegen(schouder, heupgewricht).