100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting geschiedenis en actualiteit deel 3: sociale determinanten en mutaties

Rating
-
Sold
-
Pages
11
Uploaded on
07-01-2022
Written in
2021/2022

samenvatting bestaat uit notities, syllabus en powerpoint

Institution
Course









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Uploaded on
January 7, 2022
Number of pages
11
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

DEEL 3: Sociale determinanten en mutaties
1. Ongelijkheid
1.1. Armoede als ongelijkheid
 Een eerste vorm van ongelijkheid is armoede. Maar armoede op zich laat zich moeilijk
vastleggen. Is het een absoluut cijfer (onder de 2 dollar per dag verdienen = extreme
armoede) of is het een relatief cijfer (onder het gemiddelde inkomen van een gebied zitten).
 Ter illustratie: Stel dat de ene persoon een loon heeft van €450 en de andere een loon van
€50. De armoedegrens is ingesteld op €60, wie minder heeft dan dit
bedrag is officieel ‘arm’. Gelukkig groeit de economie en verdubbelt het
loon van beide personen naar respectievelijk €900 en €100. Persoon twee
is dus niet langer ‘arm’ aangezien hij meer dan €60 verdient. Maar de
kloof tussen beide is wel groter geworden. De rijke persoon is nu €800
rijker dan de armere persoon, in plaats van €400. De vraag met
bovenstaand voorbeeld is: welke vorm van armoede gaat men meten? De
kloof tussen rijk en arm, of de absolute armoede? Vandaag is in de
wereld de verdeling van armoede min of meer als volgt
 Van alle inkomen op de wereld gaat 82% naar 20% van de
wereldbevolking, logischerwijs de 20% rijksten op deze wereld. De 20% armste op deze
wereld krijgen samen nog geen 1,4% van alle inkomen ter wereld. Een immens groot verschil
dus.
1.2. Raciale ongelijkheid
 Racisme is de opvatting dat mensen ondergebracht kunnen worden in verschillende rassen
en dat daarbij rassen gerangschikt kunnen worden als superieur en inferieur ten aanzien van
elkaar. Daaruit voortvloeiend kunnen ten aanzien van het ene ras andere maatstaven
worden aangelegd dan ten aanzien van het ander.
 Dit denken is constant aanwezig in de geschiedenis van de mensheid en is ook vandaag nog
bron van veel ongelijkheid. In de 19de en 20ste eeuw waren zwarten in de VS
minderwaardige burgers die niet dezelfde rechten genoten in praktijk als de blanken. Ook
vandaag blijft dit racisme voor problemen zorgen in de Amerikaanse maatschappij. Ook in
Europa en in België komen opmerkingen over racisme nog regelmatig terug.
 19e E -> zwarte mensen waren ‘minder geëvolueerd’ omdat de kaken meer uitgesproken zijn
in tegenstelling tot de kaaklijn van Apollo.
 Dit idee werd in de 19de eeuw verder uitgewerkt tot de ‘white mans burden’, de taak die de
blanke man had om de rest van de wereld te gaan beschaven en hen het licht van het
christendom te laten zien.

1.3. Genderongelijkheid
 = dit is de ongelijke behandeling van mensen op basis van hun geslacht of geaardheid
 Dit blijft vandaag een belangrijke rol spelen in vele Westerse en niet-Westerse
maatschappijen. 19e E -> geen plaats voor vrouwen emancipatie, hun rol was thuis aan de
haard of als het niet anders kon in de fabriek.
 Belangrijk taken in de maatschappij, zoals advocaat, leerkracht of politica waren niet voor
haar weggelegd.
 Stemrecht was eerder ook niet voor vrouwen bedoeld.
 Ook hoger onderwijs was meestal uitgesloten voor vrouwen, of men moest van goede komaf
zijn en de juiste mensen kennen.



1

,  Hoewel de strijd voor gelijke rechten al bezig is sinds de 19de eeuw is het einddoel nog niet
bereikt. In de jaren ’50 was de suprematie van de man overduidelijk en waren
discriminerende campagnes een ideaal reclamemiddel. Maar ook vandaag is er nog geen
gelijkheid tussen man en vrouw.
 Zo worden vrouwen vaak nog minder betaald voor hetzelfde werk. Het diploma van de
moeder blijkt ook een significante indicator voor de schoolcarrière van de kinderen. Zo valt
op dat kinderen wiens moeder een universitair diploma heeft, 85% kans hebben om in het
ASO te belanden. Terwijl kinderen wiens moeder enkel een lager secundair diploma heeft
maar 30% kans maken om in ASO te belanden. Het milieu waaruit men stamt heeft dus een
grote invloed op de kansen die men krijgt om de eigen toekomst uit te bouwen. Niet elke
leerling krijgt dus gelijke ontwikkelingskansen.

2. Sociale situatie in de 19de Eeuw
 De sociale situatie in de 19de eeuw was voor de meeste arbeiders geen aangename situatie.
De oprichting van fabrieken en de installatie van dure machines bracht een scheiding tot
stand tussen arbeid en kapitaal. De arbeiders bezaten noch het kapitaal noch de
productiemiddelen nodig voor de mechanisatie. Zij waren de bezitlozen, die precies wegens
hun bezitloosheid in loondienst van anderen moesten treden.
 Hun loon was te laag om aan hun afhankelijkheid een einde te maken. Men noemt deze
arbeiders proletariërs
 Levensomstandigheden van het proletariaat was erg, vooral in de eerste helft van de 19de
eeuw. De arbeiders presteerden werkdagen van 12 à 16 uur voor een loon dat dikwijls
ontoereikend was om van te leven.
 De ondernemers streefden er naar het loon zo laag mogelijk te houden, zodat enkel
overleven maar niets meer dan dat bereikt kon worden.
 Ook vrouwen en kinderen werden ingeschakeld in het arbeidsproces om het gezinsinkomen
te verhogen. Ze werkten even lang als de mannen maar kregen lichtere taken, waar ze dan
wel veel slechter voor betaald werden.
 Vrouwenarbeid werd echter door de politieke partijen als iets ‘fout’ gezien, een vrouw
behoorde niet te werken. -> katholieke partijen stemden voor het verhogen van het loon
voor mannen -> niet voor een beter leven, maar zodat vrouwen niet moesten werken. Ook
de socialisten ijverden voor een beter lot voor de arbeiders, onder meer om ervoor te zorgen
dat de vrouw thuis kon blijven en niet meer blootgesteld werd aan de (onzedelijke)
fabrieksomstandigheden.
 In de jaren ’30 nam men veel maatregelen tegen vrouwenarbeid. Er was economische
crisis en in de teneur van die tijd moesten mannen aan werk raken. Vrouwen die
werkten pakten dus werk van mannen af en dat kon niet zijn. Zeker gehuwde vrouwen
werden aangepakt zodat ze hun werk zouden opzeggen (afschaffen
werkloosheidsuitkeringen, wedden werden naar beneden gehaald). Als men dat niet
deed, vreesde men in situaties zoals hieronder afgebeeld te belanden.
 De werkomstandigheden waren dikwijls zeer ongezond. De arbeiders moesten werken
in onhygiënische werkplaatsen (vochtig, zeer hoge of zeer lage temperaturen).
 Veiligheidsvoorschriften had men niet en viel men ziek of raakte men gewond dan stond men
er alleen voor. Woningen van het proletariaat waren in slechte staat. Door de urbanisering
was er in de steden plaats tekort en dus werden open terreinen en achtertuinen volgebouwd
met kortten. De woningen boden niet enkel te weinig leefruimte, zij misten meestal de
elementaire technisch-hygiënische voorzieningen zoals een toilet of wasgelegenheid. Pas op
het einde van de 19de eeuw kwam er enig beterschap in de bewoning van de proletariërs.

2
$3.59
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
yumistevens

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
yumistevens Hogeschool West-Vlaanderen
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
2
Member since
3 year
Number of followers
2
Documents
9
Last sold
2 year ago

0.0

0 reviews

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions