PROF. ROELENS EN PROF. VANDENBERGHE
DORIEN HEYLEN
1E MASTER REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE
ACADEMIEJAAR 2021-2022
119
,120
,1. FYSIOLOGIE VAN DE ZWANGERSCHAP
Zwangerschap
- Een toestand van perfecte symbiose tussen foetus en moederlijk organisme
- Fenomeen dat de meest ingrijpende veranderingen in een vrouwelijk lichaam teweegbrengt
Door kennis van deze veranderingen
- Begrip en juiste interpretatie van klinische en biochemische gegevens die fysiologisch zijn
- Tijdig herkennen van pathologische fenomenen
1. Ontstaan van de zwangerschap
1.1 Bevruchting en implantatie
Bevruchting vindt plaats na de ovulatie in de eileider → celdeling in eileider → morula komt aan in
baarmoeder → blastocyste gaat zich innestelen in de baarmoeder
Zwangerschapsduur
- Zwangerschap duurt gemiddeld 280 dagen (40 weken) of 266 dagen na conceptie (38 weken)
- Maar de spreiding is vrij groot
o Slechts ± 5 % van de vrouwen bevalt op de uitgerekende datum
o 25 % bevalt in de week rond de verwachte verlosdatum
1.2 Placenta
Vroeg embryo (4,5 week): blastocyste is nog een beetje zichtbaar (rijtje cellen aan de ene kant,
vochtblaasje aan de andere kant)
121
, Amnion = eerste vlies
Chorion = tweede vlies, hangt tegen de uteruswand
Dooierzak = klein ringvormig
PLACENTA
- Foetale zijde: bedekt met amnionvlies, hieronder de chorionplaat waarop navelstreng is
ingeplant
- Maternale zijde: wisselend aantal lobuli door septa van elkaar gescheiden
- Navelstreng waarin 3 bloedvaten zitten
- Zorgt voor circulatie in de baby
- Navelstreng gaat in placenta opsplitsen in kleine takjes
- Fijne takjes zitten in villi
- Villi monden uit in bloedmeer (grote blauwe zone),
hierin komt maternale bloed
- Bloedmeren worden gevuld vanuit de arteriën van de
moeder (uteriene slagader gaat opsplitsen in kleine
spiraalarteriën (kronkelende snelle arteriën))
122