Oedeemtherapie en
lymfedrainage
MEVR. VAN BESIEN, MEVR. SAMIJN EN MEVR.
VAN HEMELRIJCK
DORIEN EYLEN
1E MASTER REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE
ACADEMIEJAAR 2021-2022
209
,210
,THEORIE
1. Het lymfestelsel als onderdeel van de circulatie
- Lymfesysteem = onderdeel van totale circulatie
- Circulatie omvat alle ruimten in het lichaam waar langs ‘gebaande wegen’ vloeistof stroomt
- Bestaat uit hoge en lage druksysteem
Hoge druksysteem = arteriële stelsel (15 % totale bloedvolume)
- Grote en kleine slagaders
- Arteriolen
- Linker ventrikel tijdens systole
Lage druksysteem = postcapillaire vaatsegmenten (85 % totale bloedvolume)
- Venen
- Grote venenstammen
- Rechter harthelft
- Longcirculatie
- Linker atrium
- Linker ventrikel tijdens diastole
- Lymfestelsel → parallel geschakeld aan het veneuze deel van de bloedcirculatie
2. Anatomie van het lymfestelsel
Lymfestelsel
- Circulatie is éénrichtingsverkeer → er is geen centrale pomp (zoals het hart bij de bloedcirculatie)
- Aanwezig in elk weefsel → niet in het haar, de nagels, kraakbeen, retina en t.h.v. hersenen en
ruggenmerg
- Opgebouwd uit lymfevaten (vasa lymphatica) en lymfeknopen (nodi lymphatica)
2.1 Lymfevaten of vasa lymphatica
Afferente lymfesysteem Efferente lymfesysteem
- Lymfecapillairen - Lymfestammen
- Pre-collectoren
- Collectoren
Afferent lymfesysteem
- Lymfe naar lymfeknopen toe
- Oppervlakkig deel: ligt subcutaan en draineert huid en subcutis
- Diepe deel: draineert skeletspieren, botten en gewrichten
- Lymfeoedeem wordt bijna uitsluitend in het oppervlakkig gedeelte gevormd
Efferent lymfesysteem
- Lymfe van lymfeknopen weg
- Efferente banen vormen uiteindelijk de lymfestammen
211
, 1) Efferente precollector
2) Subcutane collector
3) Huid
4) Capillair netwerk
5) Precollectoren
6) Subcutis
7) Fascia
8) Subfasciale laag
9) Arterie
10) Diep perivasculair lymfevat
11) Connectie tussen precollector en diepe collector
12) Directe connectie precollector en diep lymfevat
LYMFECAPILLAIREN
- 100 μm
- Gesloten (blind) begin in de weefsels = initiële lymfevaten
- Opgebouwd uit enkele laag van endotheelcellen → gelijkaardig aan endotheelcellen en bloedcapillairen (10 μm)
- Resorptie van vocht en grote moleculen
- Geen spiervezels, dus geen actief pompsysteem
Passief transport door
- Ritmische pulsaties van nabijgelegen arteriën en arteriolen
- Adembewegingen
- Contracties van skeletspieren
- Lagere druk in aansluitende lymfevaten
Verschil tussen lymfecapillairen en bloedcapillairen
Bloedcapillairen Lymfecapillairen
Endotheelcellen tegen elkaar aangedrukt Endotheelcellen overlappen elkaar
Semipermeabel membraan: eiwitmoleculen
Geen membraan
kunnen in 1 richting passeren
Rechtstreeks verbonden aan elastische Via niet-elastische filamenten verbonden met
bindweefselfibrillen van interstitium elastische bindweefselfibrillen
Wanneer toename druk in interstitium (door te veel aan vocht)
Elastische bindweefselfibrillen worden uit elkaar geduwd → lijken op niet-elastische filamenten
Gevolg: ze trekken lymfecapillairen open
Endotheelcellen openen
Grote eiwitmoleculen en vocht kunnen worden opgenomen in de lymfecapillairen
PRE-COLLECTOREN
- Grote vaten: 100-200 μm
- Lymfecapillairen verenigen zich tot pre-collectoren
- Geringe hoeveelheid gladde spiercellen: door ritmisch samentrekken → actief transport mogelijk
- Kleppen verhinderen het terugstromen van lymfe
212
lymfedrainage
MEVR. VAN BESIEN, MEVR. SAMIJN EN MEVR.
VAN HEMELRIJCK
DORIEN EYLEN
1E MASTER REVALIDATIEWETENSCHAPPEN EN KINESITHERAPIE
ACADEMIEJAAR 2021-2022
209
,210
,THEORIE
1. Het lymfestelsel als onderdeel van de circulatie
- Lymfesysteem = onderdeel van totale circulatie
- Circulatie omvat alle ruimten in het lichaam waar langs ‘gebaande wegen’ vloeistof stroomt
- Bestaat uit hoge en lage druksysteem
Hoge druksysteem = arteriële stelsel (15 % totale bloedvolume)
- Grote en kleine slagaders
- Arteriolen
- Linker ventrikel tijdens systole
Lage druksysteem = postcapillaire vaatsegmenten (85 % totale bloedvolume)
- Venen
- Grote venenstammen
- Rechter harthelft
- Longcirculatie
- Linker atrium
- Linker ventrikel tijdens diastole
- Lymfestelsel → parallel geschakeld aan het veneuze deel van de bloedcirculatie
2. Anatomie van het lymfestelsel
Lymfestelsel
- Circulatie is éénrichtingsverkeer → er is geen centrale pomp (zoals het hart bij de bloedcirculatie)
- Aanwezig in elk weefsel → niet in het haar, de nagels, kraakbeen, retina en t.h.v. hersenen en
ruggenmerg
- Opgebouwd uit lymfevaten (vasa lymphatica) en lymfeknopen (nodi lymphatica)
2.1 Lymfevaten of vasa lymphatica
Afferente lymfesysteem Efferente lymfesysteem
- Lymfecapillairen - Lymfestammen
- Pre-collectoren
- Collectoren
Afferent lymfesysteem
- Lymfe naar lymfeknopen toe
- Oppervlakkig deel: ligt subcutaan en draineert huid en subcutis
- Diepe deel: draineert skeletspieren, botten en gewrichten
- Lymfeoedeem wordt bijna uitsluitend in het oppervlakkig gedeelte gevormd
Efferent lymfesysteem
- Lymfe van lymfeknopen weg
- Efferente banen vormen uiteindelijk de lymfestammen
211
, 1) Efferente precollector
2) Subcutane collector
3) Huid
4) Capillair netwerk
5) Precollectoren
6) Subcutis
7) Fascia
8) Subfasciale laag
9) Arterie
10) Diep perivasculair lymfevat
11) Connectie tussen precollector en diepe collector
12) Directe connectie precollector en diep lymfevat
LYMFECAPILLAIREN
- 100 μm
- Gesloten (blind) begin in de weefsels = initiële lymfevaten
- Opgebouwd uit enkele laag van endotheelcellen → gelijkaardig aan endotheelcellen en bloedcapillairen (10 μm)
- Resorptie van vocht en grote moleculen
- Geen spiervezels, dus geen actief pompsysteem
Passief transport door
- Ritmische pulsaties van nabijgelegen arteriën en arteriolen
- Adembewegingen
- Contracties van skeletspieren
- Lagere druk in aansluitende lymfevaten
Verschil tussen lymfecapillairen en bloedcapillairen
Bloedcapillairen Lymfecapillairen
Endotheelcellen tegen elkaar aangedrukt Endotheelcellen overlappen elkaar
Semipermeabel membraan: eiwitmoleculen
Geen membraan
kunnen in 1 richting passeren
Rechtstreeks verbonden aan elastische Via niet-elastische filamenten verbonden met
bindweefselfibrillen van interstitium elastische bindweefselfibrillen
Wanneer toename druk in interstitium (door te veel aan vocht)
Elastische bindweefselfibrillen worden uit elkaar geduwd → lijken op niet-elastische filamenten
Gevolg: ze trekken lymfecapillairen open
Endotheelcellen openen
Grote eiwitmoleculen en vocht kunnen worden opgenomen in de lymfecapillairen
PRE-COLLECTOREN
- Grote vaten: 100-200 μm
- Lymfecapillairen verenigen zich tot pre-collectoren
- Geringe hoeveelheid gladde spiercellen: door ritmisch samentrekken → actief transport mogelijk
- Kleppen verhinderen het terugstromen van lymfe
212