Anatomie Toetsweek 3 periode 1
Hoofdstuk 13
Elke harthelft is verdeeld is twee holten,
De bovenste -> atrium
De onderste -> ventrikel
Je hebt de grote en kleine bloedsomloop
Lichaamscirculatie en longcirculatie.
Functie van de grote bloedsomloop:
Vervoeren zuurstofrijk bloed naar alle organen in het lichaam
Afvoeren zuurstofarm bloed naar het hart
Route van de grote bloedsomloop:
Linkerkamer -> aorta -> slagaders -> kleine slagaders -> haarvaten -> organen en weefsels ->
haarvaten ->kleine aders -> aders -> holle aders -> rechterboezem.
Functie van de kleine bloedsomloop:
Vervoeren van zuurstofarm bloed naar longen
Vervoeren zuurstofrijk bloed naar hart
Route van kleine bloedsomloop:
Rechterkamer -> longslagader -> kleine slagaders -> haarvaten -> longweefsel -> haarvaten -> kleine
aders -> longaders -> linkerboezem.
Ligging van hart plaatje leren
Hart is opgebouwd uit de boezemspier en kamerspier, ze zijn gescheiden door bindweefselringen:
Annuli fibrosi cordis
Linker en rechterhelft zijn gescheiden door:
Harttussenschot (septum cordis) dat bestaat uit hartspierweefsel.
In de rechterboezem monden de
cava superior (bovenste holle ader)
cava inferior (onderste holle ader
hierdoor stroomt zuurstof arm bloed de rechterboezem in.
In de rechterkamer zie je de oorsprong van:
Truncus pulmonalis -> die splitst snel op tot longslagader (arteria pulmonalis)
Zuurstofarm bloed
In de linkerboezem monden:
4 longaders (venae pulmonalis)
Uit elke long twee met zuurstofrijk bloed
In de linkerkamer zit:
De aorta. Grootste bloedvat in je lichaam met zuurstofrijk bloed
Kleppen
, Tussen boezems en kamers Tussen kamers en grote slagaders
Boezem-kamerkleppen= Arteriële kleppen =
Atrioventriculaire kleppen= Halvemaanvormige kleppen
AV- kleppen
Rechts: links: Rechts: links:
Drieslippige klep= tweeslippige klep= Pulmonaal klep aortaklep
Tricuspidaalklep bicuspidaalklep
Hartwand:
Lagen van binnen naar buiten:
Endocard
Zorgt voor een heel glad oppervlak waar de bloedcellen langs glijden zonder kapot te gaan.
Eenlagig plaveiselepitheel, met dun laagje elastisch bindweefsel
Myocard
Dikste deel wat bestaat uit hartspierweefsel en vormt de eigenlijke hartspier.
Myocard van de boezems is dunner dan van de kamer. Dat komt door:
De boezems pompen het bloed naar de kamers daar is weinig spierkracht voor nodig, de kamers
moeten het bloed in de grote slagaders pompen.
Ook tussen de kamers is er verschil van dikte:
Linkerkant moet met heel veel kracht het de aorta in stromen en daarna heel het lichaam.
Rechterkant hoeft bloed alleen naar de longen te stuwen.
Pericard
Noemen we ook wel hartzakje. Binnenblad noem je epicard, vergroeid met hartoppervlak.
Tussen de vliezen zit de pericardholte met sereus vocht.
Functie is opheffen van wrijvingskracht tussen het bewegende hart en omringende weefsel
anderzijds.
Prikkelautomaat
Sinusknoop-> ligt in myocard van rechterboezem. Wekt elektrische prikkels op. De
prikkelfrequentie noem je sinusritme. Functie is dat beide boezems gaan samentrekken en
later ook de kamers.
Boezem-kamerknoop (AV-knoop)-> ligt lager dan sinusknoop. Het ontvangt prikkel van de
sinus knoop en geeft op zijn beurt ook weer prikkels af.
Bundel van His-> vanaf de AV-knoop loopt een bundel prikkelgeleidende spiercellen door het
harttussenschot van de boezems en daarna de kamer dat is de bundel van His.
Purkinjevezels -> de bundeltakken gaan in het myocard van de kamers hierin over. Ze zorgen
voor dat de prikkels naar alle hartspiercellen van het myocard gaan.
Hartritme
In rust word de sinusknoop vertraagt door de nervus vagus.
Bij inspanning door de nervi accelerantes (versnellende zenuwen)
Hartcyclus:
Wanneer je rustig zit klopt hij 75 keer per minuut.
Het kloppen is de actiefase (systole) (0.4 sec)
Word gevolgd door de rustfase (diastole) (o,4 sec)
Rustfase noem je ook wel passieve vullingsfase
Boezemsystole noem je ook wel actieve vullingsfase
Wanneer de boezems zich ontspannen heet dit boezemdiastole.
Hoofdstuk 13
Elke harthelft is verdeeld is twee holten,
De bovenste -> atrium
De onderste -> ventrikel
Je hebt de grote en kleine bloedsomloop
Lichaamscirculatie en longcirculatie.
Functie van de grote bloedsomloop:
Vervoeren zuurstofrijk bloed naar alle organen in het lichaam
Afvoeren zuurstofarm bloed naar het hart
Route van de grote bloedsomloop:
Linkerkamer -> aorta -> slagaders -> kleine slagaders -> haarvaten -> organen en weefsels ->
haarvaten ->kleine aders -> aders -> holle aders -> rechterboezem.
Functie van de kleine bloedsomloop:
Vervoeren van zuurstofarm bloed naar longen
Vervoeren zuurstofrijk bloed naar hart
Route van kleine bloedsomloop:
Rechterkamer -> longslagader -> kleine slagaders -> haarvaten -> longweefsel -> haarvaten -> kleine
aders -> longaders -> linkerboezem.
Ligging van hart plaatje leren
Hart is opgebouwd uit de boezemspier en kamerspier, ze zijn gescheiden door bindweefselringen:
Annuli fibrosi cordis
Linker en rechterhelft zijn gescheiden door:
Harttussenschot (septum cordis) dat bestaat uit hartspierweefsel.
In de rechterboezem monden de
cava superior (bovenste holle ader)
cava inferior (onderste holle ader
hierdoor stroomt zuurstof arm bloed de rechterboezem in.
In de rechterkamer zie je de oorsprong van:
Truncus pulmonalis -> die splitst snel op tot longslagader (arteria pulmonalis)
Zuurstofarm bloed
In de linkerboezem monden:
4 longaders (venae pulmonalis)
Uit elke long twee met zuurstofrijk bloed
In de linkerkamer zit:
De aorta. Grootste bloedvat in je lichaam met zuurstofrijk bloed
Kleppen
, Tussen boezems en kamers Tussen kamers en grote slagaders
Boezem-kamerkleppen= Arteriële kleppen =
Atrioventriculaire kleppen= Halvemaanvormige kleppen
AV- kleppen
Rechts: links: Rechts: links:
Drieslippige klep= tweeslippige klep= Pulmonaal klep aortaklep
Tricuspidaalklep bicuspidaalklep
Hartwand:
Lagen van binnen naar buiten:
Endocard
Zorgt voor een heel glad oppervlak waar de bloedcellen langs glijden zonder kapot te gaan.
Eenlagig plaveiselepitheel, met dun laagje elastisch bindweefsel
Myocard
Dikste deel wat bestaat uit hartspierweefsel en vormt de eigenlijke hartspier.
Myocard van de boezems is dunner dan van de kamer. Dat komt door:
De boezems pompen het bloed naar de kamers daar is weinig spierkracht voor nodig, de kamers
moeten het bloed in de grote slagaders pompen.
Ook tussen de kamers is er verschil van dikte:
Linkerkant moet met heel veel kracht het de aorta in stromen en daarna heel het lichaam.
Rechterkant hoeft bloed alleen naar de longen te stuwen.
Pericard
Noemen we ook wel hartzakje. Binnenblad noem je epicard, vergroeid met hartoppervlak.
Tussen de vliezen zit de pericardholte met sereus vocht.
Functie is opheffen van wrijvingskracht tussen het bewegende hart en omringende weefsel
anderzijds.
Prikkelautomaat
Sinusknoop-> ligt in myocard van rechterboezem. Wekt elektrische prikkels op. De
prikkelfrequentie noem je sinusritme. Functie is dat beide boezems gaan samentrekken en
later ook de kamers.
Boezem-kamerknoop (AV-knoop)-> ligt lager dan sinusknoop. Het ontvangt prikkel van de
sinus knoop en geeft op zijn beurt ook weer prikkels af.
Bundel van His-> vanaf de AV-knoop loopt een bundel prikkelgeleidende spiercellen door het
harttussenschot van de boezems en daarna de kamer dat is de bundel van His.
Purkinjevezels -> de bundeltakken gaan in het myocard van de kamers hierin over. Ze zorgen
voor dat de prikkels naar alle hartspiercellen van het myocard gaan.
Hartritme
In rust word de sinusknoop vertraagt door de nervus vagus.
Bij inspanning door de nervi accelerantes (versnellende zenuwen)
Hartcyclus:
Wanneer je rustig zit klopt hij 75 keer per minuut.
Het kloppen is de actiefase (systole) (0.4 sec)
Word gevolgd door de rustfase (diastole) (o,4 sec)
Rustfase noem je ook wel passieve vullingsfase
Boezemsystole noem je ook wel actieve vullingsfase
Wanneer de boezems zich ontspannen heet dit boezemdiastole.
