Inleiding Strafrecht
Inhoudsopgave
WEEK 1.......................................................................................................................................................... 2
HOORCOLLEGE.......................................................................................................................................................2
KENNISCLIPS..........................................................................................................................................................3
MULTIPLE CHOICE...................................................................................................................................................8
WEEK 2.......................................................................................................................................................... 9
HOORCOLLEGE.......................................................................................................................................................9
KENNISCLIPS........................................................................................................................................................12
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................12
WEEK 3........................................................................................................................................................ 14
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................14
MULTIPLE CHOICHE...............................................................................................................................................17
WEEK 4........................................................................................................................................................ 19
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................24
WEEK 5........................................................................................................................................................ 25
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................25
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................31
WEEK 6........................................................................................................................................................ 32
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................32
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................36
WEEK 7........................................................................................................................................................ 37
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................37
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................38
,Week 1
Hoorcollege
Strafbaar handelen
1. Handelen met een gevolg dat niet gewenst is.
2. Handelen waar een onveiligheid uit voortvloeit.
Strafrecht
Om (potentieel) onveilige situaties te voorkomen, maar ook om de samenleving te
ordenen.
Commune strafrecht Bijzondere strafrecht
Het ‘gewone’ strafrecht, dat wat is het ‘ordenende’ strafrecht, ordenen van de
vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. samenleving, dat wat is vastgelegd in de
overige wetgeving. (Opiumwet etc)
Paradoxen en dilemma’s in het strafrecht
Dilemma, want strafrecht is repressief en preventief.
Paradox, want iemand met een psychische stoornis kan een ernstig strafbaar feit
plegen.
Strafrecht wordt bepaald door tijd, plaats en cultuur.
Doel van straffen
Generale preventie
Speciale preventie
Vergelding
Normbevestiging
Genoegdoening slachtoffer
o Kan voor dilemma zorgen
Veiligheid in de samenleving garanderen.
Strafbaarheid strafrecht Materieel strafrecht
Strafrecht
Strafproces strafvordering Formeel strafrecht
Strafrecht als publiekrecht
Geeft recht tot straffen aan de overheid ipv aan het slachtoffer.
Is afdwingbaar.
Is niet onbegrensd
o Anders: machtsmisbruik door de overheid.
Legaliteitsbeginsel
Lex certa
o Rechtszekerheid, zorgt voor duidelijkheid in de wet.
Lex scripta
, o Geen gewoonterecht, alles moet opgeschreven zijn in
een wet.
Verbod van terugwerkende kracht
o Iets is pas strafbaar op het moment dat het dan ook
daadwerkelijk strafbaar is in de wet.
Verbod van analogie
o Alleen wat letterlijk in de wet staat is verboden, iemand
mag niet worden veroordeeld op wat bijna in de wet
staat.
Legaliteitsbeginsel belangrijk
Zo weten burgers waar ze aan toe zijn.
Maar:
Het wetboek is oud (1886). Deze moet wel anticiperen op de nieuwe
ontwikkelingen. Het is een vorm van legale analogie.
Wetboek van strafrecht Wetboek van strafvordering
Bestaat uit drie verschillende Waarborgen om te voorkomen dat
boeken. de overheid haar macht misbruikt.
Algemene regels (1), misdrijven (2) Staan alle procedures, wat de
en overtredingen (3). overheid wel/niet mag doen ten
Materiele strafrecht, gaat over de opzichte van de burger.
inhoud. Formele strafrecht, procedures.
Art 1 Sr, materiele Art 1 Sv, formeelrechtelijk
legaliteitsbeginsel. legaliteitsbeginsel
Kennisclips
Conclusie in een arrest
Opgesteld door de advocaat-generaal.
Wordt geschreven voordat de Hoge Raad een uitspraak doet.
Uitgebreid juridisch advies aan de Hoge Raad.
Geschreven door procureur-generaal of door een advocaat-generaal.
Vaak langer dan de uiteindelijke uitspraak.
Hoge Raad hoeft het advies niet te volgen en hoeft niet te reageren op de conclusie.
o Geen onderdeel van uitspraak zelf, maar wordt hier wel bij gepubliceerd.
Opbouw arrest
Eerste stap
o Feitelijke gegevens
o Essentie
o Welk rechtscollege heeft uitspraak gedaan?
Tweede stap
o Voorgaande uitspraken
Bewezenverklaring en uitspraak
o Cassatiemiddel
, o Wat is er precies gebeurd, wat zijn de feiten en uitspraak van de lagere
rechter?
Derde stap
o Hoge Raad
Beoordeling en beslissing
Oordeel Hoge Raad hierover
Arrest lezen
1. Eerste deel, wat hoort bij stap 1
a. Instantie, datum, door wie de conclusie is geschreven en op welke wet het
arrest van toepassing is aangegeven.
2. Onder de feitelijke gegevens lees je ook de essentie.
a. Betreft een korte samenvatting van de zaak.
3. Gegevens van de verdachte worden besproken.
a. Tegenwoordig zijn deze geanonimiseerd.
4. Wordt aangegeven wat er tot nu toe met de zaak is gebeurd.
a. In de meeste gevallen worden de bewijsmiddelen opgenomen, die het hof
heeft gebruikt. Je leest verder wat de beslissing is geweest van het Hof.
5. Onder uitspraak lees je wat het Hof heeft opgelegd (de straf) en voor welk strafbaar
feit de verdachte is veroordeeld.
6. Onder cassatiemiddel staat waarom de verdachte/advocaat-generaal het niet eens is
met de beslissing van het gerechtshof.
a. Verdachte in cassatie? Dan stellen zijn advocaten de cassatieschriftuur op.
i. Document waarin de klachten over het arrest van het Hoog
Gerechtshof zijn opgeschreven. Deze worden de cassatiemiddelen
genoemd.
7. Hoge Raad zelf komt aan het woord, zoals in stap 3.
a. Hoge Raad gaat uit van de feiten die door de feitenrechters (rechter in 1 e
aanleg) + het Hof zijn vastgelegd. Hoge Raad oordeelt alleen over of dat de
lagere rechter het recht goed heeft toegepast & de uitspraak goed heeft
uitgelegd.
Opbouw rechtelijke uitspraak annotatie
In de noot geeft de annotator (al dan niet kritisch0 commentaar op de uitspraak.
Sommige overwegingen worden in de noot duidelijker, dan wel in makkelijkere
woorden, uitgelegd dor de auteur van de nood.
De noot is geen onderdeel van de uitspraak.
Arrest bestuderen
1. Bekijk van welke rechterlijke instantie de uitspraak afkomstig is.
2. Lees de samenvatting.
3. Lees het arrest in zijn geheel.
a. Annotatie en conclusie included.
4. Maak een samenvatting waarin je antwoord geeft op onderstaande vragen:
a. Wat zijn de feiten?
b. Wat is de rechtsvraag?
Inhoudsopgave
WEEK 1.......................................................................................................................................................... 2
HOORCOLLEGE.......................................................................................................................................................2
KENNISCLIPS..........................................................................................................................................................3
MULTIPLE CHOICE...................................................................................................................................................8
WEEK 2.......................................................................................................................................................... 9
HOORCOLLEGE.......................................................................................................................................................9
KENNISCLIPS........................................................................................................................................................12
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................12
WEEK 3........................................................................................................................................................ 14
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................14
MULTIPLE CHOICHE...............................................................................................................................................17
WEEK 4........................................................................................................................................................ 19
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................24
WEEK 5........................................................................................................................................................ 25
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................25
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................31
WEEK 6........................................................................................................................................................ 32
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................32
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................36
WEEK 7........................................................................................................................................................ 37
HOORCOLLEGE.....................................................................................................................................................37
MULTIPLE CHOICE.................................................................................................................................................38
,Week 1
Hoorcollege
Strafbaar handelen
1. Handelen met een gevolg dat niet gewenst is.
2. Handelen waar een onveiligheid uit voortvloeit.
Strafrecht
Om (potentieel) onveilige situaties te voorkomen, maar ook om de samenleving te
ordenen.
Commune strafrecht Bijzondere strafrecht
Het ‘gewone’ strafrecht, dat wat is het ‘ordenende’ strafrecht, ordenen van de
vastgelegd in het Wetboek van Strafrecht. samenleving, dat wat is vastgelegd in de
overige wetgeving. (Opiumwet etc)
Paradoxen en dilemma’s in het strafrecht
Dilemma, want strafrecht is repressief en preventief.
Paradox, want iemand met een psychische stoornis kan een ernstig strafbaar feit
plegen.
Strafrecht wordt bepaald door tijd, plaats en cultuur.
Doel van straffen
Generale preventie
Speciale preventie
Vergelding
Normbevestiging
Genoegdoening slachtoffer
o Kan voor dilemma zorgen
Veiligheid in de samenleving garanderen.
Strafbaarheid strafrecht Materieel strafrecht
Strafrecht
Strafproces strafvordering Formeel strafrecht
Strafrecht als publiekrecht
Geeft recht tot straffen aan de overheid ipv aan het slachtoffer.
Is afdwingbaar.
Is niet onbegrensd
o Anders: machtsmisbruik door de overheid.
Legaliteitsbeginsel
Lex certa
o Rechtszekerheid, zorgt voor duidelijkheid in de wet.
Lex scripta
, o Geen gewoonterecht, alles moet opgeschreven zijn in
een wet.
Verbod van terugwerkende kracht
o Iets is pas strafbaar op het moment dat het dan ook
daadwerkelijk strafbaar is in de wet.
Verbod van analogie
o Alleen wat letterlijk in de wet staat is verboden, iemand
mag niet worden veroordeeld op wat bijna in de wet
staat.
Legaliteitsbeginsel belangrijk
Zo weten burgers waar ze aan toe zijn.
Maar:
Het wetboek is oud (1886). Deze moet wel anticiperen op de nieuwe
ontwikkelingen. Het is een vorm van legale analogie.
Wetboek van strafrecht Wetboek van strafvordering
Bestaat uit drie verschillende Waarborgen om te voorkomen dat
boeken. de overheid haar macht misbruikt.
Algemene regels (1), misdrijven (2) Staan alle procedures, wat de
en overtredingen (3). overheid wel/niet mag doen ten
Materiele strafrecht, gaat over de opzichte van de burger.
inhoud. Formele strafrecht, procedures.
Art 1 Sr, materiele Art 1 Sv, formeelrechtelijk
legaliteitsbeginsel. legaliteitsbeginsel
Kennisclips
Conclusie in een arrest
Opgesteld door de advocaat-generaal.
Wordt geschreven voordat de Hoge Raad een uitspraak doet.
Uitgebreid juridisch advies aan de Hoge Raad.
Geschreven door procureur-generaal of door een advocaat-generaal.
Vaak langer dan de uiteindelijke uitspraak.
Hoge Raad hoeft het advies niet te volgen en hoeft niet te reageren op de conclusie.
o Geen onderdeel van uitspraak zelf, maar wordt hier wel bij gepubliceerd.
Opbouw arrest
Eerste stap
o Feitelijke gegevens
o Essentie
o Welk rechtscollege heeft uitspraak gedaan?
Tweede stap
o Voorgaande uitspraken
Bewezenverklaring en uitspraak
o Cassatiemiddel
, o Wat is er precies gebeurd, wat zijn de feiten en uitspraak van de lagere
rechter?
Derde stap
o Hoge Raad
Beoordeling en beslissing
Oordeel Hoge Raad hierover
Arrest lezen
1. Eerste deel, wat hoort bij stap 1
a. Instantie, datum, door wie de conclusie is geschreven en op welke wet het
arrest van toepassing is aangegeven.
2. Onder de feitelijke gegevens lees je ook de essentie.
a. Betreft een korte samenvatting van de zaak.
3. Gegevens van de verdachte worden besproken.
a. Tegenwoordig zijn deze geanonimiseerd.
4. Wordt aangegeven wat er tot nu toe met de zaak is gebeurd.
a. In de meeste gevallen worden de bewijsmiddelen opgenomen, die het hof
heeft gebruikt. Je leest verder wat de beslissing is geweest van het Hof.
5. Onder uitspraak lees je wat het Hof heeft opgelegd (de straf) en voor welk strafbaar
feit de verdachte is veroordeeld.
6. Onder cassatiemiddel staat waarom de verdachte/advocaat-generaal het niet eens is
met de beslissing van het gerechtshof.
a. Verdachte in cassatie? Dan stellen zijn advocaten de cassatieschriftuur op.
i. Document waarin de klachten over het arrest van het Hoog
Gerechtshof zijn opgeschreven. Deze worden de cassatiemiddelen
genoemd.
7. Hoge Raad zelf komt aan het woord, zoals in stap 3.
a. Hoge Raad gaat uit van de feiten die door de feitenrechters (rechter in 1 e
aanleg) + het Hof zijn vastgelegd. Hoge Raad oordeelt alleen over of dat de
lagere rechter het recht goed heeft toegepast & de uitspraak goed heeft
uitgelegd.
Opbouw rechtelijke uitspraak annotatie
In de noot geeft de annotator (al dan niet kritisch0 commentaar op de uitspraak.
Sommige overwegingen worden in de noot duidelijker, dan wel in makkelijkere
woorden, uitgelegd dor de auteur van de nood.
De noot is geen onderdeel van de uitspraak.
Arrest bestuderen
1. Bekijk van welke rechterlijke instantie de uitspraak afkomstig is.
2. Lees de samenvatting.
3. Lees het arrest in zijn geheel.
a. Annotatie en conclusie included.
4. Maak een samenvatting waarin je antwoord geeft op onderstaande vragen:
a. Wat zijn de feiten?
b. Wat is de rechtsvraag?
