Audit Reporting for Going-Concern Uncertainty: A
Research Synthesis
Elizabeth Carson, Neil L. Farther, Marshall A. Geiger, Clive S. Lennox, K. Raghunandan, and Marleen Willekens
In dit artikel wordt besproken het onderzoek naar de going-concern modified audit opinions (GCO's)
(ofwel: geen continuïteitsveronderstelling) en ontwikkelen we een raamwerk om dit onderzoek te
categoriseren. We onderscheiden drie belangrijke onderzoeksgebieden:
(1) determinanten van GCO's, waaronder klantfactoren, auditorfactoren, auditor-cliëntrelaties en andere
omgevingsfactoren,
(2) nauwkeurigheid van GCO's en
(3) gevolgen die voortvloeien uit GCO's.
We identificeren methode gerelateerde overwegingen voor onderzoekers die in het gebied werken en
identificeren toekomstige onderzoeksmogelijkheden.
Aanleiding:
De wereldwijde financiële crisis die in 2007 begon, heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het
aantal faillissementen van bedrijven en heeft geleid tot een hernieuwde belangstelling voor
accountantsrapportage over klanten met financiële problemen. Kwesties van onmiddellijke zorg hebben
betrekking op de uitzonderlijke risico's waarmee ondernemingen in 2007 en 2008 op het hoogtepunt van
de liquiditeits- en kredietproblemen te maken hadden, en de rol die accountants moesten spelen bij het
waarschuwen voor dergelijke problemen.
Doel:
Het doel van deze beoordeling is het samenvatten en bespreken van eerdere academische literatuur die
relevant is voor het besluit van de auditor om een oordeel te geven dat is aangepast wegens onzekerheid
door going-concern uncertainty (hierna: GCO). We beperken onze beoordeling tot enkele van de
belangrijkste bevindingen uit de controleliteratuur van de afgelopen vier decennia. We ontwikkelen een
framework dat onze categorisering van de belangrijkste thema's die in de bestaande literatuur zijn
onderzocht, zie Figure 1.
, Focus van het onderzoek:
In ons literatuuronderzoek richten we ons meer specifiek op de determinanten (elementen die bepalend
zijn) van GCO's, de nauwkeurigheid van GCO's die al dan niet zijn afgegeven door auditors, en de
gevolgen van GCO's voor klanten en auditors.
1. Determinanten van GCO's
Volgens Standaarden hebben auditors de verantwoordelijkheid om te beoordelen of er substantiële
twijfel bestaat over het vermogen van een entiteit om gedurende een redelijke periode (niet langer dan
12 maanden vanaf de balansdatum) in continuïteit te blijven. Volgens de algemeen aanvaarde
boekhoudprincipes van de VS (GAAP) wordt de continuïteitsbasis voor de presentatie van financiële
overzichten verondersteld bij gebrek aan informatie die het tegendeel aangeeft. Dienovereenkomstig
worden beoordelingen door auditors gemaakt op basis van kennis verkregen uit auditprocedures en
kennis van omstandigheden en gebeurtenissen die bestaan op of voorafgaand aan de voltooiing van
veldwerk die betrekking hebben op de validiteit van de continuïteitsveronderstelling en het gebruik van
de continuïteitsbasis voor het opstellen van de jaarrekening. Auditors zijn verplicht informatie te
verkrijgen over de plannen van het management om eventuele zorgen weg te nemen en de
waarschijnlijkheid van een succesvolle implementatie van dergelijke plannen te beoordelen. Als de
auditor nog steeds substantiële twijfel heeft over het vermogen van de entiteit om haar continuïteit te
handhaven, dient de auditor de toereikendheid van de toelichtingen van het management in de
financiële overzichten in overweging te nemen en moet de auditor zijn/haar oordeel aanpassen om een
verklarende paragraaf op te nemen waarin de redenen voor bezorgd.
We delen archiefliteratuur over determinanten van GCO's in vier berede categorieën:
cliëntfactoren,
auditorfactoren,
auditor-cliëntrelatiefactoren en
omgevingsfactoren.
Research Synthesis
Elizabeth Carson, Neil L. Farther, Marshall A. Geiger, Clive S. Lennox, K. Raghunandan, and Marleen Willekens
In dit artikel wordt besproken het onderzoek naar de going-concern modified audit opinions (GCO's)
(ofwel: geen continuïteitsveronderstelling) en ontwikkelen we een raamwerk om dit onderzoek te
categoriseren. We onderscheiden drie belangrijke onderzoeksgebieden:
(1) determinanten van GCO's, waaronder klantfactoren, auditorfactoren, auditor-cliëntrelaties en andere
omgevingsfactoren,
(2) nauwkeurigheid van GCO's en
(3) gevolgen die voortvloeien uit GCO's.
We identificeren methode gerelateerde overwegingen voor onderzoekers die in het gebied werken en
identificeren toekomstige onderzoeksmogelijkheden.
Aanleiding:
De wereldwijde financiële crisis die in 2007 begon, heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het
aantal faillissementen van bedrijven en heeft geleid tot een hernieuwde belangstelling voor
accountantsrapportage over klanten met financiële problemen. Kwesties van onmiddellijke zorg hebben
betrekking op de uitzonderlijke risico's waarmee ondernemingen in 2007 en 2008 op het hoogtepunt van
de liquiditeits- en kredietproblemen te maken hadden, en de rol die accountants moesten spelen bij het
waarschuwen voor dergelijke problemen.
Doel:
Het doel van deze beoordeling is het samenvatten en bespreken van eerdere academische literatuur die
relevant is voor het besluit van de auditor om een oordeel te geven dat is aangepast wegens onzekerheid
door going-concern uncertainty (hierna: GCO). We beperken onze beoordeling tot enkele van de
belangrijkste bevindingen uit de controleliteratuur van de afgelopen vier decennia. We ontwikkelen een
framework dat onze categorisering van de belangrijkste thema's die in de bestaande literatuur zijn
onderzocht, zie Figure 1.
, Focus van het onderzoek:
In ons literatuuronderzoek richten we ons meer specifiek op de determinanten (elementen die bepalend
zijn) van GCO's, de nauwkeurigheid van GCO's die al dan niet zijn afgegeven door auditors, en de
gevolgen van GCO's voor klanten en auditors.
1. Determinanten van GCO's
Volgens Standaarden hebben auditors de verantwoordelijkheid om te beoordelen of er substantiële
twijfel bestaat over het vermogen van een entiteit om gedurende een redelijke periode (niet langer dan
12 maanden vanaf de balansdatum) in continuïteit te blijven. Volgens de algemeen aanvaarde
boekhoudprincipes van de VS (GAAP) wordt de continuïteitsbasis voor de presentatie van financiële
overzichten verondersteld bij gebrek aan informatie die het tegendeel aangeeft. Dienovereenkomstig
worden beoordelingen door auditors gemaakt op basis van kennis verkregen uit auditprocedures en
kennis van omstandigheden en gebeurtenissen die bestaan op of voorafgaand aan de voltooiing van
veldwerk die betrekking hebben op de validiteit van de continuïteitsveronderstelling en het gebruik van
de continuïteitsbasis voor het opstellen van de jaarrekening. Auditors zijn verplicht informatie te
verkrijgen over de plannen van het management om eventuele zorgen weg te nemen en de
waarschijnlijkheid van een succesvolle implementatie van dergelijke plannen te beoordelen. Als de
auditor nog steeds substantiële twijfel heeft over het vermogen van de entiteit om haar continuïteit te
handhaven, dient de auditor de toereikendheid van de toelichtingen van het management in de
financiële overzichten in overweging te nemen en moet de auditor zijn/haar oordeel aanpassen om een
verklarende paragraaf op te nemen waarin de redenen voor bezorgd.
We delen archiefliteratuur over determinanten van GCO's in vier berede categorieën:
cliëntfactoren,
auditorfactoren,
auditor-cliëntrelatiefactoren en
omgevingsfactoren.
