1. Een ieder → art. 7 lid 1 Wet OB (AWR lichamen)
2. Zelfstandig → art. 10 btw-richtlijn (Van der Steen arrest)
3. Bedrijf/economische activiteit → art.
• Ook: art. 7 lid 2 Wet OB exploiteren vermogensbestanddeel
Wat? → art. 1 Wet OB
1. Leveringen → art. 1 sub a jo. Art. 3 Wet OB
a. Onder bezwarende titel
i. Rechtsbetrekking
ii. Prestaties over en weer
iii. Op geld waardeerbare vergoeding
iv. Rechtstreeks verband prestatie – vergoeding
2. Diensten → art. 1 sub a jo. Art. 4 Wet OB: Alle prestaties tegen vergoeding die geen
leveringen van goederen zijn.
a. Onder bezwarende titel
i. Rechtsbetrekking
ii. Prestaties over en weer
iii. Op geld waardeerbare vergoeding
iv. Rechtstreeks verband prestatie – vergoeding
3. ICL goederen → art. 1 sub b jo. Art. 17 e.v. Wet OB = Een levering die in Nederland
plaatsvindt in het kader waarvan vanuit Nederland goederen naar een andere lidstaat
worden verzonden of vervoerd (OMVV). Voorwaarden toepassen nultarief:
a. Vervoer naar een andere lidstaat (Tabel II post a.6) → volg de goederen
b. Goederen in andere lidstaat onderworpen aan ICV (Tabel II post a.6 )
i. Denk aan registratieverplichting!
, c. Aanspraak nultarief moet blijken uit ‘boeken en bescheiden’ (art. 12 lid 1
Uitv.Besl. OB)
d. Btw-nummer afnemer voor controle (art. 12 lid 2 sub a nummer 2)
e. Opgaaf intracommunautaire prestaties (art. 12 lid 1 sub a nummer 2)
4. ICV goederen → art. 17a Wet OB en art. 20 btw-richtlijn = een verwerving van goederen
door een ondernemer ingevolge een levering door een ondernemer waarbij de goederen
van een lidstaat naar Nederland zijn verzonden of vervoerd.
5. Invoer goederen → art. 1 sub d jo. art. 18 e.v. Wet OB jo. art. 30 Rtw-richtlijn: het
binnenbrengen van goederen in de EU die niet in het vrije verkeer zijn.
a. Ook: onttrekken aan douaneverkeer
Waar?
1. Levering zonder vervoer: Waar het goed zich bevindt op het moment van levering (art. 5
lid 1 sub b OB jo. 31 btw-richtlijn)
2. Levering met vervoer: de plaats waar het vervoer aanvangt (art. 5 lid 1 sub a OB jo art.
32 btw-richtlijn)
3. Ketentransacties: invoer is een apart belastbaar feit; levering ook
4. Afstandsverkopen: afstandsverkoop belast in land particulier, tenzij: verkoper slechts in
één lidstaat gevestigd + totaal van leveringen aan consumenten in andere lidstaten minder
dan €10.000 in dit of vorig boekjaar. Let ook op OSS-aanmelding. Zie art. 2a onder w OB
jo art. 5a OB en art. 6k OB.
5. Levering dienst B2B: vindt plaats in het land waar de afnemer is gevestigd / VI heeft (art.
1 lid 2 OB en 196 btw-richtlijn / art. 11 btw-verordening). Veel uitzonderingen in art. 6!
(groen en geel gemarkeerd). Let op verplichte verlegging verschuldigdheid naar afnemer!
6. Levering dienst B2C: woon- of vestigingsplaats dienstverrichter of de VI.
Uitzonderingen ook in art. 6! (blauw en geel gemarkeerd)
7. ICV: plaats verwerving = plaats aankomst en anders plaats van btw-nummer (art. 17bOB)
8. Invoer goederen: art. 60/61btw-richtlijn → lidstaat waar het goed is als het de EU
binnenkomt/aan het douaneverkeer wordt onttrokken