Hoorcollege 1 – Geschiedenis van de Nederlandse Geografi e
Bijlage over geschiedenis Nederlandse Sociale Geografie
1877 belangrijk jaar voor geografie in Nederland:
- Voor het eerst een hoogleraar geografie aan de Universiteit van Amsterdam: C.M. Kan
hij kon zelf nog geen geografie studeren, doceerde fysische en sociale geografie
- Bosatlas verschijnt schoolaardrijkskunde gaat een belangrijk vak worden op toentertijd
HBS (VWO), vaderlandsliefde daardoor ook belangrijk, nationalistische achtergrond. Bos
schreef ook veel leerboeken voor studenten
- KNAG (1873) organiseert hun 1e expedities, durende tot (1877 tot) 1959 naar nieuw Genua.
Vooral expedities naar Nederlandse kolonies Nl-Indië, maar ook Suriname. In vroegere
Atlassen kwamen de koloniën van Nederland erg prominent in beeld, nationale trots. Eerste
expeditie naar Nederlands-Indië, naar binnenlanden Sumatra. Sumatra zou rijk zijn allerlei
ertsen etc., zijn er mogelijkheden om die te winnen. Het was een duidelijk economisch doel
voor Nederlandse rijkdom. Expeditie naar Nederlands-Indië lieten zien dat dit Nederlands
grondgebied was. Expedities niet veilig door vijandigheid en door sultans zijn weggegaan.
Laatste bijlage 1877 over hoe de expeditieleden zich voorstelde aan de lokale sultans in een
poging tot harmonieuze samenwerkingen. Duidelijk mislukt
Koloniale geografie in combinatie met vaderlandsgeografie dat op school belangrijk. Geografie was
dus of gericht op expedities (koloniaal) of vaderlandsaardrijkskunde (schoolgericht).
Uitzonderingen op deze 2 stromingen:
- Economische geografie: Blink grondlegger. Zeer bekende aardrijkskunde leraar levensloop
in bijlage 1. In 1908 bijna hoogleraar in Utrecht, maar Niermeijer werd gekozen (nam de
Bosatlas over), elitaire man ipv boerse Blink
- Vaderlandse-aardrijkskunde: Beekman en Schuiling. Weinig aandacht voor stadsgeografie,
pas vanaf jaren 70
Toen Kan met pensioen ging in 1907, zei hij dat er 2 opvolgers moesten komen, voor fysische- en
sociale geografie. Fysische: Dubios (arts, niet van erg grote betekenis) sociale: Steinmetz.
Steinmetz interpreteerde sociale geografie als sociografie. Dit mocht, omdat nergens
beschreven stond wat sociale geografie was. Is een inductieve wetenschap: verzamelen van feiten,
generalisering, theorievorming. Hoe werd feest gevierd, wat waren bestaansmiddelen? etc. Het was
erg beschrijvend en inventariserend. Latere sociografen vormden door deze theorieën de sociologie.
In bijlage 2 staat hoe het onderwijs ging in de jaren 20/30 bij Steinmetz
Steinmetz werd opgevolgd door (zijn leerling) Ter Veen in 1933. Maakt van de sociografie een
praktische wetenschap beroemd. Haarlemmer meer was na de drooglegging de eerste 30 jaar een
heel armzalig ellendig gebied niet bestuurlijk geregeld. Pas 10 jaar later kwam er welvaart de
geschiedenis mag zich niet herhalen. De overheid moet volgens hem meer een sturende en alles
bepalende rol hebben in dergelijke beslissingen. De overheid moet bijv. selecteren wie er pionier
gaat worden. Sociografen werden ingezet om hier aan mee te bepalen. Hij maakt van de sociografie
een veel meer praktische wetenschap
De Vries Reilingh volgde Ter Veen op, oprichter van de volkshogescholen. Had te kampen met de
opkomst van sociale wetenschappen concurrent voor de sociografen. Heeft van de sociografie
Bijlage over geschiedenis Nederlandse Sociale Geografie
1877 belangrijk jaar voor geografie in Nederland:
- Voor het eerst een hoogleraar geografie aan de Universiteit van Amsterdam: C.M. Kan
hij kon zelf nog geen geografie studeren, doceerde fysische en sociale geografie
- Bosatlas verschijnt schoolaardrijkskunde gaat een belangrijk vak worden op toentertijd
HBS (VWO), vaderlandsliefde daardoor ook belangrijk, nationalistische achtergrond. Bos
schreef ook veel leerboeken voor studenten
- KNAG (1873) organiseert hun 1e expedities, durende tot (1877 tot) 1959 naar nieuw Genua.
Vooral expedities naar Nederlandse kolonies Nl-Indië, maar ook Suriname. In vroegere
Atlassen kwamen de koloniën van Nederland erg prominent in beeld, nationale trots. Eerste
expeditie naar Nederlands-Indië, naar binnenlanden Sumatra. Sumatra zou rijk zijn allerlei
ertsen etc., zijn er mogelijkheden om die te winnen. Het was een duidelijk economisch doel
voor Nederlandse rijkdom. Expeditie naar Nederlands-Indië lieten zien dat dit Nederlands
grondgebied was. Expedities niet veilig door vijandigheid en door sultans zijn weggegaan.
Laatste bijlage 1877 over hoe de expeditieleden zich voorstelde aan de lokale sultans in een
poging tot harmonieuze samenwerkingen. Duidelijk mislukt
Koloniale geografie in combinatie met vaderlandsgeografie dat op school belangrijk. Geografie was
dus of gericht op expedities (koloniaal) of vaderlandsaardrijkskunde (schoolgericht).
Uitzonderingen op deze 2 stromingen:
- Economische geografie: Blink grondlegger. Zeer bekende aardrijkskunde leraar levensloop
in bijlage 1. In 1908 bijna hoogleraar in Utrecht, maar Niermeijer werd gekozen (nam de
Bosatlas over), elitaire man ipv boerse Blink
- Vaderlandse-aardrijkskunde: Beekman en Schuiling. Weinig aandacht voor stadsgeografie,
pas vanaf jaren 70
Toen Kan met pensioen ging in 1907, zei hij dat er 2 opvolgers moesten komen, voor fysische- en
sociale geografie. Fysische: Dubios (arts, niet van erg grote betekenis) sociale: Steinmetz.
Steinmetz interpreteerde sociale geografie als sociografie. Dit mocht, omdat nergens
beschreven stond wat sociale geografie was. Is een inductieve wetenschap: verzamelen van feiten,
generalisering, theorievorming. Hoe werd feest gevierd, wat waren bestaansmiddelen? etc. Het was
erg beschrijvend en inventariserend. Latere sociografen vormden door deze theorieën de sociologie.
In bijlage 2 staat hoe het onderwijs ging in de jaren 20/30 bij Steinmetz
Steinmetz werd opgevolgd door (zijn leerling) Ter Veen in 1933. Maakt van de sociografie een
praktische wetenschap beroemd. Haarlemmer meer was na de drooglegging de eerste 30 jaar een
heel armzalig ellendig gebied niet bestuurlijk geregeld. Pas 10 jaar later kwam er welvaart de
geschiedenis mag zich niet herhalen. De overheid moet volgens hem meer een sturende en alles
bepalende rol hebben in dergelijke beslissingen. De overheid moet bijv. selecteren wie er pionier
gaat worden. Sociografen werden ingezet om hier aan mee te bepalen. Hij maakt van de sociografie
een veel meer praktische wetenschap
De Vries Reilingh volgde Ter Veen op, oprichter van de volkshogescholen. Had te kampen met de
opkomst van sociale wetenschappen concurrent voor de sociografen. Heeft van de sociografie