Kernbegrippen kwalitatief onderzoek:
Credibility (geloofwaardigheid) = interpretaties die de onderzoeker maakt komen overeen
met de gegevens die hij heeft verzameld.
De interpretaties zijn geloofwaardig wanneer deze herkenbaar/betekenisvol zijn voor de
respondenten.
Transferability (overdraagbaarheid) = zijn de resultaten overdraagbaar/toepasbaar bij
andere contexten.
Dependability (afhankelijkheid) = is de context van het onderzoek goed weergeven in de
data en is het onderzoek onafhankelijk geweest van de keuzes van de onderzoeker.
Confirmability (overtuigingskracht)= volgen bevindingen logisch uit de data en kan dit
aangetoond worden.
Onderzoeker moet bewust zijn van zijn rol en kritisch reflecteren.
Peer debriefing= het raadplegen van vakgenoten en experts. Interpretatie voorleggen en
kijken of opvattingen overeenkomen. Aannames en vooroordelen identificeren.
- belangrijk voor confirmability
Zelfreflectie= figuurlijke spiegel voor jezelf houden om jezelf bewust te worden van
handelingen die je uitvoert.
- belangrijk voor confirmability
Audit-trail= procedure om herhaaldelijkheid te garanderen stappen vastleggen in
volgorde.
- belangrijk voor confirmability
Triangulatie= het gebruiken van meerdere middelen om meer begrip te krijgen in hetgeen
wat je onderzoekt. Vanuit verschillende kanten bekijken.
- data triangulatie= meerdere databronnen
- onderzoeker triangulatie= meerdere onderzoekers
- theorie triangulatie= meerdere theoretische invalshoeken
- methodologische triangulatie= meerdere methodes gebruiken
- belangrijk voor credibility, dependability
Membercheck= de onderzoeker gaat na analyse terug naar respondent om te kijken of de
resultaten volgens hen als geloofwaardig worden beoordeeld.
- belangrijk voor credibility
Thick description= contextschetsing, niet alleen onderzoek voorwerp beschrijven maar ook
in bredere context plaatsen. Hierdoor krijg je meer diepgang.
- belangrijk voor transferability
Credibility (geloofwaardigheid) = interpretaties die de onderzoeker maakt komen overeen
met de gegevens die hij heeft verzameld.
De interpretaties zijn geloofwaardig wanneer deze herkenbaar/betekenisvol zijn voor de
respondenten.
Transferability (overdraagbaarheid) = zijn de resultaten overdraagbaar/toepasbaar bij
andere contexten.
Dependability (afhankelijkheid) = is de context van het onderzoek goed weergeven in de
data en is het onderzoek onafhankelijk geweest van de keuzes van de onderzoeker.
Confirmability (overtuigingskracht)= volgen bevindingen logisch uit de data en kan dit
aangetoond worden.
Onderzoeker moet bewust zijn van zijn rol en kritisch reflecteren.
Peer debriefing= het raadplegen van vakgenoten en experts. Interpretatie voorleggen en
kijken of opvattingen overeenkomen. Aannames en vooroordelen identificeren.
- belangrijk voor confirmability
Zelfreflectie= figuurlijke spiegel voor jezelf houden om jezelf bewust te worden van
handelingen die je uitvoert.
- belangrijk voor confirmability
Audit-trail= procedure om herhaaldelijkheid te garanderen stappen vastleggen in
volgorde.
- belangrijk voor confirmability
Triangulatie= het gebruiken van meerdere middelen om meer begrip te krijgen in hetgeen
wat je onderzoekt. Vanuit verschillende kanten bekijken.
- data triangulatie= meerdere databronnen
- onderzoeker triangulatie= meerdere onderzoekers
- theorie triangulatie= meerdere theoretische invalshoeken
- methodologische triangulatie= meerdere methodes gebruiken
- belangrijk voor credibility, dependability
Membercheck= de onderzoeker gaat na analyse terug naar respondent om te kijken of de
resultaten volgens hen als geloofwaardig worden beoordeeld.
- belangrijk voor credibility
Thick description= contextschetsing, niet alleen onderzoek voorwerp beschrijven maar ook
in bredere context plaatsen. Hierdoor krijg je meer diepgang.
- belangrijk voor transferability