Samenvatting BIAZ circulatie

Embryologie van het hart
Embryogenese
- Ontstaan van embryo begint met samensmelten zaad en eicel (zyote)
- Daarna volgen fasen morula, blastula, granulatie
 Tijdens laatste fase wordt drielagig kiemblad gevormd
 Endoderm
 Mesoderm
 Ectoderm
e de
- 3 en 4 week is meest kwetsbare periode voor embryo  verstoringen kunnen lijden tot
aangeboren afwijkingen

Hart
- Eerste maand
 Hart vormt zich vanaf dag 16
 6-8 weken heeft hart uiteindelijke vorm en kleppen
 Hart begint op dag 24 te kloppen
 Harttonen zijn bij week 10-12 hoorbaar met doptone
- Tweede maand
 Van achter en voorwand ontwikkelen zich endocardkussens  ontwikkelen tot li en
re atrioventriculaire kanaal
 Septum primum en secundum tussen atria  hiertussen opening: foramen ovale
 Verstoringen kunnen leiden tot ASD
 Interventriculaire septum tussen ventrikels
- Circulatie
 Vanaf 5 weken stroomt bloed door hart via een continue buis  buis groeit uit tot
aortico pulmonale septum
 Aorta scheidt zich van pulmonale systeem  krijgen gedraaide positie tov
elkaar
 Als het niet goed ontwikkelt is er sprake van truncus arteriosus  aorta en a.
pulmonalis bestaat uit 1 groot uitstroomvat van hart

Foetale circulatie
- Foetale longen vormen dichte massa  door hoge vaatweerstand stroomt er nauwelijks
bloed door
- Door foramen ovale en ductus arteriosus omzeilt bloed de longen
 Bloed stroomt van re atrium naar li atrium via foramen ovale
 Kleine hoeveelheid in a. pulmonalis  gaat via verbinding tussen a. pulmonalis en
aorta (ductus arteriosus) naar lichaamscirculatie
- Na geboorte ontplooien longen  vaatweerstand daalt  hart is in staat bloed naar longen
te pompen  foramen ovale en ductus arteriosus sluiten door verandering van druk en
bloedstroom

,Anatomie van het hart
- In week 6 begint hart te kloppen
- Hart begint als lange buis  vormt zich snel naar definitieve vorm
- Rondpompen systeemcirculatie kost 6-7 keer meer kracht dan longcirculatie

Wand van hart
- Epicard
- Myocard  spierweefsel is opgebouwd in banden rond atria en spiraalsgewijs om ventrikels
 verhoogd pomprendement
- Endocard

Bindweefsels van hart
- Bestaat uit collagene en elastische vezels
 Verstevigd myocard
 Hart wordt verstevigd  voorkomt dat het uitrekt
 Hart wordt ondersteund bij terugkeer in oorspronkelijke vorm na contractie

AV kleppen (atrioventriculaire kleppen)
- Tricuspidalisklep (3 slippig) en mitralisklep (2 slippig)
- Voorkomen terugstroom van bloed van ventrikel naar atrium
- Chordae tendinae en papillairspieren spelen belangrijke rol in functioneren

Halvemaanvormige kleppen
- Pulmonaalklep en aortaklep  beiden 3 slippig
- Worden niet door spieren ondersteund doordat:
 Arteriewanden trekken niet samen
 Stabiele liggen van kleppen tov elkaar

Coronaire circulatie
- Voert bloed aan naar spierweefsel van hart
- Tijdens inspanning stijgt O2 behoefte van hart  bloedstroom kan 9x zo hoog worden
- LCA/ LM en RCA ontspringen bij aortasinussen aan basis aortaklep

,Grote en kleine circulatie
Kleine circulatie
- Longcirculatie
- Brengt O2 arm bloed vanuit hart naar longen en O2 rijk bloed terug naar hart

Grote circulatie
- Systeem/ lichaamscirculatie
- Brengt O2 rijk bloed naar lichaam en organen en O2 arm bloed terug naar hart

Om optimale pompfunctie te garanderen moet:
- Myocard niet beschadigd zijn bv na hartinfarct
- Coronairvaten zonder afwijkingen
- Goed functionerende hartkleppen
- Regelmatige prikkelvorming vanuit sinusknoop
- Ongehinderde prikkelgeleiding

, Circulatie
Definitie en functie
Circulatie heeft als doel om door middel van spierarbeid van het hart het bloed naar en van de
weefsels en organen te laten stromen. Circulatie moet zich aanpassen aan
- Ademhalingsfactor  activiteiten skeletspieren
- Stressfactor  infectie, trauma, ziekte etc.
- Lichaamstemperatuur  koorts, onderkoeling
Arteriën vormen schakel tussen hart en organen. Venen brengen bloed terug naar het hart, maar
functioneren ook als opslagplaats voor bloed.

Verbanden met andere orgaansystemen
- Ademhaling
Draagt bij door adempompmechanisme aan bloedstroom in veneuze compartiment
- Zuurstofbalans van myocard
Hart is voor O2 voorziening afhankelijk van eigen actie en bloedvatensysteem
- Urogenitaal systeem
Nieren bewaken totale waterhoeveelheid dus ook deels circulerend volume
- Bloed
Hemoglobine is transportmedium voor O2 en kooldioxide  wordt door cardiovasculair
systeem van en naar doelorganen gebracht
- Zenuwstelsel
Bloeddrukregulatiescentrum zit in hersenstam, reguleert hartfunctie en vaattonus.
- Alle orgaansystemen
Alle organen zijn aangesloten op circulatie en worden continue doorbloed voor aanvoer O2,
water en voedingsstoffen en voor afvoer kooldioxide, zuur etc.


Law of eight
- Is een model/ mindmap van de circulatie in vorm van een 8
- Is bedoeld op fysiologie en pathologische situaties waarin circulatie betrokken is inzichtelijk
te maken
- Zes compartimenten
 Systemische veneus
 Pulmonaal arterieel
 Pulmonaal capillair
 Pulmonaal veneus
 Systemisch arterieel
 Systemisch capillair