7-sprong probleemtaak 6

7-Sprong - Taak 6
Navigatie
1. Begrippen verhelderen 5. Leerdoelen formuleren
2. Probleemstelling formulerenVerhelderen van 6. Zelfstudie
onduidelijke en verwarrende begrippen.
Benoem deze begrippen in dit document en kijk
of je een uitleg kunt vinden over het begrip. Zet
deze er ook bij.
3. Brainstorm 7. Rapportage
4. Probleem analyse Uitleg stappen 7-Sprong

Casus – Heupartrose 2
4 weken geleden heb je Ina de eerste keer gezien voor een fysiotherapeutisch onderzoek. Uit het
diagnostisch proces is gebleken dat fysiotherapie geïndiceerd is. Jouw stagebegeleider heeft voor Ina
het onderstaande behandelplan opgesteld.

Voordat je Ina gaat behandelen besluit je om de richtlijn artrose heup-knie goed door te nemen. Bij
het bestuderen van de richtlijn artrose heup-knie leg je de focus op de behandeling van de heup.
Vervolgens ga je samen met jouw stagebegeleider verder met het uitvoeren van onderstaand
behandelplan.

Behandelplan
Hoofddoel
Over 12 weken wandelt (PSK 2) Ina 2x per week 5 km met haar vriendinnen (NPRS 2).

Subdoelen

Nr Subdoelen Middelen
.
1 Voor Ina’s hulpvraag zonder pijn kunnen Aanpassing belasting aan belastbaarheid.
bewegen
2 Spierkracht van de heup verbeteren Spierkrachttraining en functionele training
(gebruikmakend van de FITT-factoren).
3. Stabiliteit van de heup verbeteren Stabiliteitstraining (gebruikmakend van de
FITT-factoren).
4 Mobiliteit van het heupgewricht verbeteren. Mobilisaties door middel van
spierrektechnieken en actieve mobilisatie..
5 Ina past principes toe van belasting- Voorlichting en advies.
belastbaarheid bij haar dagelijkse activiteiten.
6 Over 4 weken loopt Ina met een dynamisch Loopscholing.
looppatroon met zo min mogelijk/geen
hulpmiddelen om van daaruit de loopafstand
naar 5 kilometer uit te bereiden.

Behandeling

Na 4 weken therapie is de eerste vooruitgang bij Ina te merken. Ze geeft aan dat ze minder pijn
ervaart (NPRS 3) en als je de ROM van de heup opnieuw beoordeeld is deze toegenomen. Ina begrijpt

, inmiddels ook dat ze haar activiteiten moet doseren over de dag en heeft hiermee al een begin
gemaakt.

Ina neemt voor haar spierfunctietraining deel aan een oefengroep waarin meer patiënten met
heupartrose zitten. Tijdens de oefengroep maak je kennis met Huub Smeets. Ook hij heeft
heupartrose en heeft een soortgelijk oefenprogramma als Ina. Jouw stagebegeleider vertelt jou dat
Huub helaas geen vooruitgang boekt in pijn en functie van de heup. Zijn activiteitenniveau neemt
eerder af dan toe. Je vraagt je af hoe deze 2 patiënten met dezelfde medische diagnose toch zo
anders reageren op de therapie.


1. Begrippen verhelderen
Verhelderen van onduidelijke en verwarrende begrippen. Benoem deze begrippen in dit document
en kijk of je een uitleg kunt vinden over het begrip. Zet deze er ook bij.
Moeilijke begrippen uit taak 6 zijn:
 ..

2. Probleemstelling formuleren

Wat is de kern van de taak 6? In taak 5 heb je gezien welke klachten Ina heeft en daarbij heb je bij je
onderzoek behandelbare grootheden gevonden.

Centrale probleemstelling:
Hoe zien de stappen behandelplan, behandeling en afsluiten/evalueren eruit van een patiënt met
artrose van de heup volgens de KNGF richtlijn artrose heup-knie?

3. Brainstorm
Welke voorkennis is al aanwezig? Waar denk je aan bij dit onderwerp? Wat zijn relevante aspecten
en verklaringen bij dit probleem? Benoem begrippen/trefwoorden die jij al kan linken aan deze taak.
Zou jij op onderstaande trefwoorden zijn gekomen? Waarom wel of juist niet?

Vul de lijst verder aan met woorden die gerelateerd zijn aan de casus, probleemstelling en
woorden die er al staan.
 Spierversterken
 Overload
 Indicaties
 Intensiteit training
 Clucks
 Huiswerkoefeningen
 KNGF
 Pijn
 Oefeningen
 Spierrekken
 Meetinstrument
 ..