Inleiding privaatrecht
Week 1
Het privaatrecht omvat verhouding tussen burgers onderling, overheid die bijv een
koopovereenkomst aangaat of burgers en bedrijven.
Rechtssubjecten= wie rechten kan hebben
Rechtsobjecten= waarop je recht kan hebben
Absoluut recht = recht dat tegen iedereen werkt/ eigendom
Relatief recht = werken alleen in bepaalde situaties/ vorderingsrecht
Rechtsfeit= hoe relatieve rechten ontstaan
Bloot rechtsfeit= zonder dat iemand iets doet gebeurt iets
Rechtshandeling= handeling waarvan rechtsgevolg intreedt beoogd is
Eenzijdig= geen samenwerking meerzijdig= samenwerking
Ongerichte= niet ter kennis van een ander gericht= wel
Alleen absolute rechten wanneer je de zaken kunt aanwijzen die van jou zijn.
(Individualiseringsprincipe) en het eenheidsprincipe 3:4 gaat losse onderdelen tegen
Verbintenis is het recht dat je hebt in een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking
Droit de suite= eigendom blijft op de zaak rusten
Beperkte rechten:
Zekerheidsrechten= pandrecht en hypotheek
Gebruiksrechten= vruchtgebruik, erfpacjt (jegens iedereen)
Voorrangsregels: beperkte rechten botsen oudste voorrang 3:298 vorderingsrechten
gelijkwaardig
Rechtsvordering= bevoegdheid nakoming in rechte af te dwingen
Executie= ten uitvoer leggen van een vonnis
Draagplicht= wie moet het uiteindelijk voelen in zijn portemonnee
Bij ontbreken van rechtsvordering
Overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding 6:213
Advertentie is een uitnodiging tot onderhandeling geen aanbod
Vervallen van aanbod 6:221; verworpen, tijdverloop, herroeping (zolang het niet aanvaard is
of aanvaarding gezonden is 6;219) en intrekking (kan enkel als aanvaarding nog niet
ontvangen is 3:37 lid 5)
3:35 bij wilgebrek en wilontbreken (=mocht opvatten als een wilsverklaring) Haviltex-arrest
degene die ervan uitmocht gaan dat de wil bestond bij de ander wordt beschermt
Handelinsonbekwaam: minderjarig (behalve1:234) en onder curatele
Handelingsonbevoegd= het ontbreken van de bevoegdheid om rechtshandeling te
verrichten
Ongeoorloofde overeenkomst: in strijd met goede zeden/openbare orde of verboden 3:40
, Verdiepingscollege 1
In 1798 kwam de eerste grondwet tot stand doormiddel van de Franse revolutie. In 1809
kregen we een eigen wetboek waardoor feodale rechten afgeschaft werden. Nadat
Napoleon overlijdt komt ons eigen burgerlijk wetboek in 1838.
Verschillen zijn het onderscheid tussen koophandelaar en burger in Franse wetboek
Professor Meijers maakte groot deel van burgerlijk wetboek met 100 verbeterpunten
doordat de jurisprudentie te veel zorgde voor uitdijing. De wetgeving werd veranderd na het
optimisme na de tweede wereldoorlog. Scholten vond dat het boek gezien moest worden als
een oud huis dat niet zomaar verwoest moet worden.
Gelaagde structuur van het wetboek van algemeen naar bijzonder
Er werd nog veel gewijzigd door Europese richtlijnen en groeiende bescherming voor
consumenten. Ook ontwikkelingen in het familierecht en technische aanpassingen na
invoering van de euro.
Week 2
Grondbeginsel van het vermogensrecht is ter bescherming van je eigendom. Er moet een
reden zijn voor vermogensverschuiving.
Verbintenissen ontstaan uit: wet, overeenkomsten en (on)rechtmatige daad.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding.
Advertentie in een krant is geen aanbod maar uitnodiging tot onderhandeling (individuele
zaken)
Aanvaardingen kan in handeling besloten liggen (in de bus stappen) en heeft pas werking
indien zij aanbieder heeft bereikt.
Vertegenwoordiging is het verrichten van een rechtshandeling voor een ander 3:66. Het
moet duidelijk zijn voor de ander, tussenpersoon moet bevoegd zijn (=volmacht 3:60)
Dwaling 6:228 BW is een onjuiste voorstelling bij aangaan overeenkomst. Deze dwaling
komt altijd voor jou rekening behalve als: verkeerde inlichting, spreken was plicht,
wederzijdse dwaling of UITSLUITEND toekomstige omstandigheden.
Het komt toch voor rekening van de koper als: aard overeenkomst (markt),
verkeersopvattingen maar mededelingsplicht gaat boven de onderzoeksplicht of bij garantie
(non-conformiteit) samenloop tussen wanprestatie en dwaling mogelijk.
Bedrog 3:44 lid 1 is altijd onrechtmatig in vergelijk met dwaling. Ook is schadevergoeding
mogelijk bij bedrog. Bedreiging geldt ook voor derden en moet onrechtmatig zijn door het
middel of het doel.
Bedreiging 3:44 lid 2
Misbruik van omstandigheden 3:44 is een situatie waarin bijv iemand een schilderij wordt
afgetroggeld omdat diegene in geldnood zit. Dit is onrechtmatig in een familieband of als er
een beter substituut is.
Week 1
Het privaatrecht omvat verhouding tussen burgers onderling, overheid die bijv een
koopovereenkomst aangaat of burgers en bedrijven.
Rechtssubjecten= wie rechten kan hebben
Rechtsobjecten= waarop je recht kan hebben
Absoluut recht = recht dat tegen iedereen werkt/ eigendom
Relatief recht = werken alleen in bepaalde situaties/ vorderingsrecht
Rechtsfeit= hoe relatieve rechten ontstaan
Bloot rechtsfeit= zonder dat iemand iets doet gebeurt iets
Rechtshandeling= handeling waarvan rechtsgevolg intreedt beoogd is
Eenzijdig= geen samenwerking meerzijdig= samenwerking
Ongerichte= niet ter kennis van een ander gericht= wel
Alleen absolute rechten wanneer je de zaken kunt aanwijzen die van jou zijn.
(Individualiseringsprincipe) en het eenheidsprincipe 3:4 gaat losse onderdelen tegen
Verbintenis is het recht dat je hebt in een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking
Droit de suite= eigendom blijft op de zaak rusten
Beperkte rechten:
Zekerheidsrechten= pandrecht en hypotheek
Gebruiksrechten= vruchtgebruik, erfpacjt (jegens iedereen)
Voorrangsregels: beperkte rechten botsen oudste voorrang 3:298 vorderingsrechten
gelijkwaardig
Rechtsvordering= bevoegdheid nakoming in rechte af te dwingen
Executie= ten uitvoer leggen van een vonnis
Draagplicht= wie moet het uiteindelijk voelen in zijn portemonnee
Bij ontbreken van rechtsvordering
Overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding 6:213
Advertentie is een uitnodiging tot onderhandeling geen aanbod
Vervallen van aanbod 6:221; verworpen, tijdverloop, herroeping (zolang het niet aanvaard is
of aanvaarding gezonden is 6;219) en intrekking (kan enkel als aanvaarding nog niet
ontvangen is 3:37 lid 5)
3:35 bij wilgebrek en wilontbreken (=mocht opvatten als een wilsverklaring) Haviltex-arrest
degene die ervan uitmocht gaan dat de wil bestond bij de ander wordt beschermt
Handelinsonbekwaam: minderjarig (behalve1:234) en onder curatele
Handelingsonbevoegd= het ontbreken van de bevoegdheid om rechtshandeling te
verrichten
Ongeoorloofde overeenkomst: in strijd met goede zeden/openbare orde of verboden 3:40
, Verdiepingscollege 1
In 1798 kwam de eerste grondwet tot stand doormiddel van de Franse revolutie. In 1809
kregen we een eigen wetboek waardoor feodale rechten afgeschaft werden. Nadat
Napoleon overlijdt komt ons eigen burgerlijk wetboek in 1838.
Verschillen zijn het onderscheid tussen koophandelaar en burger in Franse wetboek
Professor Meijers maakte groot deel van burgerlijk wetboek met 100 verbeterpunten
doordat de jurisprudentie te veel zorgde voor uitdijing. De wetgeving werd veranderd na het
optimisme na de tweede wereldoorlog. Scholten vond dat het boek gezien moest worden als
een oud huis dat niet zomaar verwoest moet worden.
Gelaagde structuur van het wetboek van algemeen naar bijzonder
Er werd nog veel gewijzigd door Europese richtlijnen en groeiende bescherming voor
consumenten. Ook ontwikkelingen in het familierecht en technische aanpassingen na
invoering van de euro.
Week 2
Grondbeginsel van het vermogensrecht is ter bescherming van je eigendom. Er moet een
reden zijn voor vermogensverschuiving.
Verbintenissen ontstaan uit: wet, overeenkomsten en (on)rechtmatige daad.
Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding.
Advertentie in een krant is geen aanbod maar uitnodiging tot onderhandeling (individuele
zaken)
Aanvaardingen kan in handeling besloten liggen (in de bus stappen) en heeft pas werking
indien zij aanbieder heeft bereikt.
Vertegenwoordiging is het verrichten van een rechtshandeling voor een ander 3:66. Het
moet duidelijk zijn voor de ander, tussenpersoon moet bevoegd zijn (=volmacht 3:60)
Dwaling 6:228 BW is een onjuiste voorstelling bij aangaan overeenkomst. Deze dwaling
komt altijd voor jou rekening behalve als: verkeerde inlichting, spreken was plicht,
wederzijdse dwaling of UITSLUITEND toekomstige omstandigheden.
Het komt toch voor rekening van de koper als: aard overeenkomst (markt),
verkeersopvattingen maar mededelingsplicht gaat boven de onderzoeksplicht of bij garantie
(non-conformiteit) samenloop tussen wanprestatie en dwaling mogelijk.
Bedrog 3:44 lid 1 is altijd onrechtmatig in vergelijk met dwaling. Ook is schadevergoeding
mogelijk bij bedrog. Bedreiging geldt ook voor derden en moet onrechtmatig zijn door het
middel of het doel.
Bedreiging 3:44 lid 2
Misbruik van omstandigheden 3:44 is een situatie waarin bijv iemand een schilderij wordt
afgetroggeld omdat diegene in geldnood zit. Dit is onrechtmatig in een familieband of als er
een beter substituut is.