Strafuitsluitingsgronden
Rechtvaardigingsgronden:
Noodweer (art. 41 lid 1 Sr): het recht van mensen om zich te verdedigen tegen een
aanval.
Voor een geslaagd beroep op de rechtvaardigingsgrond noodweer moet er voldaan
zijn aan de volgende voorwaarden:
1. Ogenblikkelijk en wederrechtelijk aanranding (> verdediging is alleen
toegelaten tegen een aanranding die aan de gang is op het moment dat de
verdediging wordt ingezet. Aanranding mag ook niet geëindigd zijn).
2. Lijf, eerbaarheid of goed (> seksuele eerbaarheid. Het noodweerrecht komt
ook toe aan degene die opkomt voor de belangen van een ander).
3. Geboden en noodzakelijke verdediging (> Geboden = de
verdedigingshandeling moet proportioneel zijn ten opzichte van de
aanvalshandeling, noodzakelijk = indien het mogelijk is zich aan de aanval te
onttrekken in plaats van zich fysiek te verdedigen, moet men deze weg in
beginsel bewandelen).
Overmacht als noodtoestand (art. 40 Sr): een situatie doet zich voor waarin een
keuze moet worden gemaakt tussen twee conflicterende plichten: enerzijds de
plicht om de strafwet na te leven en anderzijds een zwaarwegende
maatschappelijke plicht. Er speelt een bepaalde belangenafweging.
> Het conflict van plichten moet acuut zijn. Er moet zich een noodsituatie voordoen.
(Opticienarrest)
o Subsidiariteit en proportionaliteit spelen een rol.
Bevoegd ambtelijk bevel (art. 43 Sr): heft de strafbaarheid op van
wetsovertredingen die zijn begaan naar aanleiding van een bevel gegeven door of
namens de overheid.
> Er moet hiervoor een bepaalde zeggenschapsrelatie zijn tussen degene die het
bevel geeft en degene die het bevel opvolgt.
Wettelijk voorschrift (art. 42 Sr): beoogt strafloosheid te garanderen aan degene
die de strafwet overtreedt ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.
> Ook hier gelden de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid: Strafbepalingen worden normaliter
in het leven geroepen om bepaalde rechtsgoederen te beschermen. In zeer
uitzonderlijke situaties kan het voorkomen dat door het plegen van een strafbaar
feit het onderliggende rechtsgoed dat die strafbepaling beoogt te beschermen,
gediend wordt.
Vb. Veeartsarrest
Rechtvaardigingsgronden:
Noodweer (art. 41 lid 1 Sr): het recht van mensen om zich te verdedigen tegen een
aanval.
Voor een geslaagd beroep op de rechtvaardigingsgrond noodweer moet er voldaan
zijn aan de volgende voorwaarden:
1. Ogenblikkelijk en wederrechtelijk aanranding (> verdediging is alleen
toegelaten tegen een aanranding die aan de gang is op het moment dat de
verdediging wordt ingezet. Aanranding mag ook niet geëindigd zijn).
2. Lijf, eerbaarheid of goed (> seksuele eerbaarheid. Het noodweerrecht komt
ook toe aan degene die opkomt voor de belangen van een ander).
3. Geboden en noodzakelijke verdediging (> Geboden = de
verdedigingshandeling moet proportioneel zijn ten opzichte van de
aanvalshandeling, noodzakelijk = indien het mogelijk is zich aan de aanval te
onttrekken in plaats van zich fysiek te verdedigen, moet men deze weg in
beginsel bewandelen).
Overmacht als noodtoestand (art. 40 Sr): een situatie doet zich voor waarin een
keuze moet worden gemaakt tussen twee conflicterende plichten: enerzijds de
plicht om de strafwet na te leven en anderzijds een zwaarwegende
maatschappelijke plicht. Er speelt een bepaalde belangenafweging.
> Het conflict van plichten moet acuut zijn. Er moet zich een noodsituatie voordoen.
(Opticienarrest)
o Subsidiariteit en proportionaliteit spelen een rol.
Bevoegd ambtelijk bevel (art. 43 Sr): heft de strafbaarheid op van
wetsovertredingen die zijn begaan naar aanleiding van een bevel gegeven door of
namens de overheid.
> Er moet hiervoor een bepaalde zeggenschapsrelatie zijn tussen degene die het
bevel geeft en degene die het bevel opvolgt.
Wettelijk voorschrift (art. 42 Sr): beoogt strafloosheid te garanderen aan degene
die de strafwet overtreedt ter uitvoering van een wettelijk voorschrift.
> Ook hier gelden de eisen van proportionaliteit en subsidiariteit.
Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid: Strafbepalingen worden normaliter
in het leven geroepen om bepaalde rechtsgoederen te beschermen. In zeer
uitzonderlijke situaties kan het voorkomen dat door het plegen van een strafbaar
feit het onderliggende rechtsgoed dat die strafbepaling beoogt te beschermen,
gediend wordt.
Vb. Veeartsarrest