Some examples from this set of practice questions
1.
waar is alledaagse kennis op gebasseerd?
Answer: eigen ervaringen, aangeleerde kennis, common sense kennis. Denk aan kranten en meningen
2.
wat is common sense?
Answer: de binnen een bepaalde leefgemeenschap algemeen gedeelde opvatting, inzichten en meningen. Overigens is dit niet wetenschappelijk
3.
wat is wetenschappelijke kennis?
Answer: een systematische meting via vaststaande procedures. Empirisch (= voldoende mensen in je onderzoek) en controleerbaar
4.
wat is selffulfilling prophecy
Answer: voorspelling waarvan de bekendmaking het effect heeft dat de voorspelling waarheid wordt
5.
waar ontwikkelt een mens zich op?
Answer: - fysoliologische (lichaam/motoriek) - cognitief (verstandelijk/ zoals geheugen) - persoonlijkheid (identiteit/karakter) - sociaal (intermenselijke relaties)
6.
wat is ontwikkeling volgens dale
Answer: groei, wasdom, ontvouwen, loswikkelen, ontstaan, onplooien of gerichte verandering
7.
wat is het trapmodel?
Answer: vooral sprake van kwantitatieve toename en afname waarbij de richting van de veranderingen zich na middelbare leeftijd drastisch wijzigt
8.
wat is reïncarnatiegedachte?
Answer: hierbij is gedurende de gehele levensloop sprake van continue leeftijdsafhankelijke kwalitatieve veranderingen die tijdens de laatste levensfase tot een verregaande kwalitatieve opslag die het oorspronkelijke (stoffelijke) lichaam vervang door een nieuw lichaam. In deze visie is de dood geen eindpunt in de menselijke ontwikkeling, maar een beginpunt van een nieuw leven
9.
wat onderscheiden we op basis van \'bron van de ontwikkeling\'?
Answer: - biogenetische modellen (nature): erfelijke aanleg of aangeboren eigenschappen bepalen grotendeels de menselijke ontwikkeling - contextuele modellen: de context (= omgeving) beïnvloedt de ontwikkeling. Denk hierbij aan familie, vrienden, de buurt, de maatschappij en het tijdsgewricht waarin de persoon ter wereld komt. - psychodynamische modellen: energie (driften) richt(en) zich achtereenvolgens op verschillende lichaamszones ( freud: bv orale fase bij zuigelingen)
10.
wat onderscheiden we op basis van \'aard\'
Answer: - groeimodel (toename) - stagnatiemodel (toename en stagnatie) - trapeziummodel (toename, stagnatie, afname) - stadiummodel of het laddermodel - differentiatie model (ontwikkeling steeds verfijnder en gespecialiseerd, bv taalontwikkeling) - levensloopmodel ( vertakking als gevolg van biologische, sociale en persoonlijke factoren) - webmodel (als een spinnenweb: soms nieuw draden of niet: geen individu ontwikkelt zich op dezelfde wijze)
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lobketevelde. Stuvia facilitates payment to the seller.
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.
4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)
97969 documents were sold in the last 30 days
Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now
