Hoofdstuk 1 Waarom casemanagement
1.1 Inleiding
Sinds het begin van de jaren 90 vinden op het terrein van hulp- en dienstverlening
ingrijpende veranderingen plaats. Casemanagement is een werkwijze die antwoord
geeft op deze ontwikkelingen. Het streven is dat er vormen van hulp gevonden worden
die voorkomen dat mensen door de mazen van het net vallen. Daarnaast is het
belangrijk dat er een andere beroepshouding wordt aangeleerd. Het belangrijkste
daarin is het leren afzien van de houding dat het in de hulpverlening gaat om ‘mijn’
cliënt, maar dat het gaat om ‘onze’ cliënt.
1.2 Verandering in denken
Waar heeft men gewisseld van spoor, op grond waarvan, welke trends zijn daarbij
richtinggevend geweest en waartoe heeft dat tot nu toe geleid? Thomas Kuhn stelt in
zijn boek, ‘The Structure of Scientific Revolution’, dat de ontwikkeling van de
wetenschap vooral mogelijk is omdat er strijd gevoerd wordt over de verschillen in:
- Theoretische uitgangspunten
- Benaderingswijzen
- Paradigma’s
De ontwikkeling ontstaat niet door een opeenstapeling van kennis en weten, maar vindt
plaats omdat andere theoretische uitgangspunten aan de winnende hand zijn. Men
moet eerst een andere beweging maken, voordat men de beoogde beweging kan
uitvoeren.
Verandering ontstaat wanneer men anders gaat:
- Denken
- Waarderen
- Waarnemen
- Verbanden leggen
Bij het in kaart brengen van veranderingen gaat het erom die veranderingen en de
gevolgen daarvan zichtbaar te maken.
, Wanneer fundamenteel wordt getwijfeld en men zich vragen stelt die men zich voordien
niet stelde, of wanneer theorieën geen afdoende verklaringen en antwoorden geven, of
wanneer men geconfronteerd wordt met crises, kan een voedingsbodem ontstaan
waarop men zich anders gaat verhouden tot het bestaande.
In de trendstudie Sociale Vernieuwing (Van Riet/Wouters, maart 1992) is een aantal
hedendaagse structurele problemen geconstateerd waarop een antwoord wordt
gezocht.
- De verzorgingsstaat is onbetaalbaar geworden
- De staat heeft zich paternalistisch opgesteld en heeft teveel
verantwoordelijkheden naar zich toegetrokken
- De samenleving als een geheel van sociale betrekkingen dreigt uit elkaar te
vallen. Er is een onderklasse aan het ontstaan. (Dahrendorf 1987)
- Complexe en structurele problematiek wordt niet opgelost. Het effect van
hulp- en dienstverlening ten aanzien van deze problematiek is meestal
gering: een ‘dweilen met de kraan open’
In de studie Met het oog op morgen (Van Riet en Wouters, 1997) worden een 3-tal
verschuivingen in onze samenleving benoemd:
- Zekerheidsmaatschappij naar een risicomaatschappij
- Verzorgingsmaatschappij naar een marktmaatschappij
- Weetmaatschappij naar een leer- en informatiemaatschappij
De kern van deze verschuivingen is dat de verantwoordelijkheid om te kunnen
deelnemen aan onze samenleving in hoge mate bij de burger zelf wordt gelegd.
Degenen die hier niet aan voldoen zijn ‘de nieuwe marginalen’. Schnabel (2000)
benoemt in dit verband 5 risicogroepen:
- Zorgbehoevende ouderen
- Jongeren met een slechte start
- Langdurig werklozen en jonge arbeidsongeschikten
- Allochtonen
- Maatschappelijk marginalen
Bij elk van deze risicogroepen is sprake van aansluitings- en continuïteitsproblemen.
1.3 Aansluitings- en continuïteitsproblemen