100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
MK 1.4B Medicijnleer samenvatting $5.61   Add to cart

Summary

MK 1.4B Medicijnleer samenvatting

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van MK 1.4B Medicijnleer

Preview 3 out of 24  pages

  • November 14, 2021
  • 24
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
SAMENVATTING MEDICIJNLEER

HC 1: het geneesmiddel
1. de plaats van het geneesmiddel binnen de patiëntenzorg benoemen;
Lokale toediening: huid, oog, oor, neus, long, rectaal
Systemische toediening: oraal, parentaal, rectaal, sublinguaal, nasaal, transdermaal, etc.

2. het belang van goed geneesmiddelgebruik toelichten: receptuur lezen en informatie opzoeken in
het farmacotherapeutisch kompas;
Medicatiefouten voorkomen

3. het verschil uitleggen tussen stofnamen en merknamen van geneesmiddelen;
Generieke naam = stofnaam, naam van werkzame bestanddeel
Merknaam = naam gegeven door farmaceutisch bedrijf

4. de verschillende indicaties voor geneesmiddelgebruik benoemen;
Oudere patiënt, jongere patiënt, zwangere of zogende patiënt, etniciteit

5. de begrippen ‘farmacokinetiek’ en ‘farmacodynamiek’ uitleggen;

Farmacodynamiek = wat de stof met lichaam doet
- Hoe het op celniveau werkt
- Kijkt naar farmacologisch effect – effect van medicijn
Farmacokinetiek = wat lichaam met stof doet
Wordt gekeken naar
- Absorptie
- Distributie
- Metabolisme
- Eliminatie

6. de verschillende toedieningsvormen benoemen;

1. Lokale toediening: direct toedienen op plaats van probleem
 VB: Oogdruppels voor oogklachten, ecxeemcrème voor eczeem, etc.
2. Enterale toediening: geneesmiddel wordt oraal toegediend en via maagdarmstelsel
opgenomen in bloedbaan
3. Parentale toediening: geneesmiddel wordt rechtstreeks in het lichaam ingebracht via injectie
(subcutaan, intramusculair, of intraveneus)
 Subcutaan: wanneer geneesmiddel langere tijd op plaats van injectie moet blijven
- VB: verdoving bij tandarts
 Intramusculair: voor een meer langzame opname (medicijn komt m.b.v. diffusie
geleidelijk in bloedbaan)
- VB: vaccinatie
 Intraveneus: wanneer medicijn snel opgenomen moet worden (geen vertraging door
maagdarmstelsel)
- VB: pijnstilling (morfine)

7. uitleggen wat bijwerkingen en interacties zijn;

Bijwerkingen: alle effecten van het geneesmiddel, behalve waar het voor voorgeschreven is (de
indicatie). Bijwerkingen kunnen zowel positief als negatieve zijn

,Interacties: reactie tussen twee medicijnen - bestaan drie soorten interacties:
- Versterken – het effect van het medicijn wordt versterkt door de aanwezigheid van een
andere stof.
o VB: grapefruitsap en cholesterolremmers
- Verzwakken – het effect van het medicijn kan worden verzwakt door de aanwezigheid van
een andere stof

8. het begrip ‘teratogeen effect’ beschrijven;

Teratogeen effect: wanneer een geneesmiddel stoffen bevat die bij de foetus afwijkingen
veroorzaken als de moeder tijdens de zwangerschap het geneesmiddel inneemt.
VB: softenon/DES

9. de verschillen tussen type A- en type B-reacties op geneesmiddelen beschrijven;

Type A bijwerkingen = algemeen
- VB: hypotensie bij antihypertensive, maagdarmbloeding bij antistolling
Type B bijwerkingen = specifiek voor de patiënt
- VB: allergische reactie (immuun gerelateerd), niet immuungerelateerde reacties door
zwangerschap, overmatig alcoholgebruik, etc.

10. de rol van het Lareb beschrijven;

Bijwerkingencentrum Lareb is het Nederlandse meld- en kenniscentrum voor bijwerkingen van
geneesmiddelen, waaronder vaccins, én geneesmiddelengebruik tijdens zwangerschap en
borstvoeding.
Lareb voert voor het CBG een deel van de wettelijke taak uit op het gebied van de
geneesmiddelenbewaking (verzamelen, registreren en analyseren van meldingen over bijwerkingen
van geneesmiddelen door medische beroepsbeoefenaren en patiënten), zoals vermeld in de
toelichting op de Geneesmiddelenwet. De analyse van meldingen leidt tot het signaleren van nieuwe
kennis van bijwerkingen, die eerder niet of onvoldoende bekend was. Kennis die cruciaal is voor
zorgverleners en patiënten bij de keuze voor een geneesmiddel, het mogelijk voorkomen en tijdig
herkennen van bijwerkingen.

11. de begrippen ‘contra-indicatie’ en ‘dubbelmedicatie’ uitleggen;

Contra-indicatie: aandoeningen waarbij middel juist niet voorgeschreven mag worden – kunnen
risico’s ontstaan
- Absolute contra-indicatie: mag in geen enkele omstandigheid het middel gegeven mag
worden – bijv bij zwangere vrouwen
- Relatieve contra-indicatie: daar moet worden overwogen of het middel toegediend kan
worden – ev dosering aanpassen etc.
Dubbelmedicatie: gelijktijdig gebruik van twee of meer geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof
bevatten.

12. een geneesmiddelvoorschrift lezen;
-

13. het begrip ‘medicatieveiligheid’ uitleggen;
De regel van 5:
- Patiënt – laat de patiënt zijn/haar naam en geboortedatum noemen
- Medicijn – controleer of je het juiste medicijn gaat toedienen

, - Dosering – controleer de dosering van het medicijn
- Tijd – controleer het tijdstip op de dag/wanneer het voor het laatst gegeven is
- Toediening – controleer op welke wijze dit medicijn toegediend moet worden bij de patiënt

14. de plaatsen benoemen waar in het proces van medicatie voorschrijven medicatietoediening
fouten gemaakt kunnen worden;
Een medicatefout is elke fout in het proces van: voorschrijven, ter hand stellen/afleveren,
opslag/beheer, gereedmaken, toedienen/registreren en evalueren, ongeacht of er schade is
opgetreden.

15. de mogelijke gevolgen beschrijven van medicatiefouten voor de patiënt;
-

16. de maatregelen om medicatiefouten te voorkomen beschrijven.

De regel van 5:
- Patiënt – laat de patiënt zijn/haar naam en geboortedatum noemen
- Medicijn – controleer of je het juiste medicijn gaat toedienen
- Dosering – controleer de dosering van het medicijn
- Tijd – controleer het tijdstip op de dag/wanneer het voor het laatst gegeven is
- Toediening – controleer op welke wijze dit medicijn toegediend moet worden bij de patiënt

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller margotvandem. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.61. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.61
  • (0)
  Add to cart