Organisatiestructuren
H1 - Het ontwerp van de organisatie: de basisprincipes
- Organisatie = effectief: als haar geformuleerde kwalitatieve &kwantitatieve doelen worden
gerealiseerd.
Om effectief te kunnen functioneren heb je een effectieve organisatiestructuur nodig.
Bij iedere georganiseerde bedrijfsactiviteit van mensen zijn 2 fundamentele en tegengestelde
uitgangspunten:
- Arbeidsverdeling: de verdeling van het werk in verschillende uitvoerende taken (wie
doet wat)
- Coördinatie: van de taken (noodzakelijke afstemming)
- Structuur van een organisatie: de manieren waarop het werk in afzonderlijke taken is
verdeeld en de wijze waarop deze taken vervolgens worden gecoördineerd.
Jarenlang één bepaalde uitgangspunt: een goede structuur is gebaseerd of formele regels en
vaststaande ‘top-down’ gezagsverhoudingen. Hiërarchie. Hierbij mocht het
omspanningsvermogen (‘span of control’) niet groter zijn dan 6 medewerkers, aan wie direct
leiding werd gegeven.
Nu wordt de benadering gevolgd dat: De elementen van een structuur zo geselecteerd
moeten worden dat interne consistentie (samenhang) en harmonie ontstaat en tevens een
basisconsistentie met de situatie van de organisatie. (omvang, leeftijd van organisatie,
omgeving, technische systemen etc.)
de ontwerpparameters en de situationele factoren moeten gegroepeerd worden tot
wat we configuraties zullen noemen.
- Ontwerpparameters: de basiscomponenten van de organisatie, aan de hand waarvan
organisaties worden gestructureerd en geanalyseerd: taakspecialisatie, afdelingsvorming,
afdelingsgrootte, gedragsformalisatie, training en indoctrinatie, verticale en horizontale
decentralisatie etc.
- Configuraties: wijze waarop de basiselementen van de organisatie zijn gegroepeerd.
(Mintzberg visulaliseert de (effectieve) organisatiestructuur door middel van logo’s, ook wel
configuraties of basisdiagrammen genoemd.)
5 Basisconfiguraties: eenvoudige structuur, machinebureaucratie, professionele
bureaucratie, divisiestructuur, adhocratie. Als een bedrijf goed past in een van deze
basisconfiguraties past is het een lopend/gestructureerd bedrijf
1.1 De 5 coördinatiemechanismen (hebben evenveel te maken met controle en
communicatie als met coördinatie)
we kunnen deze mechanismen zien als de meest basale elementen van een
organisatiestructuur, het is de lijm die de organisaties bijeenhoudt.
- 5 coördinatiemechanismen verklaren de fundamentele wijzen waarop organisaties
werkzaamheden coördineren:
1) onderlinge aanpassing: het werk wordt gecoördineerd via het simpele proces van informele
communicatie. Wordt in de allereenvoudigste organisaties gebruikt: klein aantal mensen in
pottenbakkerij. (Figuur 1.1 A)
2) direct toezicht: een andere vorm van informele communicatie. Er werken nu meer dan 5/6
man in de organisatie. De coördinatie komt tot stand omdat één persoon de
verantwoordelijkheid voor het werk van de anderen op zich neemt, hen instructies geeft en de
uitvoering van de werkzaamheden bewaakt. (Figuur 1.1 B)
Bij onderstaande wordt er gecoördineerd door standaardisatie. De coördinatie vindt dan plaats
op de tekentafel, nog voordat het werk wordt uitgevoerd. Werknemers weten precies wat van
elkaar verwacht mag worden en alle handelingen zijn daarop gebaseerd. Er worden normen
vastgesteld. (Figuur 1.1 C)
3) standaardisatie van werkprocessen: als de inhoud van het werk gespecificeerd of
geprogrammeerd is. Beschreven in procedures. Het is makkelijk om mensen aan te sturen,