Rachelle Broek
Inleiding burgerschap
College 1: Introductie burgerschap
Het onderwijs is de grote gelijkmaker, de plek waar maatschappelijke problemen
moeten worden voorkomen/ opgelost.
Burgerschap gaat over dilemma’s/ spanningsvelden.
Nieuwe wet burgerschapsonderwijs: het onderwijs bevordert:
Actief burgerschap: de bereidheid en het vermogen deel uit te maken
van de Nederlandse samenleving en daar een actieve bijdrage aan te
leveren.
Sociale cohesie: leren samenleven met elkaar, met de nadruk op
gelijkwaardigheid en gedeelde waarden ondanks ieders achtergrond.
Democratie: het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden
van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de grondwet, en de
universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het
handelen naar deze basiswaarden op school.
Participatie: het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties
die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de
Nederlandse democratische samenleving.
Identiteit en diversiteit: het bijbrengen van kennis over en respect voor
verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst,
geslacht, handicap of seksuele gerichtheid alsmede de waarde dat gelijke
gevallen gelijk behandeld worden.
School als oefenplaats voor:
Actieve bevordering van autonomie.
Vrijheid van meningsuiting.
Het gelijkheidsbeginsel.
Verdraagzaamheid.
Begrip en verantwoordelijkheidsbesef.
Het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie.
Waarom is burgerschapsonderwijs belangrijk?
1. Niet-vormend onderwijs bestaat niet.
2. Democratie bestaat niet vanzelf.
3. Vergroten van gelijke kansen.
, Rachelle Broek
Studiemateriaal college 1: burgerschap op de basisschool, wet en regelgeving
Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en
samenhangende wijze, waarbij het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar richt
op:
a. Het bijbrengen van respect voor en kennis van basiswaarden van de
democratische rechtsstaat en de universeel geldende fundamentele
rechten en vrijheden van de mens.
b. Het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties.
c. Het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst,
etc.
Om op een constructieve en vreedzame manier te kunnen leven, is het nodig dat
we de spelregels van de samenleving kennen en delen.
Actief burgerschap: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van
de Nederlandse samenleving en daaraan een actieve bijdrage te leveren.
Sociale cohesie: de gelijkwaardigheid en gedeelde waarden ongeacht ieders
achtergrond. Het gaat om het leren samenleven met elkaar. Dat alle burgers
deelnemen aan de maatschappij en bekend zijn met en betrokken bij uitingen
van de Nederlandse cultuur in haar verscheidenheid.
Scholen hebben zelf de ruimte om inhoud en vorm te geven aan
burgerschapsonderwijs, maar er is wel een gemeenschappelijke verbindende
kern verplicht.
Uit het overkoepelend uitgangspunt van menselijke waardigheid volgen drie
algemeen aanvaarde waarden:
- Vrijheid: vrij om te denken en te doen wat ze willen, zolang ze daarbij de
vrijheid en gelijkheid van anderen respecteren.
- Gelijkwaardigheid: iedereen is gelijkwaardig aan elkaar en is gelijk voor
de wet.
- Solidariteit: gemeenschappelijke waarden die betrekking hebben op de
omgang tussen mensen.
Democratie gaat om sociale omgang tussen mensen. Op jonge leeftijd spitst de
ontwikkeling van competenties zich toe op de begeleiding bij de sociale en
emotionele ontwikkeling, en naarmate leerlingen ouder worden komen daar
complexe maatschappelijke vraagstukken bij.
Burgerschap moet ook in de praktijk toegepast worden, er zijn enkele centrale
spelregels die gehanteerd moeten worden:
- actieve bevordering van autonomie
- vrijheid van meningsuiting
- het gelijkheidsbeginsel
- verdraagzaamheid
- begrip en verantwoordelijkheidsbesef
- het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie.
Alleen wanneer actief wordt geoefend en voorbeeldgedrag zichtbaar is, worden
burgerschapsvaardigheden geïnternaliseerd en neemt het leereffect toe.
, Rachelle Broek
Er zijn ook grenzen aan de vrijheid van meningsuiting/ vrijheid van godsdienst.
Kinderen mogen met elkaar discussiëren, maar dit moet op respectvolle wijze en
kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.
Scholen houden in de lijn met de vrijheid van onderwijs daarom veel ruimte om
zelf inhoud en vorm te geven aan burgerschapsonderwijs. Scholen moeten hun
les binnen de grenzen van democratische rechtsstaat vormgeven. De
basiswaarden hiervan en de daarbij passende competenties zijn belangrijke
gedeelde uitgangspunten en vormen de kern op iedere school. Hierbij zijn:
tolerantie, positieve verdraagzaamheid en kennis van respect voor de
basiswaarden van de democratische en pluriforme samenleving cruciaal.
De inspectie zal terughoudend toetsen. De gemeenschappelijke kern geldt als
verplicht uitgangspunt voor de scholen. Die kern omvat de principes en
uitgangspunten van de democratische rechtstaat. Er is hierbij een doelgericht en
samenhangend onderwijsprogramma vereist. Deze moet tenminste bestaan uit:
- een kennis- en respectcomponent
- bijbehorende competenties
- een schoolcultuur waarin deze democratische spelregels worden
voorgeleefd en waarmee wordt geoefend.
Scholen moeten:
een heldere visie op burgerschap ontwikkelen en inzichtelijk maken hoe
deze samenhangt met het schoolbeleid.
Heldere burgerschapsdoelen formuleren.
Een leerplan opstellen met concreet uitgewerkte leerdoelen waarin kennis,
houding en vaardigheden worden uitgedrukt.
Opbrengsten van burgerschapsonderwijs volgen en leerresultaten in kaart
brengen en waar nodig de aanpak aanpassen
Hierover verantwoording afleggen in het schoolplan en in de schoolgids.
In het schoolplan zijn de volgende zaken opgenomen:
- Uitwerking van de burgerschapsopdracht.
- Duidelijk hoe dit gemonitord wordt.
- Vastgelegd hoe leraren ondersteund en gefaciliteerd worden.
In de schoolgids worden bij de doelen van het onderwijs de doelen op het terrein
van burgerschapsvorming meegenomen en de resultaten die worden
nagestreefd. Ook hier worden de uitkomsten uit de monitoring en de genomen
maatregelen daarop vermeld.
, Rachelle Broek
Kerndoelen van burgerschap:
Kerndoel 36: de leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en
Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
Kerndoel 37: de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden en normen.
Kerndoel 38: de leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen
die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol
spelen. Ook leren ze respectvol om te gaan met seksualiteit en met
diversiteit binnen de samenleving.
Het voorstel van het primair onderwijs:
Vrijheid en gelijkheid
Macht en inspraak
Democratische cultuur
Identiteit
Diversiteit
Solidariteit
Digitaal samenleven
Duurzaamheid
Globalisering
Technologisch burgerschap
Denk- en handelwijzen
Burgerschapsonderwijs rust leerlingen toe om op basis van eigen idealen,
waarden en normen te functioneren in een democratische en diverse
samenleving. Burgerschapsonderwijs draagt bij aan het ontwikkelen van het
vermogen en de bereidheid om binnen de kaders van de democratische
rechtsstaat een bijdrage te leveren aan de instandhouding of verdere
ontwikkeling van een democratische cultuur.
Inleiding burgerschap
College 1: Introductie burgerschap
Het onderwijs is de grote gelijkmaker, de plek waar maatschappelijke problemen
moeten worden voorkomen/ opgelost.
Burgerschap gaat over dilemma’s/ spanningsvelden.
Nieuwe wet burgerschapsonderwijs: het onderwijs bevordert:
Actief burgerschap: de bereidheid en het vermogen deel uit te maken
van de Nederlandse samenleving en daar een actieve bijdrage aan te
leveren.
Sociale cohesie: leren samenleven met elkaar, met de nadruk op
gelijkwaardigheid en gedeelde waarden ondanks ieders achtergrond.
Democratie: het bijbrengen van respect voor en kennis van de basiswaarden
van de democratische rechtsstaat, zoals verankerd in de grondwet, en de
universeel geldende fundamentele rechten en vrijheden van de mens, en het
handelen naar deze basiswaarden op school.
Participatie: het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties
die de leerling in staat stellen deel uit te maken van en bij te dragen aan de
Nederlandse democratische samenleving.
Identiteit en diversiteit: het bijbrengen van kennis over en respect voor
verschillen in godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, afkomst,
geslacht, handicap of seksuele gerichtheid alsmede de waarde dat gelijke
gevallen gelijk behandeld worden.
School als oefenplaats voor:
Actieve bevordering van autonomie.
Vrijheid van meningsuiting.
Het gelijkheidsbeginsel.
Verdraagzaamheid.
Begrip en verantwoordelijkheidsbesef.
Het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie.
Waarom is burgerschapsonderwijs belangrijk?
1. Niet-vormend onderwijs bestaat niet.
2. Democratie bestaat niet vanzelf.
3. Vergroten van gelijke kansen.
, Rachelle Broek
Studiemateriaal college 1: burgerschap op de basisschool, wet en regelgeving
Het onderwijs bevordert actief burgerschap en sociale cohesie op doelgerichte en
samenhangende wijze, waarbij het onderwijs zich in ieder geval herkenbaar richt
op:
a. Het bijbrengen van respect voor en kennis van basiswaarden van de
democratische rechtsstaat en de universeel geldende fundamentele
rechten en vrijheden van de mens.
b. Het ontwikkelen van de sociale en maatschappelijke competenties.
c. Het bijbrengen van kennis over en respect voor verschillen in godsdienst,
etc.
Om op een constructieve en vreedzame manier te kunnen leven, is het nodig dat
we de spelregels van de samenleving kennen en delen.
Actief burgerschap: de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van
de Nederlandse samenleving en daaraan een actieve bijdrage te leveren.
Sociale cohesie: de gelijkwaardigheid en gedeelde waarden ongeacht ieders
achtergrond. Het gaat om het leren samenleven met elkaar. Dat alle burgers
deelnemen aan de maatschappij en bekend zijn met en betrokken bij uitingen
van de Nederlandse cultuur in haar verscheidenheid.
Scholen hebben zelf de ruimte om inhoud en vorm te geven aan
burgerschapsonderwijs, maar er is wel een gemeenschappelijke verbindende
kern verplicht.
Uit het overkoepelend uitgangspunt van menselijke waardigheid volgen drie
algemeen aanvaarde waarden:
- Vrijheid: vrij om te denken en te doen wat ze willen, zolang ze daarbij de
vrijheid en gelijkheid van anderen respecteren.
- Gelijkwaardigheid: iedereen is gelijkwaardig aan elkaar en is gelijk voor
de wet.
- Solidariteit: gemeenschappelijke waarden die betrekking hebben op de
omgang tussen mensen.
Democratie gaat om sociale omgang tussen mensen. Op jonge leeftijd spitst de
ontwikkeling van competenties zich toe op de begeleiding bij de sociale en
emotionele ontwikkeling, en naarmate leerlingen ouder worden komen daar
complexe maatschappelijke vraagstukken bij.
Burgerschap moet ook in de praktijk toegepast worden, er zijn enkele centrale
spelregels die gehanteerd moeten worden:
- actieve bevordering van autonomie
- vrijheid van meningsuiting
- het gelijkheidsbeginsel
- verdraagzaamheid
- begrip en verantwoordelijkheidsbesef
- het afwijzen van onverdraagzaamheid en discriminatie.
Alleen wanneer actief wordt geoefend en voorbeeldgedrag zichtbaar is, worden
burgerschapsvaardigheden geïnternaliseerd en neemt het leereffect toe.
, Rachelle Broek
Er zijn ook grenzen aan de vrijheid van meningsuiting/ vrijheid van godsdienst.
Kinderen mogen met elkaar discussiëren, maar dit moet op respectvolle wijze en
kennis van de basiswaarden van de democratische rechtsstaat.
Scholen houden in de lijn met de vrijheid van onderwijs daarom veel ruimte om
zelf inhoud en vorm te geven aan burgerschapsonderwijs. Scholen moeten hun
les binnen de grenzen van democratische rechtsstaat vormgeven. De
basiswaarden hiervan en de daarbij passende competenties zijn belangrijke
gedeelde uitgangspunten en vormen de kern op iedere school. Hierbij zijn:
tolerantie, positieve verdraagzaamheid en kennis van respect voor de
basiswaarden van de democratische en pluriforme samenleving cruciaal.
De inspectie zal terughoudend toetsen. De gemeenschappelijke kern geldt als
verplicht uitgangspunt voor de scholen. Die kern omvat de principes en
uitgangspunten van de democratische rechtstaat. Er is hierbij een doelgericht en
samenhangend onderwijsprogramma vereist. Deze moet tenminste bestaan uit:
- een kennis- en respectcomponent
- bijbehorende competenties
- een schoolcultuur waarin deze democratische spelregels worden
voorgeleefd en waarmee wordt geoefend.
Scholen moeten:
een heldere visie op burgerschap ontwikkelen en inzichtelijk maken hoe
deze samenhangt met het schoolbeleid.
Heldere burgerschapsdoelen formuleren.
Een leerplan opstellen met concreet uitgewerkte leerdoelen waarin kennis,
houding en vaardigheden worden uitgedrukt.
Opbrengsten van burgerschapsonderwijs volgen en leerresultaten in kaart
brengen en waar nodig de aanpak aanpassen
Hierover verantwoording afleggen in het schoolplan en in de schoolgids.
In het schoolplan zijn de volgende zaken opgenomen:
- Uitwerking van de burgerschapsopdracht.
- Duidelijk hoe dit gemonitord wordt.
- Vastgelegd hoe leraren ondersteund en gefaciliteerd worden.
In de schoolgids worden bij de doelen van het onderwijs de doelen op het terrein
van burgerschapsvorming meegenomen en de resultaten die worden
nagestreefd. Ook hier worden de uitkomsten uit de monitoring en de genomen
maatregelen daarop vermeld.
, Rachelle Broek
Kerndoelen van burgerschap:
Kerndoel 36: de leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en
Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
Kerndoel 37: de leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor
algemeen aanvaarde waarden en normen.
Kerndoel 38: de leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen
die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol
spelen. Ook leren ze respectvol om te gaan met seksualiteit en met
diversiteit binnen de samenleving.
Het voorstel van het primair onderwijs:
Vrijheid en gelijkheid
Macht en inspraak
Democratische cultuur
Identiteit
Diversiteit
Solidariteit
Digitaal samenleven
Duurzaamheid
Globalisering
Technologisch burgerschap
Denk- en handelwijzen
Burgerschapsonderwijs rust leerlingen toe om op basis van eigen idealen,
waarden en normen te functioneren in een democratische en diverse
samenleving. Burgerschapsonderwijs draagt bij aan het ontwikkelen van het
vermogen en de bereidheid om binnen de kaders van de democratische
rechtsstaat een bijdrage te leveren aan de instandhouding of verdere
ontwikkeling van een democratische cultuur.