100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Voeding en Gezondheid 2

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
28
Subido en
26-02-2015
Escrito en
2009/2010

Samenvatting van 28 pagina's voor het vak HNE 10806 aan de WUR

Institución
Grado










Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

Subido en
26 de febrero de 2015
Número de páginas
28
Escrito en
2009/2010
Tipo
Resumen

Vista previa del contenido

Spijsverteringsstelsel
Vertering
Vertering is het proces waarbij het lichaam voeding afbreekt tot nutriënten en ze
klaar maakt voor absorptie.

Mond
 Door kauwen wordt voedsel klein gemaakt
 Mengen met speeksel
o Vloeibaar maken van voedsel
o Mengen met α-amylase: vertering van zetmeel
o Beschermen van slijmvlies van de mond
o Mengen met lingual lipase: vertering van vet (baby’s)

Daarna gaat voedsel door de esophagus (slokdarm) naar de maag. Het passeert
twee sluitspieren: de bovenste slokdarm sluitspier en de onderste slokdarm
sluitspier.

Maag
Door het ruiken, zien en denken aan voedsel wordt de nervus vagus geactiveerd:
g-cellen en parietaal cellen (acetylcholine is de receptor)
 Door het strekken van de mechanoreceptoren worden HCL (uit parietaal
cellen) en pepsinogeen geproduceerd: gastrine is de reptor
o Eiwitdenaturatie door HCL
o Pepsinogeen produceert pepsine: hydrolyse van eiwitten in kleinere
fragmenten
 Koolhydraat vertering stopt: α-amylase wordt geïnactiveerd en wordt eiwit
dat verteert moet worden
 Een fractie van het opgenomen vet wordt gehydrolyseerd.

Daarna passeert het geheel de pyloris naar de dunne darm. Wanneer dit gebeurt
wordt bepaald door het volume van het voedsel, de samenstelling van de
voeding en de mate van vloeibaar worden van de voeding.

Dunne darm
 Voedsel passeert achtereenvolgens het duodenum, het jejunum en het
ileum
 Alvleessappen komen vanuit de pancreas in het duodenum
o Bicarbonaat neutraliseert de zure maagsappen
o Enzymen verteren koolhydraten, vetten en eiwitten
 Gal vanuit de galblaas komen in het duodenum zodra er vetten zijn:
emulsifeert het vet zodat enzymen ze af kunnen breken
 Darmsappen verteren koolhydraten, eiwitten en vetten

,Protease
 Pancreas protease uitgescheiden in duodenum
o Endopeptidases
o Carboxypeptidases
o Eindproducten: aminozuren en peptideketens met lengt van 2-8
aminozuren
 Enteropeptidases: trypsinogeen activeert trypsine: activering van
zymogenen
 Eindproducten: aminozuren en di- en tripeptides

Amylase
 Pancreas α-amylase werkt het best bij neutrale pH
 Endoglucosidase met absolute specificiteit voor α-1,4 glucose verbindingen
 Glucoamylase op de brush border van enterocyten zorgt voor de afbraak
van andere verbindingen en het vrijkomen van glucose

Lipase
 Gal zorgt voor de vorming van micellen
 Pancreas triacylglycerollipase (PL) wordt geremd door galzouten
 Pancreas colipase activeert PL
 Afbraak triglyceriden tot vrije vetzuren, glycerol en monoacylglycerol

Absorptie
Absorptie vindt daarna plaats. Hiervoor moeten 4 barrieres gepasseerd worden:
de slijmlaag, het opicale membraan van de enterocyt (darmcel), de enterocyt, en
de basale membraan van de enterocyt. Alles wat dan nog niet is verteerd
passeert de ileoceale sluitspier naar de dikke darm. Hier worden sommige stoffen
alsnog geabsorbeerd maar het grootste deel passeert de laatste sluitspier: de
anus.


Overige notities
 Mucus is de vloeistof die zorgt dat darm- en maagcellen niet worden
aangetast door verteringssappen
 De maag heeft behalve kring- en lengte spieren ook diagonale spieren
 Peristaltiek is de golfachtige spiersamentrekking van het verteringsstelsel
die zorgt dat de inhoud verder gaat. Hangt af van de vulling en de locatie
in het spijsverteringskanaal
 Segmentatie wordt veroorzaakt door de kringspieren en zorgt dat de
inhoud goed wordt gemixt met de enzymen
 De lever maakt gal en slaat het op in de galblaas
 De doorsnede van het spijsverteringskanaal bestaat uit de mucosa, de
submucosa, de muscularis externa en de serosa of adventitia
 Frequent voorkomende aandoeningen zijn verslikken, braken, diarree,
constipatie, boeren, hikken, winden, maagzweer en ‘heartburn’.

, Vetten en vetzuren
De lipiden familie
De lipiden familie bestaat uit:
 Triglyceriden (vetten en oliën): zorgen voor energie en warmte. Ook
beschermt het de botten en organen.
 Fosfolipiden: zijn de belangrijkste bestanddelen van het celmembraan en
zijn emulsifiers in het lichaam
 Sterolen: doen veel in het lichaam. Uit cholesterol kunnen galzouten,
steroidhormonen en vitamine D gemaakt worden. Cholesterol is ook
belangrijk in de cellen

Triglyceriden
Triglyceriden bestaan uit 1 glycerol component en 3 vetzuren. Door een
condensatiereactie komen ze bij elkaar. De 3 vetzuren zijn veelal verschillend van
elkaar. De verschillen kunnen zitten in de lengte van de ketens, de mate van
verzadiging en de plaats van de dubbele binding. De lengte van de ketens: altijd
even nummers, tot een lengte van 24 C-ketens. Het meest voorkomende in
voeding is een keten van 18 C-atomen.

Mate van verzadiging
 Verzadigd: geen dubbele bindingen en vast bij kamertemperatuur m.u.v.
tropische oliën.
 Mono-onverzadigd: 1 dubbele binding.
 Poly-onverzadigd: 2 of meer dubbele bindingen en vloeibaar bij
kamertemperatuur. Bij poly-onverzadigde vetzuren wordt onderscheid
gemaakt tussen de plaats van de eerste dubbele binding. Deze wordt
aangeduid met een omega-nummer. Een omega-3-vetzuur is een vetzuur
met de eerste dubbele binding na het 3 e C-atoom. Linoleenzuur is een
voorbeeld. Een omega-6-vetzuur is een vetzuur met de eerste dubbele
binding na het 6e C-atoom. Linolzuur is een voobeeld.

Phospholipiden
Phospholipiden bestaan ook uit 1 glycerol component, uit 2 vetzuren en op de
plaats van het 3e vetzuur een fosfaatgroep en een variabele groep. De variabele
groep bevat vaak een N-atoom. Door de vetzuren zijn phospolipiden oplosbaar in
vet. Door de fosfaatgroep worden ze ook oplosbaar in water. Daardoor zijn het
goede emulsifiers.

Sterolen
Sterolen zijn componenten met een meerdere ringstructuur. Sterolen zitten in
plantaardig en dierlijk voedsel, maar cholesterol zit vooral in dierlijk voedsel (ijs,
vis, kipfilet). Planten sterolen concurreren met cholesterol om opname in het
lichaam.
$3.58
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
LindaKooistra Universiteit Leiden
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
127
Miembro desde
11 año
Número de seguidores
90
Documentos
15
Última venta
1 semana hace

3.3

16 reseñas

5
0
4
9
3
5
2
0
1
2

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes