100% de satisfacción garantizada Inmediatamente disponible después del pago Tanto en línea como en PDF No estas atado a nada 4.2 TrustPilot
logo-home
Resumen

Samenvatting Celbiologie BMT jaar 1

Puntuación
-
Vendido
-
Páginas
52
Subido en
26-10-2021
Escrito en
2019/2020

Samenvatting van het vak Celbiologie van het eerste jaar van Biomedische Technologie.

Institución
Grado











Ups! No podemos cargar tu documento ahora. Inténtalo de nuevo o contacta con soporte.

Libro relacionado

Escuela, estudio y materia

Institución
Estudio
Grado

Información del documento

¿Un libro?
No
¿Qué capítulos están resumidos?
Hoofdstul 1, 5, 6, 7, 8, 15, 16, 18, 20
Subido en
26 de octubre de 2021
Número de páginas
52
Escrito en
2019/2020
Tipo
Resumen

Temas

Vista previa del contenido

Samenvatting Celbiologie
HC 1 Chapter 1
Een levend organisme voldoet aan: Georganiseerd, Homeostase,
Reageren op prikkels, Adaptatie aan omgeving, Groei & ontwikkeling,
Voortplanting, Beweging en Stofwisseling.

Cellen variëren in → grootte, vorm, functie en samenstelling

Gemeenschappelijke eigenschappen van cellen → de bouwstenen
(koolhydraten, vetzuren, nucleotiden, eiwitten) en informatie doorgifte
door middel van DNA (DNA ->RNA ->eiwit)



Microscopische technieken:

- Lichtmicroscoop: licht gaat door een condensor lens door het
preparaat. Vervolgens gaat het door verschillende lenzen naar je
oog.
▪ weefsel wordt eerst gefixeerd en in dunne secties gesneden
- Fluorescentie microscoop: fluorescerende stoffen zetten licht van een
korte golflengte om in licht van een langere golflengte. De lichtbundel passeert eerst
het excitatiefilter, dat het licht beperkt tot een bepaalde golflengte. Het emissielicht,
dat door het preparaat wordt uitgezonden gaat door een sperfilter dat de rest van het
excitatielicht uit de bundel verwijdert.
▪ fluorescente probes kunnen bepaalde delen (bv DNA) van cellen aantonen
- Transmissie-elektronenmicroscoop: elektronen worden door een preparaat heen
geschoten en vervolgens op een fluorescerende plaat geprojecteerd. Op plaatsen waar
het preparaat het dikst is (veel massa) treedt de meeste verstrooiing van de
elektronen op, zodat het aantal elektronen dat uiteindelijk vastgelegd wordt kleiner is.
Het gevormde beeld is dan donkerder in vergelijking met de dunnere plaatsen van het
preparaat.
▪ weefsel wordt eerst in dunne plakjes gesneden, gefixeerd en met zware metalen
behandeld
- Scanning Electron Microscope: een elektronenstraal wordt op het materiaal
geprojecteerd en tast het oppervlak volgens een raster af. De teruggekaatste of de
door secundaire emissie vrijkomende elektronen worden
gedetecteerd en punt voor punt vastgelegd in een beeld. De
hoogte en helling van de oppervlakte zijn bepalend voor het aantal
gegenereerde secundaire elektronen.



Prokaryoten (bacteriën en archaea) → cel zonder organellen of kern, DNA
los in de cel.

Eukaryoten → cel met organellen en het DNA in de celkern.

,Endosymbiose van mitochondria: mitochondria waren eerst vrije prokaryoten die later door
fagocytose in gastcellen zijn gekomen en in symbiose verder zijn gaan leven.

Organellen in de cel:

- Mitochondria: oxidatie van voedingstoffen en produceert ATP.
- ER: maakt complexe moleculen voor in de cel, in het celmembraan of buiten de cel.
- Golgi apparaat: modificeert en verpakt moleculen gemaakt in het ER, ze worden door de cel
vervoert of buiten de cel gebracht.
- Lysosomen: verteren (afval)stoffen
- Peroxisomen: inactiveren giftige moleculen met waterstofperoxide

Het cytosol is de vloeistof in de cel waarin de organellen drijven. De organellen zelf horen niet bij het
cytosol. Het cytoplasma is het cytosol en de organellen die erin zitten.

Cytoskelet → voor beweging van cellen (actine, intermediaire filamenten, microtubuli)




HC2 Chapter 5
Celkern → bevat chromosomen met DNA

- nuclear envelope: kernmembraan
- nucleolus: structuur in de celkern; bestaat uit RNA, DNA en
eiwitten en zorgt voor de vorming van ribosomen
- nuclear pores: kleine moleculen diffunderen hier doorheen
in en uit de kern



Griffith experiment → Griffith’s experiment liet zien dat het
destijds gangbare idee dat een bepaalde stam bacteriën altijd
dezelfde eigenschappen heeft niet klopt. Hij toonde aan dat eigenschappen van bacterie op bacterie
kunnen worden overgegeven door DNA.

DNA molecuul → Bestaat uit 2 complementaire nucleotideketens die verbonden worden door H-
bruggen. De nucleotiden bestaan uit een suikergroep, fosfaatgroep en base (A,C,T,G). Een
fosfordiesterbinding verbindt de suiker en fosfaatgroepen.

,Structuur DNA:

- Suiker-fosfaat keten
- Anti-parallel
- Dubbele helix
- Grote en kleine groeve
- DNA = negatief geladen
- Baseparen G:C & A:T
- Volledig complementair

Genoom → totaal aan genetische informatie opgeslagen in chromosomen

Gen → segment van DNA dat codeert voor een eiwit of RNA molecuul

De grootte van het genoom varieert enorm. Complexere organismen hebben vaak een groter
genoom, maar er zijn veel uitzonderingen.

Het menselijk genoom bestaat uit 22 paar autosomen en 2 geslachtschromosomen. Totaal 23 paar.

Prokaryotisch DNA: circulair, 1 chromosoom

Eukaryotisch DNA: lineair, meer dan 1 chromosoom



In situ hybridisatie → genen aankleuren om bv genen voor kanker te vinden



2 delen van de celcylus:

- Interfase: chromosomen worden gedupliceerd
- Mitose: chromosomen worden verdeeld over de dochtercellen, tijdens de cytokinese deelt
de cel




3 DNA sequenties zijn nodig voor replicatie en verdeling van chromosomen:

- Replication origin: nucleotide sequentie waar de DNA replicatie begint
- Telomeren: aan de uiteinden van elk chromosoom, 'protective cap'
- Centromeren: hier hecht de mitotic spindle aan tijdens M-fase, gedupliceerde chromosomen
worden zo uit elkaar getrokken

, Nucleolus → bevat rRNA genen (ribosomaal RNA)

Voor de mitose condenseren de chromosomen en worden ze compacter. Tijdens de interfase is het
DNA minder compact. De chromosoom structuur is dynamisch, het is in- & uitpakbaar afhankelijk
celcyclus (“on demand access”).



Chromatine = DNA + geassocieerde eiwitten (histoneiwitten en niet-
histoneiwitten)

DNA zit rond histonen gewikkeld. De histonen bestaan uit 8 delen. DNA en
histonen zijn bij elkaar gepakt tot chromatine fibers. Dit proces heet chromosome
coiling.

Nucleosomen → 'kralen' in een chromatineketen, de plaatsen waar de DNA-
streng zich om de histonen windt




Chromatin remodelling complex → gebruiken energie van ATP hydrolyse voor het afwikkelen van
DNA dat rond de nucleosomen zit
$8.46
Accede al documento completo:

100% de satisfacción garantizada
Inmediatamente disponible después del pago
Tanto en línea como en PDF
No estas atado a nada

Conoce al vendedor

Seller avatar
Los indicadores de reputación están sujetos a la cantidad de artículos vendidos por una tarifa y las reseñas que ha recibido por esos documentos. Hay tres niveles: Bronce, Plata y Oro. Cuanto mayor reputación, más podrás confiar en la calidad del trabajo del vendedor.
jcgroos Universiteit Twente
Seguir Necesitas iniciar sesión para seguir a otros usuarios o asignaturas
Vendido
16
Miembro desde
4 año
Número de seguidores
8
Documentos
8
Última venta
2 meses hace

0.0

0 reseñas

5
0
4
0
3
0
2
0
1
0

Recientemente visto por ti

Por qué los estudiantes eligen Stuvia

Creado por compañeros estudiantes, verificado por reseñas

Calidad en la que puedes confiar: escrito por estudiantes que aprobaron y evaluado por otros que han usado estos resúmenes.

¿No estás satisfecho? Elige otro documento

¡No te preocupes! Puedes elegir directamente otro documento que se ajuste mejor a lo que buscas.

Paga como quieras, empieza a estudiar al instante

Sin suscripción, sin compromisos. Paga como estés acostumbrado con tarjeta de crédito y descarga tu documento PDF inmediatamente.

Student with book image

“Comprado, descargado y aprobado. Así de fácil puede ser.”

Alisha Student

Preguntas frecuentes