100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Practica 1 t/m 4 zelfstudie CW

Rating
-
Sold
1
Pages
7
Uploaded on
24-10-2021
Written in
2021/2022

De zelfstudie en E-modules samengevat van practica 1 t/m 4

Institution
Module









Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Written for

Institution
Study
Module

Document information

Uploaded on
October 24, 2021
Number of pages
7
Written in
2021/2022
Type
Summary

Subjects

Content preview

Practicum 1 E-module
Weefsels
- 4 grote weefsels: epitheel, bindweefsel(ook bloed), spier en zenuwweefsel
- De oorsprong en locatie van de cel in het weefsel bepaalt de karakteristieken
- Darmen lumen bestaat uit alle 4 de weefsels (zenuwweefsel zit tussen de 2
spierlagen met opvallende perikarya)

Epitheel
- Apicale zijde verantwoordelijk voor verzamelen van voedingsstoffen
- Basale zijde verantwoordelijk voor transport van deze voedingsstoffen naar de
bloedvaten in het bindweefsel
- Eiwit samenstelling van deze 2 membranen verschilt dus
- Lipiden gaan door apicale membraan en worden vervoerd in vesicles naar ER waar
ze gemetaboliseerd worden tot triglycerides. Die worden gecombineerd met eiwitten
in Golgi en vormen chylomicrons. Die worden gesecreteerd door vesicles bij basale
membraan.
- Voedingsstoffen en aminozuren etc. kunnen zelf door membranen zonder vesicle.
- Functies van de cellen worden gereflecteerd door de relatieve hoeveelheden van de
organellen in de cellen.

Organellen
- Secretoire granules: komen van TGN(trans-golgi netwerk) en secreteren materiaal
na signaal
- Endosomen: ontvangen transport vesicles met lysosomen eiwitten van TGN,
endocytische vesicles en autofagosomen. Deze worden getransporteerd naar
lysosomen, TGN of plasmamembraan
- RER: maken van exoplasmic eiwitten(secretoire eiwitten, transmembraan eiwitten en
eiwitten voor lumen of vacuolaire systeem). Transitionele elementen zijn secties van
ER waar vesicles bud off naar golgi
- Golgi: Tubules continu met RER, hierdoor kunnen gesynthetiseerde lipiden naar
transport vesicles van RER
- Golgi complex: cis-zijde(ontvangen vesicles van ER) en trans-zijde(vrijlaten vesicles).
Bevat Trans Golgi Network: network van buizen en vesicles aan de trans-zijde.
Transport vesicles gaan naar plasmamembraan of endosomen. Secretoire vesicles
include constitutieve secretoire membraan vesicles en gereguleerde secretoire
vesicles
- Peroxisomen hebben crystalline inhoud
- Mitochondriën: inner membrane is ingesprongen en vormt cristae
- Nucleus: outermembrane continue met RER. Bestaat uit regionen: nucleolus,
heterochormstin en euchromatin(actief)

Bright field microscoop
- Licht van lamp gaat door condensor lens en valt op sample. Hoeveelheid licht wordt
bepaald door diafragma.
- Structuren in sample verschillen in capaciteit om licht te absorberen of te reflecteren
- Licht gaat door het glas en door de lucht en wordt gebroken en het object wordt dus
vergroot. Het licht wordt opgevangen door objectieve lens en stuurt het naar
occulaire lens. Deze geeft nog meer vergroting

, Elektronenmicroscoop
- Elektronen beam is focused door elektromagnetische lenzen in plaats van glas
lenzen
- Altijd zwart wit want elektronen hebben geen kleur(door te kleine golflengtes) en licht
wel door het absorberen en reflecteren van verschillende golflengtes

H4 en H5 E-module
Immunohistochemistry
- Binding van antilichamen aan antigenen. Deel waaraan antilichaam bindt heet
epitoop
- Immunoperoxidase: antilichamen gebonden aan peroxidase enzym. Antilichaam
wordt in weefsel gebracht en bindt aan antigeen. Substraat heeft enzymatische
reactie met peroxidase waardoor een contrast ontstaat met het omgevende weefsel.
Dit kan je zien onder lichtmicroscoop
- Gouden bolletjes kunnen zowel aan primaire en secundaire antilichamen worden
gekoppeld. Alleen bij elektronenmicroscoop want goud bolletje is kleiner dan 200 nm.
- Synthetische analogen: BrDU kan als bouwblok gebruikt worden voor DNA. Dit blijft
aanwezig zelfs in dochtercellen, waardoor je het hele proces van repliceren kan
volgen. Antilichamen inbrengen met fluorescentie waardoor DNA denaturatie
plaatsvindt, want antilichamen binden aan BrDU waardoor geen DNA meer kan
worden gemaakt. De cellen die je dan ziet zijn dus replicerende cellen of
dochtercellen van de lineage.
- In situ hybridization: gelabled DNA of RNA complementaire streng(probe) in cel
plaatsen. Als de probe wil binden aan DNA dan moet het DNA denaturatie
ondergaan (mbv hitte). Hiermee worden specifieke DNA of RNA sequenties in
weefsels en cellen gelokaliseerd. Manieren zijn: fluorescent DNA in situ hybridization
en gold-facilitated in situ hybridization
- Fluorescent dyes
- MitoTracker: bindt aan mitochondriën
- NIX: antilichaam dat bindt aan specifieke eiwit
- DIC: fase-contrast → geen kleur




Practicum 2
Neoplasie
- Aard
- Maligne
- Sarcoom, carcinoom
- Benigne
- -oom erachter plakken
$6.64
Get access to the full document:

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Get to know the seller
Seller avatar
lonnekespek
3.0
(1)

Also available in package deal

Get to know the seller

Seller avatar
lonnekespek Universiteit Utrecht
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
8
Member since
5 year
Number of followers
7
Documents
28
Last sold
2 year ago

3.0

1 reviews

5
0
4
0
3
1
2
0
1
0

Recently viewed by you

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their exams and reviewed by others who've used these revision notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No problem! You can straightaway pick a different document that better suits what you're after.

Pay as you like, start learning straight away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and smashed it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions